Term
|
Definition
een impliciete/expliciete door een organisatie gekozen koers gericht op de verwezenlijking van de door haar geformuleerde doelstellingen, rekening houdend met de LT afstemming tussen de eigen organisatie en de externe omgeving, gericht op het creëren van superieure, duurzame, onderscheidende waarde voor afnemers en andere stakeholders. |
|
|
Term
3 eisen voor een effectieve strategie |
|
Definition
1. Moet voldoende specifiek zijn en duidelijke heldere keuzes bevatten. Interne consistentie
2. Moet een goede aansluiting op de omgevingssituatie en de omgevingsontwikkelingen.
3. moet gelegitimeerd worden door de belangrijkste stakeholders. Zowel intern als extern. |
|
|
Term
Benaderingen van strategie |
|
Definition
1. Inhoudelijke benadering
2. Procesbenadering
3. Middelenbenadering |
|
|
Term
|
Definition
focust op de wijze waarop bedrijven in de markt opereren en concurreren. O.b.v. de overeenkomsten en de verschillen kunnen de aanbieders van een branche in meer of minder homogene clusters worden ingedeeld.
Tussen strategische groepen kunnen belangrijke prestatieverschillen bestaan enerzijds verklaard door omgevingsfactoren en anderzijds door de barrières die bestaan. |
|
|
Term
3 substromingen van de inhoudelijke benadering |
|
Definition
1. Industriële organisatie: verklaring voor het presteren wordt gezocht in de kenmerken van de omgeving waarin het bedrijf opereert.
2. Management benadering: nadruk op het strategisch gedrag van de onderneming. Welke strategie zijn effectief onder bepaalde omstandigheden.
3. Institutionele school: stelt dat de formale en informele instituties in de omgeving van een bedrijf bepalen wat het management doet. Dominant logic en industrial recipes. |
|
|
Term
procesbenadering van strategie |
|
Definition
Stelt dat het een sociaal proces is. Het is geen exact gegeven maar krijgt gaandeweg vorm, zowel in het strategiebesluitvormingsproces, als in de uitvoering daarvan. Wordt gekleurd door de achtergrond en de interesses van degenen die zich er mee bezighouden. Mintzberg met crafting strategy |
|
|
Term
Mintzberg Carfting strategy |
|
Definition
past onder de procesbenadering van strategie. Het gaat over de totstandkoming van strategie. Intended strategy= de door de onderneming geformuleerde plannen Realized strategy= het patroon in het feitelijke gedrag van de onderneming, geen exacte kopie van de plannen maar een mengsel van deliberate strategy en emergent strategy. |
|
|
Term
Middelenbenadering van strategie |
|
Definition
Gaat uit dat organisaties keuzes maken obv de unieke samenstelling van middelen waarover zij beschikken. Sluit aan bij resource-based view of the firm. Centraal is het herkennen van de middelen die de organisatie in staat stellen een duurzaam conucurrentievoordeeel in de markt te creeren. |
|
|
Term
|
Definition
= verschil tussen het geheel van voordelen die de klant in zijn eigen ontvangt en de kosten die zich daarvoor moet getroosten. |
|
|
Term
redenen voor een strategische doorlichting van een bedrijf |
|
Definition
- herziening van strategie, reactief opereren
- expansie op basis van ambitie, proactief opereren
- toetsing en evaluatie, strategische evolutie
- strategische heroriëntatie, strategische revolutie
Men gaat een beperkte of grote verandering doormaken door een manifeste of potentiele misfit. |
|
|
Term
strategisch marketingprobleem |
|
Definition
hierbij is een situatie waarbij de organisatie niet langer aansluit bij de veranderende omgeving, er is niet langer een fit. verwijst dus naar een acute of dreigende misfit tussen activiteiten en haar omgeving onder invloed van dde dynamiek tussen beide.
Dit door het in kaart brengen van symptomen. |
|
|
Term
|
Definition
is het analyseren van de externe omgeving, op zoek naar dreigingen en kansen. Dit kan door middel van: 1. afnemersanalyse (marktdefinitie, afnemersgroepen en segmentatie) 2. distributieanalyse 3. concurrentieanalyse (Porter 5 krachten model) 4. stakeholders en macro-omgevingsanalyse (DESTEMP) |
|
|
Term
|
Definition
Doel: domeinbepaling en marktdefinitie. Op basis van 3 dimensie gaan we de behoeften, de klangroepen en de alternatieve technologieën in kaart brengen.
