Term
|
Definition
De wetenschappelijke studie naar groei, verandering en stabiliteit vanaf de geboorte tot aan de adolescentie |
|
|
Term
|
Definition
Een thematisch gebied binnen de ontwikkelingspsychologie die betrekking heeft op de fysieke opbouw van het lichaam. |
|
|
Term
|
Definition
Een thematisch gebied binnen de ontwikkelingspsychologie die betrekking heeft op de manier waarop het gedrag van mensen wordt beïnvloed door de groei en verandering van hun intellectuele vermogens |
|
|
Term
Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling |
|
Definition
Een thematisch gebied binnen de ontwikkelingspsychologie die betrekking heeft op hoe gedrag wordt beïnvloed door de sociale relaties en interacties met anderen en door de duurzame eigenschappen die de ene persoon van de andere onderscheiden. |
|
|
Term
|
Definition
Een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek is geboren. |
|
|
Term
normatieve gebeurtenissen |
|
Definition
Gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep op dezelfde manier voltrekken. |
|
|
Term
normatieve historisch bepaalde gebeurtenis |
|
Definition
Een historische gebeurtenis die de ontwikkeling van een die rond dezelfde tijd op dezelfde plek geboren is, zal beïnvloeden (cohorteffect) |
|
|
Term
|
Definition
De gevolgen van de invloed die een normatieve historische gebeurtenis op een cohort. |
|
|
Term
|
Definition
Biologosche of omgevingsinvloeden die gelijk zijn voor mensen in een bepaalde leeftijdsgroep ongeacht waar ze opgroeien. |
|
|
Term
|
Definition
Invloeden tijdens de ontwikkeling die leiden tot conformiteit omdat men de gevolgen van afwijkend gedrag vreest. |
|
|
Term
|
Definition
Een geleidelijke ontwikkeling waarbij prestaties op een bepaald niveau voortvloeien uit die van de vorige niveaus (de verandering is kwanitatief) |
|
|
Term
|
Definition
Ontwikkeling die in aparte stappen plaatsvindt. Elk stadium levert gedrag op dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere stadia. |
|
|
Term
|
Definition
Een specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de grootste gevolgen heeft. |
|
|
Term
|
Definition
De mate waarin ontwikkelingsgedrag (of fysieke structuur) veranderlijk is. |
|
|
Term
|
Definition
Een afgebakende periode, meestal vroeg in het leven, waarin een organisme extra gevoelig is voor invloeden uit de omgeving. |
|
|
Term
|
Definition
Het proces van geleidelijk ontvouwen van voorbestemde genetische informatie (nature) |
|
|
Term
Psychodynamisch perspectief |
|
Definition
Benadering van ontwikkeling waarbij men ervan uitgaa dat gedrag gemotiveerd wordt door innerlijke krachten, herinneringen en conflicten waarvan een persoon zich niet bewust is. |
|
|
Term
Psychoanalytische theorie |
|
Definition
Theorie van Freud die ervan uitgaan dat onbewuste krachten bepalend zijn voor iemands persoonlijkheid en gedrag. |
|
|
Term
|
Definition
Persoonlijkheidsaspect volgens Freud: het primitieve, ongeorganiseerde deel van de persoonlijkheid dat aanwezig is bij de geboorte |
|
|
Term
|
Definition
Persoonlijkheidsaspect volgens Freud: Het rationele en redelijke deel van de persoonlijkheid |
|
|
Term
|
Definition
Persoonlijkheidsaspect volgens Freud:het vertegenwoordigt iemands geweten. |
|
|
Term
Psychoseksuele ontwikkeling |
|
Definition
een aantal fasen die kinderen doorlopen waarin genot of bevrediging steeds gericht is op een ander biologische functie en een ander deel van het lichaam |
|
|
Term
|
Definition
gedrag dat in een eerdere ontwikkelingsfase is blijven steken door een onopgelost conflict |
|
|
Term
Psychosociale ontwikkeling |
|
Definition
theorie volgens Erikson die de veranderingen omvat in de manier waarop we aankijken tegen onze interacties met anderen, tegen het gedrag van anderen en tegen onszelf als onderdeel van de maatschappij |
|
|
Term
Behavioristisch perspectief |
|
