Term
|
Definition
Psychologen die de beperkingen van menselijke prestaties onderzoeken. Hun 2 grote onderzoeksgebieden betreffen selectieve aandacht en verdeelde aandacht. In het eerste geval onderzoekt men hoe goed personen zich op 1 informatiebron kunnen concentreren en afleiders negeren. In het 2e geval onderzoekt men hoe goed personen meerdere taken tegelijk kunnen uitvoeren |
|
|
Term
|
Definition
sensaties, herinneringen, emoties |
|
|
Term
|
Definition
dit verwijst naar het proces waarbij 1 boodschap uit de omgeving geselecteerd wordt voor bewuste verwerking en de andere boodschappen onderdruk worden. Selectieve aandacht speelt een kritische rol in nagenoeg alle aspecten van de perceptie, cognitie en de actie. |
|
|
Term
|
Definition
Het kunne volgens van een gesprek zonder in de war te raken door andere gesprekken op de actergrond |
|
|
Term
Filtertheorie (Broadbent) |
|
Definition
volgens deze theorie bestond er een filter tussen het sensorische geheugen, dat zorgt voor de gewaarwording van stimuli, en het kortetermijngeheugen, dat verantwoordelijk is voor de bewuste waarneming en de manipulatie van stimuli
Het sensorische geheugen had een vrijwel onbeperkte capaciteit en hield gedurende korte tijd alle informatie vast die de zintuigen bereikte. Het kortetermijngeheugen selecteerde een signaal uit het sensorische systeem oor verdere bewuste verwerking op basis van de behoefte aan informatie bij de individu op dat moment. |
|
|
Term
Aandachtstheorie met vroege selectie |
|
Definition
Het wegfilteren van de gewaarwording nog voordat de informatie verwerkt is. |
|
|
Term
Welke 3 verschillende verklaringen zijn voorgesteld om "lekken" in de selectieve aandacht filter te verklaren? |
|
Definition
- Broadbent zelf suggereerde dat dergelijke lekken ontstaan doordat een luisteraar op geregelde momenten de filter even verplaatst naar een ander sensorische kanaal om daar informatie op te doen.
- De woorden woorden uit een ander gesprek niet weggefilterd worden op het sensorische niveau, maar onbewust waargenomen worden. zie aandachtstheorie met late selectie
- attenuatietheorie (Treisman) Zie ander kaartje |
|
|
Term
aandachtstheorie met late selectie |
|
Definition
Als de signalen uit de omgeving onderbewust geïdentificeerd kunnen worden, dan betekent dit dat de informatie niet gefilterd wordt op het sensorisch niveau , maar dat de aandacht op een later punt in de sequentie van de perceptuele processen ingrijpt |
|
|
Term
Attenuatieetheorie (Treisman) |
|
Definition
Deze theorie stelt net als de filtertheorie dat aandacht een vroege rol speelt bij de perceptuele verwerking, maar dat de filter de signalen enkel verzwakt bij hun overgang van het sensorische geheugen naar het kortetermijngeheugen en ze niet volledig blokkeert.