Doelen: inzicht verkrijgen in de markt, manieren om te segmenteren, in de positie van het bedrijf in de markt en ten opzichte van de concurrenten, in alternatieve strategische ontwikkelingsrichtingen |
|
|
Term
|
Definition
=groep van bedrijven met substitueerbaar aanbod strategische groepen concurreren op dezelfde strategische kenmerken. |
|
|
Term
|
Definition
groep afnemers die gemeenschappelijke kenmerken vertonen en min of meer hetzelfde reageren op marketinginspanningen. |
|
|
Term
|
Definition
1. keuze en toepassing segmentatiecriteria
2. analyse van de segmenten
3. beoordeling aantrekkelijkheid segmenten |
|
|
Term
|
Definition
- identificeerbaar - meetbaar - van voldoende omvang - bereikbaar met marketinginstrumenten - homogeen - stabiel |
|
|
Term
|
Definition
Analyseert de klantwaarde, helpt om inzicht te krijgen in de behoeften van de afzonderlijke segmenten. Obv een analyse van aankoopmotieven/nagestreefde doelen van een aannemer. De achterliggende gedachte is dat de afnemer zoekt naar oplossingen voor zijn behoeften. Concrete attributen linken aan een abstract attribuut die een functionele consequentie met zich meebrengt en een psychosociale consequentie. Het heeft ook een instrumentele waarde en een eindwaarde. |
|
|
Term
evaluatie van het distributiekanaal door |
|
Definition
1. economische waarde: volume en toegevoegde waarde
2. waarde voor de doelgroep: bereik en imagocongruentie
3. samenwerkingsmogelijkheden en machtsverhoudingen |
|
|
Term
|
Definition
= aantal merkdistribuanten / aantal categoriedustribuanten |
|
|
Term
|
Definition
= categorieomzet merkdistribuanten / primaire vraag |
|
|
Term
|
Definition
= marktbereik/ distributiespreiding |
|
|
Term
5 krachtenmodel van Porter |
|
Definition
Het doel is om de structurele rentabiliteit van een markt te analyseren. Dit wordt vastgesteld op de grond van de invloed van aanbieders op de prijzen, hun kosten en de investering die bedrijven in een bedrijfstak moeten doen. Porter indentificeert 5 krachten die de winstgevendheid en aantrekkelijkheid van een bedrijfstak op lange termijn bepalen: 1. nieuwe toetreders (afhankelijk van toetredingsbarriéres) 2. rivaliteitsdeterminanten 3. determinanten van de positie van de leveranciers 4. determinanten van de positie van de koper 5. determinanten van substitutiedreiging
Concurrentie kan zowel vanuit de leverancierszijde, als vanuit de afnemerszijde ontstaan. Bij een stek krachtenveld is er een slechte rentabiliteit. |
|
|
Term
|
Definition
1. monopolie: 1 onderneming = bedrijfstak 2. oligopolie: enkele grote, dominante aanbieders 3. monopolistische concurrentie: groot aantal onderling gedifferentieerde ondernemingen 4. volledige mededinging: veel kleine aanbieders |
|
|
Term
|
Definition
Is een productportfolio model. Ze kijken naar 2 assen: het relatief marktaandeel en het groeipotentieel. Je hebt een star, een product met een hoog marktaandeel en veel groeipotentieel. De quetionmarks hebben een laag marktaandeel maar veel groeipotentieel. Dogs zijn laag op beide en de cashcow heeft laag groeipotentieel, maar wel een groot marktaandeel.
Je gebruikt de cash cows om zoveel mogelijk rendement te halen uit producten om met dat geld te kunnen blijven innoveren, question marks creeren en te doen groeien tot sterren. Dogs worden afgebouwd. |
|
|
Term
Capability framework van Day |
|
Definition
Deel van de organisatie analyse. Algemeen raamwerk met 3 clusters van vaardigheden; 1. Outside-in vaardigheden = de vermogens van de onderneming die concreet op de markt en omgeving zijn gericht.
