Term
|
Definition
Bestudeert de relatie tussen individu en samenleving |
|
|
Term
|
Definition
Hierbij stelt men zich de vraag wat er zou gebeurd zijn indien dit of dat niet zou hebben plaatsgevonden. |
|
|
Term
|
Definition
Het geheel van motorische en cognitieve activiteiten waardoor de mens zich aanpast aan zijn/haar omgeving. Iedere actie of reactie vh individu. |
|
|
Term
|
Definition
Het proces van wederzijdse beïnvloeding tussen personen of sociale eenheden, dat plaatsgrijpt door middel van gedrag met een symbolische betekenis. Het geslaagd onderling op elkaar afstemmen van ‘opdat’-en ‘omdat’-motieven. WEDERKERIG |
|
|
Term
|
Definition
Het geheel van gemeenschappelijke betekenissen die we aan het gedrag v/e ander en aan ons eigen gedrag geven. Het antwoord op de overlevingseisen die fysieke omgevingen stellen aan menselijke samenlevingen en zo het menselijke, lichamelijke handelen vorm geeft. Cultuur omvat alles wat door de mens in de loop der tijden werd verworven: waarden, normen, kennis, ideeën, technieken, materiële producten en kunstvoorwerpen. |
|
|
Term
|
Definition
Het geheel van posities van actoren en de vorm van interacties en relaties tussen die actoren. |
|
|
Term
|
Definition
Gedrag met doelgerichtheid. NIET WEDERKERIG |
|
|
Term
Sociaal handelen (Sociale handelings typologie) |
|
Definition
Alle menselijk gedrag waaraan door de actor een subjectieve betekenis wordt gegeven en dat volgens zijn/haar bedoeling gericht is op het gedrag van anderen en erdoor wordt bepaald. (Weber) |
|
|
Term
Instrumenteel rationeel handelen |
|
Definition
Sociaal handelen dat bepaald wordt door efficiëntieverwachtingen die een actor heeft in een handelingssituatie: welke middelen zijn het meest geschikt om een bepaald doel te bereiken? (Weber) |
|
|
Term
|
Definition
Objecten/mensen die voorwaarden bepalen waaronder tot doelrealisatie overgegaan kan worden. |
|
|
Term
|
Definition
Objecten/mensen die faciliterend werken. |
|
|
Term
Waarde rationeel handelen |
|
Definition
Sociaal handelen waarbij het bewuste geloof in ultieme waarden centraal staat, los van enige doelrealisatie. (Weber) |
|
|
Term
|
Definition
Sociaal handelen gedreven door of gebaseerd op affecten, gevoelens en/of emoties. (Weber) |
|
|
Term
|
Definition
Sociaal handelen dat volgt uit sociaal in gewortelde handelingsgewoontes (Weber) |
|
|
Term
Reflexief handelen (reflexiviteit) |
|
Definition
Overheersend handelingskenmerk in laatmoderne samenlevingen gekenmerkt door stoppen, denken en kiezen; staat in tegenstelling tot traditioneel handelen. (Giddens) |
|
|
Term
|
Definition
Motief dat er op wijst dat iemand iets wil realiseren en zich daar min of meer bewust mentaal op voorbereidt. (Schütz) |
|
|
Term
|
Definition
Motief dat er op wijst dat iemand reageert op het ‘opdat’-motief v/e ander. (Schütz) |
|
|
Term
|
Definition
Het inlossen vd normatieve verwachtingen vh maatschappelijke leven. |
|
|
Term
|
Definition
Interactie die verloopt volgens de betekenis die beide partners aan de interactie vastknopen. |
|
|
Term
|
Definition
Gedrag dat regels, normen of verwachtingen vd leden vd sociale groep schendt en waarop met afkeuring of straf gereageerd wordt. |
|
|
Term
|
Definition
Het samen verwezenlijken v/e vooraf aanvaard gemeenschappelijk doel. |
|
|
Term
|
Definition
Interactie die door objectieve of subjectieve tegenstellingen wordt gekenmerkt, tegenstellingen die het gevolg zijn v/e ongelijke controle over schaarse elementen. |
|
|
Term
|
Definition
Sociale ruil waarbij het profijt vd ene, de kost vd ander is en omgekeerd. |
|
|
Term
|
Definition
Gedeelde betekenis die mensen aan het handelen en de objecten uit hun omgeving toekennen. De gedeelde betekenis wordt geformaliseerd in waarden, normen, overtuigingen en wetten. |