Recent onderzoek heeft aangetoond dat deze theorie wellicht de beste verklaring biedt voor de werking van de selectieve aandacht |
|
|
Term
feature-integration theory kenmerkintegratie-theorie
Treisman&Gelade |
|
Definition
Selectieve aandacht is nodig om de verschillende kenmerken van voorwerpen samen te voegen tot een kenmerkenlijst die gebruikt kan worden voor patroonherkenning. |
|
|
Term
Zoektocht naar 1 kenmerk
Neisser |
|
Definition
Dit gebeurt snel en wordt nagenoeg niet beïnvloed door het aantal items in het dislpay |
|
|
Term
zoektocht naar een conjunctie (verbinding) van kenmerken |
|
Definition
vergt meer aandacht en duurt langer |
|
|
Term
In welke 2 stadia verloopt het visuele perceptie |
|
Definition
Het eerste stadium omvat de detectie van kenmerken. Dit stadium gebeurt automatisch en parallel over het hele visuele veld. Wanneer een stimulus van alle andere stimuli verschilt op basis van 1 enkel kenmerk dan zal die stimulus de display springen, ongeacht waar hij zich bevindt. Men spreekt dan over een " pop" -out effect dat veroorzaakt wordt door een preattentief proces (een proces dat plaatsvindt voordat de aandacht een rol speelt)
in het tweede stadium worden de verschillen kenmerken van een stimulus geïntegreerd tot een geheel. Dit is een proces dat energie vereist, serieel verloopt ( het ene voorwerp wordt na het andere verwerkt) en het selectieve aandacht nodig heeft. Omdat de afleiders kenmerken gemeen hebben met de doelletter, dwingen ze je om uit te kijken naar de unieke combinatie van kenmerken. Dit vereist een vorm van verwerking, waarbij selectieve aandacht nodig is om de kenmerken aan elkaar te binden |
|
|
Term
Wat verklaart de aandachtstheorie van Treisman en Gelade? |
|
Definition
Hoe voorwerpen de aandacht nar zich toe trekken en hoe kenmerken door aandachtsprocessen gegroepeerd worden. Het preattentieve systeem stuurt het aandachtssysteem naar plaatse met relevante of veranderende informatie, zodat het aandachtssysteem zich op deze belangrijke plaatsen kan richten, er de kenmerken van kan combineren en bijkomende details eruit kan extraheren |
|
|
Term
welke 2 metaforen worden gebruikt om de werking van de selectieve aandacht te begrijpen? |
|
Definition
- De zaklantaarn die je op verschillende plaatsen in je visuele veld richt
- Een camera met een zoomlens kan op de volledige scene gericht worden of geconcentreerd op een detail |
|
|
Term
Bottom-up vs top-down conrole van de aandacht |
|
Definition
Er zijn 2 manieren waarop de aandacht gericht kan worden:
Bij top-down (of endogene) controle bepaalt onze geest waar we onze aandacht op richten Bij bottom-up (of exogene) controle wordt onze aandacht gevangen door een gebeurtenis in de omgeving
Wij kunnen alleen maar bepalen waar we onze aandacht op richten als er geen bottom-up prikkels zijn die onze aandacht eisen.
exogene prikkels blijken enkel de overhand te hebben wanneer hun eigenschappen overeenstemmen met eigenschappen waar de proefpersonen naar op zoek zijn |
|
|
Term
|
Definition
Bij negatieve priming is de verwerking van een stimulus moeilijker wnneer een voordien een gerelateerde stimulus aangeboden werd dan wanneer voordien een neutrale stimulus aangeboden werd |
|
|
Term
terugkeerinhibitie
inhibitie = remming/onderdrukking |
|
Definition
selectieve aandacht bestaat niet alleen bij het selecteren van de relevante stimulus maar ook uit het onderdrukken van irrelevante stimuli
indien we dit mechanisme niet bestond zouden we constant teruggaan naar de plaats met de hoogste aantrekkingskracht |
|
|
Term
|
Definition
Het feit dat we niet alles in onze beweging bewust opnemen, betekent dat we sommige aspecten uit onze omgeving niet zullen opmerken. dus zullen we blind zijn voor een aantal veranderingen |
|
|
Term
|
Definition
Situaties waarin we verschillende taken tegelijk uitvoeren |
|
|
Term
|
Definition
Studies waar proefpersonen 2 taken samen te laten uitvoeren en te kijken of de 1e taak beïnvloed wordt door de 2e taak. Zij stellen psychologen in staat om te bestuderen welke capaciteitslimiet een individu heeft en hoeveel energie het komst om van de ene taak naar de andere taak te wisselen |
|
|
Term
Uit onderzoek blijkt dat de interferentie van de 2e taak op de 1e taak afhangt van een hoop variabelen. Welke? |
|
Definition
- De gelijkheid van taken. Sterk op elkaar lijkende taken interfereren meer
- het feit of de de 2e taak een beroep doet op hetzelfde of een ander zintuig. We kunnen namelijk beter een auditatieve en een visuele taak samen uitvoeren dan 2 visuele taken.
