Term
|
Definition
instabiliteit interpersoonlijke relaties; instabiel zelfbeeld; dichotoom wereldbeeld; aantrekken en afstoten; dissociatief |
|
|
Term
Theatrale persoonlijkheid |
|
Definition
aandacht vragen; impressionistisch spreken; beschouwt relaties als meer intiem; theatraal emoties uiten |
|
|
Term
Narcistische persoonlijkheid |
|
Definition
grootheidsgevoelens, gebrek aan empathie; behoefte bewondering |
|
|
Term
Ontwijkende persoonlijkheid |
|
Definition
geremdheid; overgevoelig negatieve kritiek; vrees afkeuring |
|
|
Term
Afhankelijke persoonljkheid |
|
Definition
angst om in de steek gelaten te worden; advies en steun bij alledaagse beslissingen; behoefte verzorgd te worden |
|
|
Term
|
Definition
orderlijkheid; libidineuze fixatie anale periode; perfectionistisch; bezig met details; koppig; niet delegeren; hamsteren |
|
|
Term
Selectie effecten persoonlijkheid |
|
Definition
persoonlijkheid beinvloedt omgeving & omgeving beinvloedt persoonlijkheid |
|
|
Term
|
Definition
vooroordelen; selffulfilling prophecy; zie-je-wel-isme |
|
|
Term
|
Definition
oplichten; doel heiligt middelen; splitting (mede- en tegenstander laten uitvechten) |
|
|
Term
|
Definition
gezondheids belemmerend/bevorderend gedrag beinvloedt relatie persoon & ziekte |
|
|
Term
|
Definition
persoonlijkheid modereert tussen stress en ziekte; persoonlijheidsfactoren beinvloeden de copingstijl |
|
|
Term
|
Definition
persoonlijkheid bepaalt copingstijl persoonlijkheid beinvloedt perceptie gbeurtenissen persoolijkheid beinvloedt blootstelling gebeurtenissen |
|
|
Term
|
Definition
onderliggende factoren beinvloeden ziekte en persoonlijkheid; neurotiscisme; depressie |
|
|
Term
|
Definition
gebeurtenis die stress veroorzaakt, incidenteel; veroorzaakt tegengenstrijdig gedrag (uitstellen); oncontroleerbare gebeurtenis |
|
|
Term
|
Definition
subjectieve gevoel veroorzaakt door stressoren |
|
|
Term
General Adaptation Syndrome |
|
Definition
Stressor --> alarm fase --> weerstandsfase () --> uiputting |
|
|
Term
|
Definition
peripheral nervous system reactions; hormoon uitscheiding |
|
|
Term
|
Definition
bovengemiddeld gebruik lichaamsbronnen; fight or flight is al uitgeschakeld |
|
|
Term
|
Definition
vatbaarheid voor ziekten; fysiologische bronnen zijn op |
|
|
Term
|
Definition
een gebeurtenis wordt gezien als dreiging voor persoonlijk doel |
|
|
Term
|
Definition
het gevoel de dreiging niet aan te kunnen; stress |
|
|
Term
Attributional coping style |
|
Definition
placing the blame internal vs external stable vs unstable global vs specific |
|
|
Term
Type A personality DIMENSION |
|
Definition
hostile; competitive; workaholic; in a hurry; overachieving; coronary heart disease |
|
|
Term
Type D personality DIMENSION |
|
Definition
de neiging negative emoties te ervaren; inhiberen uiting emoties |
|
|
Term
|
Definition
beperking sociale relaties dooe ongemak |
|
|
Term
|
Definition
aftandelijk in sociale relaties, beperken uiten emoties; geen behoefte aan sociaal contact |
|
|
Term
|
Definition
gebrek aan empathie; schenden andermans reachten; onverschillig |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
verwachting van onbeinvloedbaarheid |
|
|
Term
|
Definition
het vertouwen in eigen capaciteit; manier van gedragen bereiken uitkomst |
|
|
Term
Mastery goals (promotion vs prevention) |
|
Definition
gedachten over succes en falen beinvloeden mastery goals |
|
|
Term
|
Definition
attributies (over zelf; wereld; toekomst) --> automatisme --> depressie |
|
|
Term
Cognitieve model of depression (Beck) |
|
Definition
vroege ervaringen worden gereactiveerd op versheidene niveaus (cognitief, somatisch, affectief) |
|
|
Term
|
Definition
A (activating event) --> B (belief) --> C (consequences) --> D (dispute) --> E (effect) |
|
|
Term
Apraisal therapy (Wesseler & Hankin) |
|
Definition
Vertrouwdheid met situaties --> herleven situaties (ondanks negatief) |
|
|
Term
Pyschosociaal stadium Erikson (1) |
|
Definition
|
|
Term
Pyschosociaal stadium Erikson (2) |
|
Definition
Autonomie vs. schaamte & tijwel |
|
|
Term
Pyschosociaal stadium Erikson (3) |
|
Definition
|
|
Term
Pyschosociaal stadium Erikson (4) |
|
Definition
Competentie vs. minderwaardigheid |
|
|
Term
Pyschosociaal stadium Erikson (5) |
|
Definition
Identiteit vs. rolverwarring |
|
|
Term
Pyschosociaal stadium Erikson (6) |
|
Definition
|
|
Term
Pyschosociaal stadium Erikson (7) |
|
Definition
Generativiteit vs. stagnatie |
|
|
Term
Pyschosociaal stadium Erikson (8) |
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
liefde & waardering--> afhankelijkheid; onafhankelijk --> eenzaamheid; macht --> uitbuiting |
|
|
Term
|
Definition
Interne wensen en behoeften worden een mentale representatie die geprojecteerd wordt op objecten |
|
|