Definition
benadering van ontwikkeling waarbij men ervan uitgaat dat waarneembaar gedrag en externe stimuli in omgeving van cruciaal belang zijn voor het begrijpen van de ontwikkeling van het individu |
|
|
Term
|
Definition
Een vorm van leren waarbij het organisme leert reageren op een neutrale stimulus die de respons normaal gesproken niet uitlokt |
|
|
Term
|
Definition
een vorm van leren waarbij een vrijwillige respons versterkt of verzwakt wordt, afhankeling van de associatie met positieve of negatieve consequenties |
|
|
Term
|
Definition
een formele techniek om de frequentie van gewenst gedrag te verhogen en de frequentie van ongewenst gedrag te verlagen |
|
|
Term
Sociaal-cognitieve leertheorie |
|
Definition
benadering van ontwikkeling waarin de nadruk ligt op het leren door het gedrag van een ander (het model) te observeren. |
|
|
Term
|
Definition
benadering van ontwikkeling die zich richt op de processen waardoor mensen de wereld leren kennen, begrijpen en erover na te denken |
|
|
Term
|
Definition
het proces binnen de cognitieve ontwikkelingstheorie waarbij een ervaring wordt geinterepreteerd binnen de denkwijze van het huidige (cognitieive) ontwikkelingsstadium |
|
|
Term
|
Definition
het proces binnen de congnitieve ontwikkelingstheorie waarbij bestaande manieren van denken verandert als gevolg van nieuwe stimuli of gebeurtenis |
|
|
Term
Informatieverwerkingstheorie |
|
Definition
benadering binnen de cognitieve ontwikkeling waarin men probeert te achterhalen hoe mensen informatie opnemen, gebruiken en opslaan |
|
|
Term
Cognitieve neurowetenschap |
|
Definition
benadering van cognitieve ontwikkeling waarbij men probeert te achterhalen hoe hersenprocessen gerelateerd zijn aan cognitieve activiteit |
|
|
Term
|
Definition
benadering van ontwikkeling die zich richt op de relatie tussen individuen en hun fysieke, cognitieve, persoonlijkheids -en sociale wereld |
|
|
Term
|
Definition
een model dat uitgaat van vijf omgevingsniveaus die een kind gelijktijdig beinvloeden |
|
|
Term
|
Definition
benadering van ontwikkeling die zich richt op cognitieve ontwikkeling als gevolg van de interacties tussen leden van een cultuur |
|
|
Term
|
Definition
theorie die probeert gedrag te identificeren dat het resultaat is van de genetische erfenis van onze voorouders |
|
|
Term
Wetenschappelijke werkwijze |
|
Definition
het proces van stellen en beantwoorden van vragen met behulp van zorgvuldige, gecontroleerde technieken, waaronder systematische, georganiseerde observatie en gegevensverzameling |
|
|
Term
|
Definition
een voorspelling die zodanig is geformuleerd dat zij getoetst kan worden |
|
|
Term
|
Definition
het proces waarbij een hypothese vertaald wordt in specifieke, toetsbare procedures die gemten en waargenomen kunnen worden |
|
|
Term
|
Definition
onderzoek waarmee men probeert vast te stellen of er een verband (correlatie) bestaat tussen twee factoren |
|
|
Term
|
Definition
onderzoek dat bedoeld is om een causaal verband tussen verschillende factoren te ontdekken |
|
|
Term
|
Definition
een proces waarbij de onderzoeken meestal twee verschillende ervaringen aan proefpersonen arrangeert |
|
|
Term
|
Definition
een procedure die wordt toegepast door de onderzoeker |
|
|
Term
|
Definition
de groep in het experiment die de behandeling krijgt |
|
|
Term
|
Definition
de groep in hett experiment die geen behandeling of een alternatieve behandeling krijgt |
|
|
Term
|
Definition
een onderzoek dat wordt gedaan in de natuurlijke omgeving |
|
|
Term
|
Definition
een onderzoek dat wordt uitgevoerd in een gecontroleerde omgeving die expliciet is opgericht om de gebeurtenissen constant te houden |
|
|
Term
|
Definition
onderzoek dat erop gericht is om verklaringen te toetsen en nieuwe wetenschappelijke kennis te vergaren |
|
|
Term
|
Definition