- Hoeveell beschikbare middelen elke taak nodig heet om correct uitgevoerd te worden ( het is gemakkelijker om een 2e taak uit te voeren wanneer de 1e taak niet al te veel inspanning-aandacht- vergt; hoe meer aandacht de eerste taak nodig heet, hoe groter het interferentie-effect voor de 2e taak zal zijn |
|
|
Term
|
Definition
Deze staan onder bewuste controle, vergen mentale inspanning, kunnen gemakkelijk onderbroken worden en zijn relatief traag |
|
|
Term
|
Definition
Deze gebeuren snel, onder bewuste aandacht en op een manier moeilijk te onderbreken valt. Omdat automatische processen geen (of weinig) aandacht vergen, kunnen ze gemakkelijk gecombineerd worden met andere taken |
|
|
Term
Welke belangrijke theorie werd door Logan (1988) voorgesteld over hoe de overgang van gecontroleerd naar automatisch verloopt? |
|
Definition
Volgens hem worden al onze ervaringen in ons geheugen opgeslagen en hoe meer herinneringen we over een bepaald proces hebben, hoe vlugger we zo'n herinnering kunnen oproepen en gebruiken |
|
|
Term
welk andere verklaring voor het verschil tussen automatische en gecontroleerde processen werd voorgesteld door Norman en Shallice? |
|
Definition
Volgens hen hebben we schema's voor vaak voorkomende taken. Deze schema's worden uit het geheugen opgeroepen en leiden tot een automatische, stereotiepe uitvoering van de taken. Omdat dergelijke automatische processen echter tot catastrofe kunnen leiden als ze volledig aan hun lot worden overgelaten, is er een soort controleproces nodig dat ingrijpt wanneer een schema in conflict komt met een a nader schema dat geactiveerd wordt door omgevingsinformatie ( door veranderde prioriteiten van de persoon). Dit systeem, dat een beroep doet op de aandacht, is ook nodig om nieuwe schema's aan te maken en te verfijnen, om fouten in de schema's te detecteren, en om er voor te zorgen dat het juiste schema gekozen wordt. Telkens als het controlesysteemm tussen beiden moet komen, hebben we maken met een gecontroleerd proces |
|
|
Term
|
Definition
Zo genoemd door Ridley Stroop
Dit is de meest gebruikte taak om zien of een proces automatisch verloopt.
Bij deze taak moeten proefpersonen zsm een reeks van kleuren hardop benoemen. In de 1e conditie zeggen ze welke de kleuren zijn van een rij balkjes. In de 2e conditie zeggen ze welke de kleuren zijn van een rij neutrale woorden. In de 3e experimentele, conditie moeten ze eveneens de kleuren van de woorden benoemen, maar deze de woorden kleurnamen, die naar een andere kleur verwijzen dan de inktkleur die benoemd moeten worden |
|
|
Term
Wat is een ander kenmerk van de Strooptaak? |
|
Definition
Een ander kenmerk van de Strooptaak is dat de interferentie asymmetrisch is: Het effect is heel wat kleiner als men de woorden hardop moet lezen. Dit is evidentie voor het feit dat het lezen van woorden automatischer gaat dan het benoemen van kleuren. |
|
|
Term
Waarom is de Strooptaak een veel gebruikte paradigma in de psychologie? |
|
Definition
Omdat ze aangeeft onder welke omstandigheden de selectieve aandacht faalt. |
|
|
Term
|
Definition
Onderzoek heeft aangetoond dat het veranderen van taak omschakelingskosten met zich meebrengt. Deze omschakelingskosten worden veroorzaakt doordat men enerzijds de gedragsparameters voor de nieuwe taak moet activeren, maar ook doordat men die van de vorige taak moet onderdrukken |
|
|
Term
Wat is het verschil tussen ontwikkelingsstoornissen en verworven stoornissen? |
|
Definition
Bij een ontwikkelingsstoornis ontwikkelt de aandacht zich niet normaal. De meest bekende is ADHD. Bij een verworven stoornis heeft men aandachtsproblemen ten gevolge van een trauma aan de hersenen |
|
|
Term
|
Definition
Attention-deficit hyperactivity disorder
Dit is een ernstige ontwikkelingsstoornis die gekenmerkt wordt door hyperactiviteit, aandachtstekort en impulsiviteit. Het is 1 van de meest voorkomende kinderpsychiatrische stoornissen met ee prevalentie van 3-5% bij kinderen van 4 tot 12 jaar.