|
|
Term
|
Definition
Verschillende posities, waarbij er rijken en armen, bezitters en niet- bezitters, machtigen en machtelozen zijn. Geheel van posities van actoren en de vorm van de interacties en relaties tussen die actoren, zoals specialisatie, centralisatie, conflict, samenw… |
|
|
Term
|
Definition
Het bestaan van stabiele patronen van handelen en interactie. |
|
|
Term
|
Definition
Verandering die objectief waarneembare gevolgen heeft voor de sociale structuur en de cultuur v/e maatschappij. |
|
|
Term
|
Definition
Analyse van structurele en culturele context bij het verklaren van interacties en gedrag. Tijd en ruimte overstegen. Algemene cultuur (normen en waarden, betekenis interacties…) Algemene structuur (sociale relaties: posities, statussen, rollen…) |
|
|
Term
|
Definition
Poging tot het verklaren van fenomenen uit het verleden. Tijd en ruimte specifiek/gebonden. Bronnenonderzoek. |
|
|
Term
|
Definition
Wetenschap die de verscheidenheid aan menselijke leefvormen bestudeert. Cultuurspecifiek/gebonden (comparatief: interacties tss culturen) Veldwerk. |
|
|
Term
|
Definition
Studie van groepen en de interactie tussen individuen. |
|
|
Term
|
Definition
Studie van grotere sociale eenheden. |
|
|
Term
|
Definition
Nagaan hoe variaties in fysiologische eigenschappen, hormonale processen en biogenetische factoren gepaard gaan met variaties in gedrag. |
|
|
Term
|
Definition
Benadering van gedrag via de studie van interne mechanismen (gedrag = weerspiegeling van cognitieve en emotionele processen die ‘van binnen uit’ het gedrag bepalen). |
|
|
Term
|
Definition
Studie van attitudevorming en –verandering (attitude = houding tov anderen) = wisselwerking intra- en inter-individuele |
|
|
Term
|
Definition
Interetnische contacten leiden tot een vermindering van vooroordelen. |
|
|
Term
|
Definition
Wetenschap die sociaal handelen verklaart vanuit een evolutionair perspectief. Hierbij wordt het effect van biologische evolutieprocessen op het menselijke gedrag en handelen nagegaan. |
|
|
Term
|
Definition
Het verklaren van interacties vertrekkende van biologische kenmerken of factoren. |
|
|
Term
|
Definition
‘Mentale vangnetten’ die sociologen in staat stellen bepaalde aspecten uit de werkelijkheid te belichten. |
|
|
Term
|
Definition
Algemene regels ter verklaring v/h sociale leven meerdere situaties tegelijk verklaren. |
|
|
Term
|
Definition
Geen allesomvattende eengemaakte theorie die deelaspecten uit het sociale leven kan verklaren. Vb. De sociale contracttheorie. Kan toegepast worden in versch. contexten op versch. groepen. |
|
|
Term
|
Definition
Wet. gegevens die bestaan uit cijfermateriaal en die meestal verwerkt worden mbv statistische methodes. |
|
|
Term
|
Definition
Wet. gegevens die niet bestaan uit cijfermateriaal en die meestal verzameld worden door observatie, beschrijving en interpretatie van menselijk gedrag. |
|
|
Term
|
Definition
Voortbouwen op resultaten van voorgaand onderzoek. |
|
|
Term
|
Definition
Studie die de beschikbare onderzoeksliteratuur over een bepaald onderwerp kritisch en synthetisch samenvat. |
|
|
Term
Verifieerbare rapportering |
|
Definition
Berichtgeving over onderzoek via wet. artikel . |
|
|
Term
|
Definition
Wetenschappelijke beoordeling door 3 andere specialisten, onderzoekers (collega’s). |
|
|
Term
|
Definition
Bondige omschrijving vh eigenlijke onderwerp vd studie die tegelijkertijd het onderwerp in het geheel vd kennis plaatst. |
|
|
Term
|
Definition
Sociologische benadering waarin de methodologie vd natuurwetenschap gebruikt wordt om tot geldige wetenschappelijke kennis te komen, waarin kennis gebaseerd moet zijn op ervaring, en feiten en waarden strikt gescheiden moeten zijn. Comte en Durkheim = positivistische grondleggers vd sociologie. |