2. Inside-out vaardigheden = onzichtbaar voor de klant, maar ze dragen bij aan het prestatieniveau van het bedrijf en creëren dus klantwaarde.
3. Spanningvaardigheden = gericht op het integreren van outside-in en inside-out vaardigheden. Ze geven richting aan het toaal van elementen die waarde creëren, losse aspecten van waardecreatie met elkaar verbinden, gericht op het cre2eren van synergie tussen deze losse elementen. |
|
|
Term
|
Definition
een manier van interne analyse. Hele goede benadering van wat je als bedrijf goed doet en kan. Het voordeel is dat de coherentie en interne consistentie van de organisatie goed kan weergegeven worden. In elke ovaal staat een activiteit, een aantal centrale waarden worden nagestreefd. Doel: blootleggen van het geheel aan activiteiten dat de strategische positie bepaalt. Het schema geeft de centrale activiteiten van het bedrijf en hun onderlinge samenhang weer. |
|
|
Term
|
Definition
kijkt naar de basisfuncties van een organisatie en analyseert waar en hoe kosten worden gemaakt, en waar en hoe unieke benefits voor klanten worden gecreëerd. Door een analyse van de kosten- en differentiatieactiviteiten van een bedrijf, kunnen we het concurrentievoordeel van dat bedrijf in de markt nagaan. Centraal idee is dat een bedrijf een set van samenhangende waarde-activiteiten is die leidt tot een zeker commerciële marge. Er is een onderscheid tussen primaire waarde-activiteiten die betrekking hebben op de fysieke creatie en de verkoop, en ondersteunende secundaire activiteiten die indirect de primaire activiteiten helpen. |
|
|
Term
|
Definition
Hier gaan we intern en extern samenbrengen en kijken welke sterkten ons toelaten om in te spelen op externe dreigingen of kansen en welke zwakten ons extra kwetsbaar maken. De markt en middelen zal je moeten inventariseren, groeperen en confronteren. Hieruit kan je strategische issues afleiden. |
|
|
Term
|
Definition
die aandachtspunten waarbij externe ontwikkelingen en interne middelen elkaar versterken of juist afzwakken. |
|
|
Term
|
Definition
Bestaat uit de macro-omgevingsanalyse van de omringende partijen en omgevingsfactoren. 7 factoren: Demografische Economische Sociale (maatschappelijke) Technologische Ecologische Markt politieke |
|
|
Term
voorwaarden voor goede strategische opties |
|
Definition
1. compatibel met strategische issues 2. dragen bij aan doelen 3. in lijn met strategische uitgangspunten 4. acceptabel voor stakeholders 5. duurzame grondslag van strategie voor waardecreatie en positionering |
|
|
Term
|
Definition
Doel = eindpunt dat men wil bereiken doelstelling= steppen naar een doel. Deze moeten volgens SMART: specifiek, meetbaar, ambitieus, realistisch, tijdsgebonden |
|
|
Term
|
Definition
1. strategische basis, waardecreatie 2. ontwikkelingrichting 3. wijze van uitvoering |
|
|
Term
Strategietypologie van waardecreatie |
|
Definition
1. generieke strategieën volgens Porter 2. waardestrategie van Treacy en Wiersema |
|
|
Term
|
Definition
Dit is een model voor generieke strategieën op basis van 2 assen. Competitief voordeel (lage kosten, differentiatie) en competitieve scope( breed, nauw) Deze geven 3 mogelijke strategieën. 1. Cost leadership: lage kosten en brede doelgroep 2. differentiatie: brede doelgroep en beste in plaats van goedkoop 3. Focus: specifieke doelgroep |
|
|
Term
Waardestrategie van Treacy en Wiersema |
|
Definition
Volgens hun zijn er 3 grote richtingen waarin een strategie kan uitblinken. Voor elk van deze richtingen is er een drempelwaarde die je moet overschrijden. 3 richtingen: 1. Operational excellence: voor de klant is het product foutloos, met de juiste prijs en van betrouwbare organisatie. De organisatie focust op kwaliteit en kosten , waarbij het proces centraal staat.
2. Customer intimacy: voor de klant is het een unieke dienstverlening, rekeninghoudend met ontwikkelingen in de markt. Voor de organisatie heerst een klantgerichte cultuur en het ontwikkelen van oplossingen.