Bij jongens komt de diagnose 2 tot 4 maal vaker voor dan bij meisjes. Dit zou kunnen komen doordat de hyperactiviteit en de agressiviteit minder vaak tot uiting komt bij meisjes (er is evidentie dat het aandachtstekort ook alleen kan optreden, zonder de hyperactiviteit |
|
|
Term
Door welke invloeden kan adhd ontstaan? |
|
Definition
- Genetische component in gevoeligheid voor ADHD (30%) - factoren bij zwangerschap en geboorte zoals gebruik van tabak, alcohol en drugs, stress, problemen bij de geboorte en herseninfecties - sommige denken dat de symptomen verergerd worden door allergieën en voedselintoleranties |
|
|
Term
|
Definition
Het feit dat een patiënt na een beroerte geen aandacht meer besteedt aan stimuli uit de helft van de omgeving
DIt kan voorkomen bij schade aan de parietale lob in de rechterhemisfeer |
|
|
Term
Wanneer kan men van bewustzijn spreken? |
|
Definition
Een persoon moet minimaal een subjectieve ervaring hebben van een stimulus of een interne toestand om van bewustzijn te kunnen spreken |
|
|
Term
Uit welke kenmerken bestaat bewustzijn volgens Valentine? |
|
Definition
- Een bewuste ervaring is een privé-aangelegenheid
- Deze ervaring kan bestaan uit een combinatie van verschillende zintuigen (visueel, auditief)
-De ervaring bevat de resultaten van denkprocessen, niet van processen zelf
-De ervaring verandert voortdurend |
|
|
Term
Uit welke 3 vormen van onbewuste processen wordt er gewoonlijk onderscheid gemaakt, die op een continuüm van meer tot minder bewust ligt? |
|
Definition
Aan de ene kant van het continuüm zijn er de fysiologische processen waar we ons helemaal niet van bewust zijn. Deze heten: De niet-bewuste processen.
Aan de andere kant van het continuüm zijn er de gedachten en herinneringen waar we op een bepaald moment niet aan denken, maar die we gemakkelijk uit ons langetermijngeheugen in het bewustzijn kunnen oproepen. Informatie waar we ons niet bewust van zijn maar wel gemakkelijk kunnen oproepen bevindt zich in het zgn: Voorbewuste
Tot slot zijn er de onbewuste processen. Deze liggen tussen het niet-bewuste en het voorbewuste. Deze processen zijn moeilijk in het bewustzijn te brengen, maar beïnvloeden wel de werking ervan. |
|
|
Term
Subliminale perceptie perceptie onder de drempel (limen is latijns voor het bewustzijn) |
|
Definition
Stimuli die het gedrag beïnvloeden zonder dat ze bewust waargenomen worden |
|
|
Term
semantische priming
(semantisch = mbt de betekenis van woorden of deze bepaled) |
|
Definition
Hierbij herkent de proefpersoon een doelwoord sneller als het volgt een semantisch gerelateerd woord (prime) dan als het volgt op een niet-gerelateerd, neutraal woord. |
|
|
Term
|
Definition
Dit zijn patiënten die tengevolge van een hersenletsel in de primaire visuele cortex niet meer in staat zijn om stimuli in een groot deel van hun visuele veld bewust waar te nemen |
|
|
Term
Circadiaanse ritme
(Latijns voor circa een dag) |
|
Definition
|
|
Term
Waar staat de circadiaans ritme onder? |
|
Definition
Deze staat onder controle van de nucleus suprachiasmaticus, een kern in de hypothalmus, die een interne, biologische klok vormt. |
|
|
Term
Waardoor ordt de de nucleus suprachiasmaticus beinvloedt? |
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
Deze detecteert de bewegingen van de oogbol |
|
|
Term
Wat zijn Alfagolven? Wat zijn Betagolven? |
|
Definition
Alfagolf (8-12hz) is een tragere, regelmatigere golf in rust rusttoestand. Ze worden wel regelmatig groter. Dit komt doordat in rusttoestand veel neuronen samen vuren. Wanneer we informatie aan het verwerken zijn, dan beginnen de neuronen te desynchroniseren, omdat ze reageren op specifieke stimuli, gedacht of gevoelens en vuren niet meer samen met andere neuronen om zich heen.