onderzoek dat erop gericht is oplossingen te vinden voor directe problemen |
|
|
Term
|
Definition
onderzoek waarin het gedrag van één of meerdere individuen door de tijd heen wordt gemeten |
|
|
Term
Cross-sectioneel onderzoek |
|
Definition
onderzoek waarin mensen van verschillende leeftijden op hetzelfde tijdstip met elkaar worden vergeleken |
|
|
Term
|
Definition
participanten die zijn geselecteerd voor het experiment |
|
|
Term
Cross-sequentieel onderzoek |
|
Definition
onderzoek waarbij verschillende mensen uit verschillende leeftijdsgroepen op verschillende momenten worden bestudeerd |
|
|
Term
|
Definition
Geslachtscellen van de moeder en vader die een nieuwe cel vormen tijdens de bevruchting |
|
|
Term
|
Definition
Een nieuwe cel die wordt gevormd tijdens het bevruchtingsproces |
|
|
Term
|
Definition
Basiseenheid van genetische informatie |
|
|
Term
DeoxyriboNucleic Acid (DNA) |
|
Definition
De substantie waaruit genen bestaan die bepalend is voor de aard en de functie van elke cel in het lichaam |
|
|
Term
|
Definition
Drager van een deel van het erfelijk materiaal (DNA) van het lichaam |
|
|
Term
|
Definition
Een tweeling die genetisch identiek is. |
|
|
Term
|
Definition
Tweelingen die verwerkt worden wanneer twee eicellen afzonderlijk maar tegelijkertijd bevrucht worden door twee afzonderlijke zaadcellen |
|
|
Term
|
Definition
Een eigenschap die tot uiting komt wanneer er twee concurrerende eigenschappen zijn |
|
|
Term
|
Definition
Een eigenschap die in het organisme aanwezig is maar niet tot uiting komt |
|
|
Term
|
Definition
De onderliggende combinatie van genetisch materiaal die in het organisme aanwezig is maar onzichtbaar blijft |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
Gelijke genen ervend voor een bepaalde eigenschap |
|
|
Term
|
Definition
Verschillende vormen van een gen dat het organisme erft voor een bepaalde eigenschap |
|
|
Term
|
Definition
ver
Overerving waarbij de combinatie van verschillende allellen (genenparen) verantwoordelijk zijn voor de productie van een specifieke eigenschap |
|
|
Term
|
Definition
Recessief gen dat zich alleen op de X-chromosoom bevindt. |
|
|
Term
|
Definition
Het geheel van genen van de chromosomen van een individu |
|
|
Term
|
Definition
Het onderzoek naar de effecten van erfelijkheid op gedrag. |
|
|
Term
|
Definition
Een stoornis die wordt veroorzaakt door een extra chromosoom op het 21e paar (mongolisme) |
|
|
Term
|
Definition
Een stoornis die wordt veroorzaakt door een beschadigd gen op de X-chromosoom. Resultaat is licht tot matige verstandelijke handicap |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
Aandoening waarbij de spieren verzwakken en de spiermassa afneemt. Hierdoor ontstaat stijfheid in de gewrichten. Ook verzwakken die spieren van ademhaling en het hart |
|
|
Term
De ziekte van Klinefelter |
|
Definition
Een aandoening die het gevolg is van een extra x-chromosoom en die leidt tot onderontwikkelde genitalien, vergrote borsten en extreme lengte |
|
|
Term
|
Definition
Een test waarbij de baarmoeder wordt gescand met behulp van geluidgolven, hetgeen een beeld geeft van en informatie geeft over de baby. |
|
|
Term
|
Definition
Een test waarmee genetische afwijkingen opgespoord kunnen worden door een klein monster van foetale cellen uit de vruchtzak te onderzoeken. |
|
|
Term
|
Definition
Een test waarmee genetische afwijkingen kunnen worden opgespoord door het haarachtig materiaal om het embryo heen te onderzoeken |
|
|
Term
|
Definition
Patronen van prikkeling en emotionaliteit die consistente en permanente eigenschappen van een individu vormen |
|
|
Term
Multifactoriele overerving |
|
Definition
De bepaling van eigenschappen door een combinatie van genetische -en omgevingsfactoren waarbij het genotype zorgt voor een bepaald bereik waarbinnen het fenotype zich kan manifesteren |
|
|
Term
|
Definition