3. product leadership: voor de klant is het een vooruitstrevend, creatief en innoverend bedrijf. Bij de organisatie staat het product centraal en continue productvernieuwing. |
|
|
Term
De richting van strategietypen: |
|
Definition
1. groei 2. consolidatie 3. turn-around 4. uitmelken 5. terugtocht |
|
|
Term
Ansoff model: groeistrategieën |
|
Definition
2 dimensies: bestaande of nieuwe producten; in bestaande markt blijven of nieuwe markt bereiken. - Marktpenetratie: bestaand product en bestaande markt - productontwikkeling: nieuw product in een bestaande markt - markt ontwikkeling: bestaand product in een nieuwe markt - diversificatie: nieuw product in een nieuwe markt. |
|
|
Term
De uitvoering van de strategische opties |
|
Definition
1. eigen beheer 2. Acquisitie 3. samenwerking |
|
|
Term
3 mogelijke benaderingen om jezelf in de markt te zetten |
|
Definition
1. ongedifferentieerd: een aanbod zonder een specifieke groep te targetten 2. gedifferentieerd: verschillende mixes op verschillende segmenten te richten 3. geconcentreerd: één marketingmix op één segment mikken |
|
|
Term
elementen van een positioneringspropositie |
|
Definition
- kernwaarden - verschil met de concurrenten - consistentie - uitgangspunt marketingsprogramma |
|
|
Term
Elementen merk positionering |
|
Definition
- competitie - target - insight - benefits - reasons to believe - value & personality - discriminator |
|
|
Term
|
Definition
geeft de logica weer achter de processen waarop waarde voor afnemers wordt gecreëerd en waarop tegelijkertijd waarde voor de organisatie wordt gerealiseerd. De middelen en klanten-interface hebben invloed op de klantwaarde propositie (waardecreatie) en beide ook op de cashflow/winst (opbrengsten model) |
|
|
Term
|
Definition
geeft een overzicht van key partners, key activities, key resources, value proposition, relationshops, channels, customer segment, cost structure en revenue streams. |
|
|
Term
|
Definition
wordt steeds bekeken vanuit de 4 grote P's - Product - prijs - plaats - promotie |
|
|
Term
3 extra P's voor de diensteneconomie |
|
Definition
- Proces - Physical evidence - people |
|
|
Term
|
Definition
Kotler heeft de 4 P's vertaald naar de 4 c's om ze meer klantgericht te maken: - Core benefit / customer value - Cost for the customer - Convenience for the customer - communication with the customer |
|
|
Term
|
Definition
gaat uit van het product, productie en intern gaat berekenen hoeveel het nu kost. product => kost => prijs => waarde => customers |
|
|
Term
|
Definition
Hier ga je uit van de markt en ga je kijken hoe je waarde levert aan je klanten en hoe je die kan verbeteren. Dit kan door het optimale product te designen en door meer psychosociale associaties rond te bouwen onder andere door marketingcommunicatie, waardoor je de waarde ververhoogd. Customers => Value => Price => Cost => Product |
|
|
Term
|
Definition
Vaak gebruikt binnen marketing. Het geeft toepasbare aanbevelingen aan bedrijven over wat ze moeten doen op vlak van de 4 P's in elk van die fases. Het helpt om een brede productportfolio op te bouwen waarbij je een balans vindt tussen winstgevende producten. Wordt beïnvloedt door marketing mix, markt en andere externe omstandigheden. Bestaat uit: - productontwikkeling - introductie - groei - maturiteit - eindfase |
|
|
Term
Innovatiemodel van Rogers |
|
Definition
Relatief voordeel, complexiteit, compatibiliteit, probeerbaarheid, observeerbaarheid; als elk van deze criteria hoogt scoort, krijg je maar kans op innovatie/adoptie-potentieel. |
|
|
Term
|
Definition
= corporate social responsibility Commitment om maatschappelijk welzijn te verbeteren door optionele zakenpraktijken en het inzetten van resources om een bijdrage te leveren. |
|
|
Term
|
Definition
bedrijf probeert in samenwerking met een non-profit organisatie een win win te creëren voor een merk. |
|
|
Term
3 manieren om shared value te creëren (Porter) |
|
Definition
1. Nieuwe productopportuniteiten identificeren en/of nieuwe markten
2. De productiviteit gaan verbeteren en herdefiniëren in de value chain
3. Het faciliteren van de ontwikkeling van lokale clusters. |
|
|
Term
moderately dynamic markets |
|
Definition
Markt heeft een stabiele industriële structuur, gedefinieerde grenzen, heldere business modellen, identificeerbare spelers, lineaire en voorspelbare verandering.