Betagolf (13-30hz) is een onregelmatige signalen met een hoge frequentie en een lage amplitude die ontstaat als iemand alert en actief is ergo waaktoestand. |
|
|
Term
Welke 5 verschillende slaapstadia zijn er? |
|
Definition
Stadium 1: Het EEG bestaat uit alfagolven, waarin thetagolven voorkomen. Deze laatste zijn golven met een frequentie van 3-7 hz en een iets grotere amplitude dan alfagolven. De persoon voelt ich doezelig en de ogen vallen toe (ze worden nog wel zo nu en dan geopend). De spierspanning en de temperatuur verlagen en het hart gaat trager
Stadium 2: Het EEG wordt onregelmtiger en bestaat uit een opeenvolging van thetagolven, slaapspoelen, en K-complexen. Slaapspoelen zijn een korte sequentie van golven van 12-14hz, die zo'n 2 a 5 maal per minuut voorkomen (meer bij jongeren dan bij ouderen). De functie ervan is nog niet helemaal duidelijk, maar men vermoedt dat ze iets te maken hebben met een mechanisme om de persoon in slaap te houden. K-complexen zijn plotselinge grote golfbewegingen in de elektrische activiteit; ze komen gemiddeld 1x per minuut voor
Stadium 3:De persoon is dieper in slaap en men ziet deltagolven in het EEG. Dit zijn golven met een heel groot amplitude en een lage frequentie (minder dan 3 hz) Ze geven aan dat veel cellen in de hersenen samen vuren.
Stadium 4: Dit stadium bestaat voor het grootste deel uit deltagolven. Het wordt de diepe slaap genoemd of de slow -wave sleep
Stadium 4: REM-slaap: Het EEG vertoont een sterk verhoogde activiteit met theta- alfa- en betagolven. Tegelijk stelt men vast dat de ogen snel bewegen onder de ooglede (kan men zien aan het EOG). Dit is trouwens de oorsprong van de naam (Rapid Eye Movement sleep). Interessant is verder dat men op dit moment activiteit vaststelt in de lichaamsspieren van de persoon. Het lijkt alsof hij/zij verlamd is. Ondanks de hoge activiteit in de hersenen, is het extra moeilijk om iemand in dit stadium te wekken. Daarom wordt de REM-slaap soms ook de paradoxale slaap genoemd (Het is moeilijker iemand te wekken, terwijl de hersenen toch heel actief zijn |
|
|
Term
|
Definition
De eerste reden is dat slaap een herstellende functie heeft. Tijdens de slaap kunnen stoffen opnieuw aangevuld worden die we verbruikt hebben toen we wakker waren. Volgens Hobson vullen de neuronen serotonine en noradrenaline de neurotransmitters 's nachts aan. Een andere herstellende functie die aan slaap toegewezen wordt is de consolidatie en verdere verwerking van verwerking an informatie die we overdag opgenomen hebben. Dit zou vooral tijdens de REM-slaap gebeuren met haar verhoogde neurale activiteit. Tijdens deze fase zouden nieuw gevormde connecties in de hersenen versterkt worden, zodat de geheugensporen zich consolideren (Maquet et al. nieuw geleerde bewegingen die groote activiteit hadden in de hersenen tijdens het leren hadden dat 's nachts ook)
Een tweede reden is dat het evolutionair bepaald is. Mensen hebben 6-9 uur slaap per nacht nodig. Niet alleen vanwege de herstellende functie, maar ook omdat de evolutie individuen geselecteerd heeft die zich konen stilhouden 's nachts. De nachten zijn koud en de menselijke ogen zien slecht in het donker. Daarom hadden onze voorouders een grotere overlevings- en reproductiekans als ze thuisbleven en dicht bij elkaar sliepen |
|
|
Term
|
Definition
Te kort aan slaap
slaaploosheid lijkt een beveiligend effect te hebben: mensen met episodes van slapeloosheid die geen slaapillen nemen, leven gemiddeld langer dan mensen zonder deze episode |