|
|
Term
|
Definition
Schematische beschrijving van (deel van) de wereld reductie van complexiteit ob theoretisch relevantie en spaarzaamheid. |
|
|
Term
Model (theoretisch model) |
|
Definition
Schematische voorstelling van (een deel van) de wereld, waarbij verbanden worden gelegd tussen een aantal fenomenen (doel= op beknopte, overzichtelijke manier inzicht bieden in functioneren vd wereld). |
|
|
Term
|
Definition
Een veranderlijke is een kenmerk v/e populatie die verschillende waarden kan aannemen. Variabelen meten een sociale constructie op een manier die het mogelijk maakt statistische analyses uit te voeren. |
|
|
Term
|
Definition
Wat men wil meten/verklaren. |
|
|
Term
|
Definition
Wat men beïnvloed: heeft invloed op de AV en kan deze mss verklaren. OV AV = causaal verband. |
|
|
Term
|
Definition
Verband tussen 2 klassen gebeurtenissen waarbij gebeurtenissen vd 1ste soort leiden tot gebeurtenissen vd 2de soort omdat de 1ste soort een noodzakelijke en/of voldoende oorzaak vormt voor het gebeuren vd 2de soort. |
|
|
Term
|
Definition
Omvormen v/e abstract en theoretisch concept in iets concreet, waarneembaar en meetbaar. |
|
|
Term
|
Definition
Samenhang tussen kenmerken, variabelen. |
|
|
Term
‘Verstehende’/interpretatieve sociologie |
|
Definition
Sociologie die door “interpreterend begrijpen” probeert te achterhalen welke betekenissen personen geven aan hun handelingen en aan de interactie- of sociale processen waarin ze betrokken zijn. |
|
|
Term
|
Definition
Mate van gevoeligheid voor specifieke situatie waarin mensen en groepen zich bevinden. |
|
|
Term
Reïficatie (van concepten) |
|
Definition
Door de onderzoeker geconstrueerde hulpmiddelen om de interpretatie vd wereld te vergemakkelijken. |
|
|
Term
|
Definition
Juiste waarschijnlijkheidsuitspraak mbt oorzaak-gevolg relaties, obv veralgemening van ervaringen. (Weber) |
|
|
Term
|
Definition
Overeenstemming met onze gewoonlijke denk- en voelpatronen; als zinvol ervaren. |
|
|
Term
|
Definition
Sociologisch onderzoek dat niet beïnvloed wordt door de waarden waar de socioloog – als mens – in gelooft volgen van wet. regels. |
|
|
Term
|
Definition
Sociologisch onderzoek dat beïnvloedt wordt door de voorkeuren, zelfs de waarden vd onderzoekers, al zijn die zich daar niet altijd van bewust (waarden bepalen keuze van onderwerpen) |
|
|
Term
|
Definition
Een Duitse groep sociale wetenschappers. Wetenschappelijk gemotiveerde kritische maatschappijvisie. 2 visiepunten op de maatschappij - 1. Geen scheiding tussen theorie en praktijk - 2. Maatschappelijk engagement |
|
|
Term
|
Definition
Een Amerikaanse groep sociale wetenschappers. - 1. Een socioloog kan nooit een vrijblijvende houding aannemen. - 2. Een zogezegde neutrale socioloog ondersteunt de bestaande sociale verhoudingen (conservatief). |
|
|
Term
|
Definition
• Een probleem opgeworpen door de sociologie als wetenschap. • Een fundamenteel probleem • Heeft betrekking op een specifiek probleem binnen de sociologie als wetenschap. • Bv: Wat is de relatie tussen structuur en agency? (of concreter: hoe kan je de handelingscapaciteit van individuen binnen sociale structuren verklaren?) • Het gaat om problemen die sociologen interessant vinden, maar waarbij ze er niet naar streven om die kennis ook toe te passen of zich afvragen wat de maatschappelijke relevantie ervan is. |
|
|
Term
|
Definition
• Een sociaal probleem spruit voort uit de werking vd maatschappij. • Een toegepast of beleidsrelevant probleem. • Een reëel maatschappelijk probleem waarvoor de samenleving ook oplossingen voor zoekt. |
|
|
Term
|
Definition
Het toepassen van sociologische kennis om individuele of sociale probleemstellingen op te lossen (gericht op concrete interventie in individuele cases). |
|
|