Shared Flashcard Set

Details

Turkish-Dutch gramer kitabı - bölüm 7
Turkish-Dutch gramer kitabı - overige woorden bölüm 7 (SM)
40
Language - Other
Not Applicable
09/01/2010
Click here to study/print these flashcards.

Create your own flash cards! Sign up here.

Additional Language - Other Flashcards

 

 

Cards

Term
yaramaz
 Definition
ondeugend
Term
zeki
 Definition
intelligent
Term
akıllı
 Definition
knap / slim
Term
iyi kalpli
 Definition
goedhartig
Term
anlayışlı
 Definition
begripvol
Term
çalışkan
 Definition
ijverig
Term
çöpe at
 Definition
gooi maar weg (lett: naar het afval)
Term
hava kötüye gidiyor
 Definition
het weer verslechtert (het weer gaat naar slecht)
Term
benzemek
 Definition
lijken op
Term
bakan
 Definition
minister
Term
ressam
 Definition
schilder
Term
avukat
 Definition
advocaat
Term
futbolcu
 Definition
voetballer
Term
kaleci
 Definition
keeper
Term
besteci
 Definition
componist
Term
hakem
 Definition
scheidsrechter
Term
dondurma
 Definition
ijs
Term
silgi
 Definition
gum
Term
bir tatlı
 Definition
iets lekkers
Term
boncuk
 Definition
kraal
Term
leke
 Definition
vlek
Term
kumaş
 Definition
stof
Term
fotoğraf
 Definition
foto
Term
tatile çıkmak
 Definition
op vakantie gaan
Term
ziyaret etmek (-i)
 Definition
bezoeken
Term
örmek (-i)
 Definition
breien
Term
gezmek (-i)
 Definition
bezichtigen
Term
bulaşık
 Definition
afwas
Term
duş yapmak
 Definition
douchen
Term
yıkamak
 Definition
wassen
Term
ne olarak çalışıyor?
 Definition
als wat werkt hij/zij?
Term
otobüse bindik
 Definition
we zijn op de bus gestapt
Term
Hava dün hiç güneşli değildi.
Bugünse çok güneşli.
 Definition
Het weer was gisteren helemaal niet zonnig. Vandaag echter is het heel zonnig.
Term
ev boştu
 Definition
het huis was leeg
Term
geç kaldım, çünkü tren rötarlıydı
 Definition
ik ben (was) te laat, want de trein had vertraging
Term
Hava soğuktu. Bu yüzden evde kaldık.
 Definition
Het was koud. Daarom zijn we thuis gebleven.
Term
Seni tanımıyorum. Adı ne?
 Definition
Ik ken jou niet. Hoe heet je (wat is je naam)?
Term
Nerelisin?
Den Boschluyum.
 Definition
Waar kom je vandaan?
Ik kom uit Den Bosch.
Term
İki şey sana göstermek istiyorum.
Nasıl şey?
Bu fotokopilere iyi bak. Doğru söyle, ne görüyorsun?
 Definition
Ik wil jou twee dingen laten zien.
Wat voor dingen?
Bekijk deze fotokopieën goed. Zeg eerlijk, wat zie je?
Term
Bu hediyeyi kime aldın?
Size aldım.
 Definition
Voor wie heb je dit cadeau gekocht?
(Ik heb het) voor u gekocht.
Supporting users have an ad free experience!