De uitvoering is lineair, stabiel, met voorspelbare uitkomsten, en de sleutel tot effectieve evolutie is frequente, nabije variatie. |
|
|
Term
|
Definition
De markt wordt gedefinieerd met een ambigue structuur, wazige grenzen, vloeibare business modellen, ambigue en veranderende spelers, niet-lineaire en onvoorspelbare verandering. Het patroon is simpel, experimentele routines die steunen op nieuw gecreëerde kennis, specifiek aan de situatie. De uitvoering is iteratief, onstabiel, met onvoorspelbare uitkomsten. De sleutel tot effectieve evolutie is voorzichtige managed selection. |
|
|
Term
|
Definition
positive significant relationship between price and customer perceived quality. Price as indicator of quality, higher prices signal higher quality. Outcomes: improved performance after consumption, lower pain, increased brain activity. |
|
|
Term
|
Definition
Addition of irrelevant attributes increases the perceived attractiveness of the product, even if they know it's irrelevant. Irrelevant attributes acquire value if linked to a positive outcome. |
|
|
Term
|
Definition
Two choices, a certain, lower-expected)value choice and a risky, higher-expected-value choice. They become risk-averse. Framing outcomes as either a gain or loss from the status quo thus changes behavior.
Framing savings as a free bonus pack leads to higher sales. The elasticity of package size is about one fourth that of price elasticity. |
|
|
Term
|
Definition
Precise prices are perceived to be smaller than round prices. For big ticket items, precise list prices increase customer willingness to pay |
|
|
Term
|
Definition
Increasing prices to a price ending in 9 frequently leads to an increase in sales. |
|
|
Term
|
Definition
the mere presence of a sign stating 'sale' increases demand. |
|
|
Term
discount presentation format |
|
Definition
for low-price products, the framing of discounts as percentage figures increases the perceived attractiveness of the offer, whereas for high-price products the opposite is true. So use abosolute discounts.
Value perceptions and purchase intentions are generally higher if the sales price is presented to the right of the original price. |
|
|
Term
color, cents, and font size |
|
Definition
Male participants perceive prices in red type as more attractive. No effect for women.
For prices above 1000, eliminating cents reduces the perceived magnitude of prices. Presenting the lower sale price in a smaller type results in higher purchase likelihood and lower price perceptions than presenting the sale price in large font size. |
|
|
Term
|
Definition
low-probability events weigh more heavily in the mind of decision makers when expressed in absolute terms. |
|
|
Term
|
Definition
attribute differences appear larger on scales with higher numbers of units. (84 months, instead of 7 years) Influences not only customer preferences but also willingness to pay. |
|
|
Term
|
Definition
the remote possibility of obtaining something for free clouds customer judgement. It reduces search incentives and increases willingness to pay. |
|
|
Term
paying more and being happy about it |
|
Definition
Flat-fee bias is driven by displeasure associated with metering, by the desire to insure against variation in the monthly billing rate, and by overestimation of actual usage.
Customers who qualify for the minimum purchase requirement and a lower discount end up being more satisfied than customers whoe are offered a larger discount without the minimum purchase requirement. |
|
|
Term
justification for discounts |
|
Definition
Customers care about motivations for discounts and the plausible motivations positively enhance price perceptions. Repurchase intentions after price increases depend on the perceived fairness of the motivation for the price increase. |
|
|
Term
|
Definition
Highlights the secondary attributes customers may otherwise overlook. Leads to underestimation of the total price and increases price perceptions and purchase intentions. |
|
|
Term
|
Definition
suggets that low-value option is more highly valued than the high-value option in the single evaluation method, but not in joint evaluation.