De manier waarop de genen aan- of uitgezet worden door chemische veranderingen in het genoom |
|
|
Term
|
Definition
Het proces waarbij een eicel en een zaadcel samenkomen om een nieuwe cel te vormen |
|
|
Term
|
Definition
Het eerste en kortste stadium van de prenatale periode, tijdens de eerste twee weken na conceptie |
|
|
Term
|
Definition
Een doorgeefluik tussen moeder en foetus waardoor zuurstof en voeding aan de foetus geleverd wordt |
|
|
Term
|
Definition
De periode van twee tot acht weken na de bevruchting waarin de belangrijkste veranderingen plaatsvinden in de belangrijke organen en de fundamentele anatomie |
|
|
Term
|
Definition
Stadium in de prenatale ontwikkeling dat begint rond acht weken na bevruchting en eindigt bij de geboorte |
|
|
Term
|
Definition
Een ontwikkeld kind van acht weken tot de geboorte |
|
|
Term
|
Definition
Het onvermogen om zwanger te worden na twaalf tot achttien maanden proberen |
|
|
Term
|
Definition
De procedure waarbij het zaad van de man door een arts rechtstreeks in de vagina van de vrouw wordt geplaatst |
|
|
Term
In-vitrofertilisatie(IVF) |
|
Definition
Een procedure waarbij een aantal eicellen van de vrouw uit het lichaam worden onttrokken en in een laboratorium worden bevrucht met het zaad van de man |
|
|
Term
|
Definition
Een omgevingsfactor die leidt tot een geboorteafwijking |
|
|
Term
Foetaal Alcohol Syndroom(FAS) |
|
Definition
Een stoornis die ontstaat doordat de moeder tijdens de zwangerschap grote hoeveelheden alcohol dringt en wat leidt tot een verstandelijke beperking of groeiachterstand |
|
|
Term
Foetale Alcohol Effecten (FAE) |
|
Definition
Een situatie waarin kinderen een aantal kenmerken vertonen die kenmerkend zijn voor FAS, als gevolg van overmatig alcohol gebruik van de moeder |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
Een knip in de opening van de vagina zodat de baby geboren kan worden |
|
|
Term
|
Definition
De zorg aan zwangeren en kinderen rondom de geboorte |
|
|
Term
|
Definition
Een meetsysteem waarmee de gezondheid van een pasgeboren baby kan worden bepaald aan de hand van een aantal factoren
|
|
|
Term
|
Definition
Zuurstofgebrek van een paar minuten bij de baby, hetgeen kan leiden tot hersenbeschadiging |
|
|
Term
|
Definition
Het fysieke, intieme en emotionele band tussen moeder en kind in de periode direct na de geboorte |
|
|
Term
|
Definition
Een baby die minder dan 38 weken na de conceptie wordt geboren |
|
|
Term
Baby met een laag geboortegewicht |
|
Definition
Baby die bij geboorte minder dan 2.500 gram weegt |
|
|
Term
|
Definition
Baby die als gevolg van een vertraagde foetale groei 90% procent van het gewicht weegt dan andere baby's van dezelfde leeftijd |
|
|
Term
Respiratory Disstress Syndrome (RDS) |
|
Definition
Een longaandoening die ontstaat doordat de longblaasjes niet voldoende zijn gerijpt |
|
|
Term
Baby met een zeer laag geboortegewicht |
|
Definition
Baby die minder weegt dan 1.250 gram of minder dan 30 weken in de baarmoeder heeft doorgebracht |
|
|
Term
|
Definition
Het moment waarop een te vroeg geboren baby kan overleven |
|
|
Term
|
Definition
Baby die twee weken na de uitgerekende datum nog niet is geboren |
|
|
Term
|
Definition
Een ingreep waarbij de baby operatief uit de baarmoeder wordt verwijderd |
|
|
Term
|
Definition
apparaat waarmee de hartslag van de baby kan worden gemeten tijdens de weeen |
|
|
Term
|
Definition
De geboortde van een kind dat niet meer leeft |
|
|
Term
|
Definition
Overlijden van een kind binnen het eerste levensjaar |
|
|
Term
|
Definition
Een niet aangeleerde, gestructureerde, onvrijwillige respons die automatisch optreedt in de aanwezigheid van bepaalde stimuli |
|
|
Term
|
Definition
Indien een neutrale prikkel samengaat met een prikkel die altijd een bepaalde reflex oproept, kan die neutrale prikkel dezelfde reflex gaan oproepen.