|
|
Term
|
Definition
Het krijgen van onbedwingbare slaapneigingen
De oorzaak wordt in verband gebracht met een tekort aan de neurotransmitter hypocretine in de hypothalmus. |
|
|
Term
Dromen wat is de manifeste inhoud wat is de latente inhoud |
|
Definition
manifeste: wat men zich herinnert latente: de wensvervulling waar het om gaat |
|
|
Term
Welke mechanisme kan je, volgens Freud, toepassen om een vervormingproces bloot te leggen bij dromen
De activatiesynthesetheorie |
|
Definition
Verplaatsing: een element uit de droom wordt vervangen door een ander
Regressie: gedachten kom tot uiting in percepties
condensatie: een beeld in de droom staat voor verschillende onbewuste elementen |
|
|
Term
Wat zijn dromen volgens Hobson en McCarley? |
|
Definition
Dromen zijn een bijproduct van de activatie van de pons. Dromen zijn een dappere poging van de hogere hersencentra om de toevallige en conflicterende signalen te interpreteren |
|
|
Term
Welke problemen zijn er voor de activatiesynthesetheorie |
|
Definition
Een probleem voor deze theorie is dat nu duidelijk vaststaat dat dromen niet alleen in de REM-slaap voorkomen, zoals lange tijd werd gedacht. Wel lijken de REM dromen over het algemeen levendiger en emotioneler geladen te zijn dan de niet REM dromen
Een ander probleem voor deze theorie is dat dromen minder bizar en onsamenhangend zijn dan Hobson en McCarley beweerde. Het lijkt alsof de hersenen in dromen gewoon verder werken aan wat ze overdag aan het doen waren |
|
|
Term
Waarom hebben we ,volgens Revonsuo, dromen |
|
Definition
Dromen hebben een overlevingsvoordeel als het 's nachts vaardigheden oefent die van belang zijn voor het functioneren overdag. Revonsuo wees er op dat veel van onze dromen te maken hebben met bedreigende situaties. Misschien heet een deel van onze droomen te maken met het herhaald doorleven moeilijke situaties, zodat we beter gewapend zijn wanneer we er effectief mee geconfronteerd worden.
Probleem met deze verklaring is echter dat de meeste droominhouden niet lijken te passen in dit referentiekader. Weinig mensen hebben het gevoel dat ze vaardigheden inoefenen tijdens hun dromen. |
|
|
Term
Wat is naast waken en slapen een 3e bewustzijnstoestand? Hoe werd het aanvankelijk omschreven? |
|
Definition
Hypnose Deze werd omschreven als het induceren van een trance waarbij mensen instructies opvolgen die aan hen gegeven worden deze definitie wordt niet meer gebruikt binnen het wetenschappelijke onderzoek, omdat men geen objectieve tekenen voor trance kan vinden |
|
|
Term
Wat is de neodissociatieve theorie over hypnose? |
|
Definition
Volgens deze theorie wordt gedrag bepaald door een reeks van automatische subsystemen die stereotiepe gedragsequenties vertonen en die gecontroleerd worden een een " executief ego", een centrale controlestructuur die de subsystemen activeert en de gevolgen ervan verifieert |
|
|
Term
Welke 2 ideeën binnen de neodissociatieve theorie zijn er over de werking van hypnose? |
|
Definition
- Volgens de eerste hypothese zirgt hypnose voor en splitsing (dissociatie) tussen de automatische subsystemen en het executieve ego. Daardoor zijn de processen in de subsystemen niet meer toegankelijk voor de bewust ervaren denkprocessen (Hilgard)
Evidentie voor dissociatie werd gehaald uit het fenomeen dat Hilgard " verborgen observator" werd genoemd