Evaluability hypothesis: attributes that are difficult to evaluate in dependently loom larger in joint evaluations, whereas attributes that are easy to evaluate independently loom larger in single evaluations. |
|
|
Term
|
Definition
the introduction of an irrelevant option provides a strong justification for the choice of an initially unappealing option if this option is close to the decoy option. It is completely absent for consumers scoring low on intuitive thinking |
|
|
Term
|
Definition
When faced with a range of non-dominant options that vary along price and quality, consumers tend to opt for the intermediate option. Except where options involve a non-compensatory assortment. |
|
|
Term
|
Definition
willingness to pay is strongly influenced by arbitrary anchors. Externally supplied anchors influence internal standard of comparison that are used in subsequent price judgements. |
|
|
Term
advertised reference prices |
|
Definition
Highlight the difference between a sales price and a regular list price. Positively influences preceived attractiveness of the offer, and increase purchase likelihood. |
|
|
Term
|
Definition
setting prices moderately higher than what consumers expect to pay leads to deeper engagement with product and sales to a smaller, polarized, committed pool of consumers. |
|
|
Term
|
Definition
tendency to conform to the actions and opinions of the majority. |
|
|
Term
|
Definition
Overconfidence leads managers to neglect competition. It induces managers to take on large risks based on the assumption that they can beat the odds. More experienced, better educated managers tend to enter markets with fewer competitors, wich leads to higher survival rates and higher revenues of their companies. |
|
|
Term
|
Definition
The tendency to pursue competitor-oriented goals -such as market share- to the detriment of one's own profitability. Consistent tendency to price below optimal levels in order to hurt competition. |
|
|
Term
underpricing for new product introductions |
|
Definition
overestimation of price sensitivity. They should set new product prices higher than they would do intuitively. |
|
|
Term
|
Definition
Producten die je met hoge frequentie verbruikt en dus opnieuw moet aankopen. P&G hun Gilette is daar een voorbeeld van. |
|
|
Term
|
Definition
Dit is het verlagen van de prijs met het doel om je marktaandeel te verhogen. |
|
|
Term
|
Definition
Lage instapprijs, hogere prijs voor vernieuwing van delen. Vb Nespresso machines |
|
|
Term
|
Definition
door middel van reclame huidige klanten bevestigen dat ze een goede keuze hebben gemaakt. Dit is vooral bij automerken. |
|
|
Term
|
Definition
Het gecombineerd aanbieden van producten die bij elkaar horen. |
|
|
Term
factoren die prijs beïnvloeden |
|
Definition
merkpositionering, doelgroep, concurrentie, interne kost |
|
|
Term
'culture of origin' effect |
|
Definition
Irrelevante verwijzing naar land van herkomst helpt met de perceptie van kwaliteit. Vb "Italiaanse parmezaan" |
|
|
Term
|
Definition
Nood aan constante, razendsnelle innovatie en het voortouw nemen. Kernactiviteit is productontwikkeling. Inspringen op de vraag. Een cultuur waar individueel initiatief en output-gedreven management. |
|
|
Term
|
Definition
Perfecte combinatie van prijs, kwaliteit en koopgemak. Nood aan gestroomlijnde interne en externe strategie (standaardisatie) |
|
|
Term
|
Definition
"Klant is koning", enorm veel flexibiliteit voor de individuele klant, in plaats van de hele markt. |
|
|
Term
|
Definition
samenwerking met een bedrijf die veel ervaring heeft in een bepaalde markt. Belangrijk dat dit geen directe concurrent is. |
|
|
Term
|
Definition
Bestendige producten creëren en het marktaandeel laten stijgen door in te spelen op het groeipotentieel. Als je enkel inspeelt op één dan ben je al op uitweg, zeker indien je enkel een cashcow hebt. Het hebben van een mix is beter. |
|
|
Term
|
Definition
hele organisatie is gericht op de markt om zich te kunnen afstemmen op de cultuur en gedrag van de consument en beter te kunnen inspelen op trends. |
|
|
Term
effecten van integriteit bij bedrijven |
|
Definition
1. lagere gepercipieerde competentie 2. meer vertrouwen, waardoor fouten sneller geattribueerd worden aan situationele in plaats van interne factoren. Bij grote merken is dit niet het geval. Bij fout verdwijnt vertrouwen. |
|
|
Term
|
Definition
- philanthropy ~ competitief altruïsme, geld geven aan geode doelen. - cause related marketing: win-win, maar cosmetisch - sustainable business models |
|
|
Term
|
Definition
Hierbij is het beeld dat economie er moet zijn voor welvaart, maar niet te ver mag groeien of inkrimpen. Afweging tussen sociale basis en ecologisch plafond. |
|
|
Term
kenmerken van strategisch CSR |
|
Definition
- interpendentie - gelinkt aan de strategie - competitief voordeel - bron van mogelijkheden - innovatie |
|
|
Term
|
Definition
sociale problemen die niet significant beinvloed worden door bedrijfsactiviteiten noch materiële beïnvloeding van lange termijn competitiviteit |
|
|
Term
value chain social impacts |
|
Definition
sociale problemen die significant beïnvloedt worden door de bedrijfsactiviteiten in de normale gang van zaken voor het bedrijf. |
|
|
Term
|
Definition
het opsporen van en inspelen op de behoeften van de klant |
|
|
Term
2 componenten van marketing |
|
Definition
strategische marketing (opsporen van de behoeften) en operationele marketing (inspelen op de behoeften) = managen van de marketing mix |
|
|
Term
|
Definition
Customer decision journey model; doel = op een ruime manier opportuniteiten zoeken, behoeften zoeken die losstaan van de core, om een meerwaarde te creëren.
problem recognition => information search => evaluation of alternatives => purchase decision => post purchase behavior |
|
|
Term
3 redenen dat managers niet aan lange termijn planning komen |
|
Definition
- bias for action - omgevingsdruk - business as usual |
|
|
Term
outside-in vaardigheden (Day) |
|
Definition
- market sensing - customer linking - channel bonding |
|
|
Term
inside-out vaardigheden (Day) |
|
Definition
- financial management - control - manufacturing - logistics - R&D - HRM - Safety |
|
|
Term
Spanningsvaardigheden (Day) |
|
Definition
- strategy - pricing - new product development - service |
|
|
Term
|
Definition
Zijn resources die valuable, rare, inimitable, nonsubstitutionable zijn en zijn complementair aan sustainable competitive advantage |
|
|
Term
Wat zei Kathleen Eisenhardt? |
|
Definition
Dat resource based view afbrokkelt in high velocity markets, waar de strategische uitdaging het behouden van competitief voordeel is, maar de duur ervan inherent onvoorspelbaar is, waar tijd een essentieel aspect is van strategie en de dynamic capabilities die het voordeel drijven zelf onstabiele processen zijn en moeilijk te onderhouden. |
|
|
Term
|
Definition
1. logic of leverage = de bestaande resource configuraties versterken 2. logic of opportunity = tijdelijke voordelen nastreven, flexibiliteit in het reconfigureren van resources. |
|
|
Term
Archetypische denkkaders voor dynamic capabilities over bedrijven heen |
|
Definition
- investeer in intellectueel bezit en bouw barrières - cross-functionele teams voor productontwikkeling - verhoogde toegang tot informatie - R&D personeel met externe linken |
|
|
Term
Waar ligt de waarde van dynamic capabilities voor het competitief voordeel? |
|
Definition
Dit ligt in hun mogelijkheid om de resource base aan te passen, door te creëren, integreren, hercombineren, en het loslaten van bronnen |
|
|
Term
Dynamic capabilities ontwikkeling |
|
Definition
is vaak de combinatie van simpelere capabilities. Deze moeten eerst geleerd en dan gecombineerd worden. vb. DC van multiple product development bestaat uit single product development, probing the future, linking routines between projects |
|
|
Term
Focus brand strategy (AB Inbev) |
|
Definition
een strategie waarbij de meerderheid van resources toegewijd zijn aan brands met het grootste lange termijn groeipotentieel en continue reductie van niet-consument en niet-klant gebaseerde kosten. |
|
|
Term
|
Definition
Mogelijkheid van een organisatie op tot een verbeterd of nieuw concurrentievoordeel te komen door middel van betere of nieuwe waardecreatie op basis van een verband tussen ontwikkelingen in de omgeving en de beschikbare middelen en vaardigheden. |
|
|