De 2e hypothese stelt dat de egocontrole over de automatische subsystemen onder de hypnose opgeheven wordt en vervangen door de suggestie van hypnotiseur (Woody&Bowers) |
|
|
Term
Sociaal-cognitieve theorie |
|
Definition
De hypnotische sessie vormt een sterke sociale situatie waarin mensen een zeer grote situationele druk ondervinden om zich op een bepaalde manier te gedragen. Volgens deze theorie bevinden gehypnotiseerde personen zich helemaal niet in een andere bewustzijnstoestand, maar voelen zij zich geroepen om de hypnotiseur ter wille te zijn en gebruiken zij fantasiestrategieën om uit te voeren wat ze verondersteld worden om te doen
Evidentie voor deze theorie wordt gevonden in het feit dat men in veel situaties niet in staat is een onderscheid te maken tussen mensen die gehypnotiseerd zijn en mensen die gevraagd wordt om een hypnose te veinzen |
|
|
Term
Hypnotiseerbaarheid, hoe wordt dit gemeten? |
|
Definition
Dit wordt gemeten aan de hand van een schaal die uit verschillende suggesties bestaat. De score van een persoon wordt berekend op basis van het aantal suggesties waarop de persoon reageert onder hypnose.
Volgens Kirsch en Braffman is de hypnotiseerbaarheidsscore niets meer dan een score voor suggestibiliteit |
|
|
Term
Wat is 1 van de krachtigste effecten die aan hypnotische suggestie toegeschreven wordt? |
|
Definition
Pijnvermindering bij acute pijnsituaties |
|
|
Term
|
Definition
Dit is een techniek gebaseerd op de geheugenbevorderende procedures die wetenschappers vastgesteld hebben bij de studie van het geheugen. |
|
|
Term
Waar zijn de principes van het cognitieve interview op gebaseerd? |
|
Definition
- geheugensporen bestaan uit verschillende elementen, - geheugenaanwijzingen helpen om informatie op te roepen uit het geheugen - een geheugenspoor kan door verschillende aanwijzingen geactiveerd worden; informatie die niet toegankelijk is vanuit een bepaalde aanwijzingen, kan dit worden vanuit een andere |
|
|
Term
Wat kan samenvattend in verband met hypnose gesteld worden? |
|
Definition
- dat een aantal mensen voor hypnose vatbaar is
- dat deze mensen over het algemeen ook vatbaar zijn voor suggesties op andere vlakken - dat suggestie gebruikt kan worden in een aantal behandelingscontexten (bijv voor pijn)
- dat hypnose niet leidt tot betere herinneringen |
|
|
Term
|
Definition
Stoffen die een directe invloed heeft op de werking van de hersenen. Wanneer die met een verandering in de psychische toestand gepaard gaan spreken we van psychoactieve middelen
Sommige van deze middelen worden gebruikt om de ongemakken en mentale stoornissen te behandelen. |
|
|
Term
In welke 3 categorieën worden psychoactieve middelen onderverdeeld? |
|
Definition
- Kalmerende middelen; alcohol, opiumderivaten, slaappillen, tranquillizers. Deze geven aanleiding tot gevoelens van ontspanning en doezeligheid; men spreekt in dit verband van sedatief effect
- Opwekkende middelen; cafeïne, amfetamine, cocaïne, crack. Deze wekken een toestand van alertheid op en kunnen mensen een groter zelfvertrouwen geven
- Hallucinogene; cannabis, paddenstoelen, LSD. Deze lokken waanbeelden en hallucinaties uit en kunnen psychotische symptomen veroorzaken |
|
|
Term
Waarom hebben psychoactieve middelen effect op ons? |
|
Definition
Omdat ze inwerken op de communicatie tussen de neuronen Sommige middelen verhogen de impact van een neurotransmitter; andere verlagen die. Afhankelijk van de neurotransmitter die beïnvloed wordt verkrijgt men andere symptomen |
|
|