|
|
|
Term
|
Definition
Een vorm van leren waarbij een vrijwillige respons versterkt of verzwakt wordt afhankelijk van de associatie die gemaakt wordt met een positieve of negatieve consequentie |
|
|
Term
|
Definition
Een vorm van leren waarbij een vrijwillige respons versterkt of verzwakt wordt afhankelijk van de associatie die gemaakt wordt met een positieve of negatieve consequentie |
|
|
Term
|
Definition
Een afname in de reactie op een stimulus nadat de stimulus herhaaldelijk wordt gepresenteerd |
|
|
Term
|
Definition
Een cyclus van verschillende waak- en slaapniveaus bij pasgeboren baby's, varierend van die slaap tot grote opwinding |
|
|
Term
|
Definition
Het principe dat groei een patroon vormt dat begint bij het hoofd en de bovenste lichaamsdelen en zich verder uitstrekt naar de rest van het lichaam |
|
|
Term
|
Definition
Een groei principe die ervan uit gaat dat groei begint in het centrum van ons lichaam en zich naar buiten toe voltrekt |
|
|
Term
Principe van hierarchische integratie |
|
Definition
Een groei principe die beargumenteert dat eenvoudige vaardigheden zich onafhankelijk van elkaar ontwikkelen maar later worden geintegreerd tot complexere vaardigheden |
|
|
Term
Principe van onafhankelijkheid van systemen |
|
Definition
Een (groei) principe die ervan uit gaat dat verschillende lichaamssystemen een verschillend groeitempo hebben |
|
|
Term
|
Definition
de basiscel van het zenuwstelsel |
|
|
Term
|
Definition
De speelt bij de verbinding tussen neuronen waardoor neuronen chemisch met elkaar communiceren |
|
|
Term
|
Definition
Een vetlaagje om de axon die bescherming biedt en de overdracht zenuwsignalen versneld |
|
|
Term
|
Definition
De bovenste laag van de hersenen |
|
|
Term
|
Definition
De gevoeligheid van een zich ontwikkelend organisme voor omgevingsinvloeden |
|
|
Term
|
Definition
De mate van bewustzijn van een baby bij innerlijke en externe stimulatie |
|
|
Term
|
Definition
De periode tijdens de slaap van oudere kinderen en volwassenen die geassocieerd wordt met dromen |
|
|
Term
|
Definition
Een niet aangeleerde, gestructureerde, onvrijwillige respons die automatisch optreedt bij bepaalde stimuli |
|
|
Term
Dynamische systeemtheorie |
|
Definition
Theorie die beschrijft hoe motorische vaardigheden zich ontwikkelen en worden gecoordineerd |
|
|
Term
|
Definition
Het gemiddeld functioneren van een grote steekproef van kinderen van een bepaalde leeftijd |
|
|
Term
Bayley Scales of Infant Development (BSID-II) |
|
Definition
Een meetinstrument dat ontworpen is om de algemene mentale en motorische ontwikkeling van kinderen vast te stellen. |
|
|
Term
|
Definition
Een ziekte waarbij kinderen stoppen met groeien |
|
|
Term
|
Definition
Een ziekte waarbij de maag, de ledematen en het gezicht van een kind water vasthouden en opzwellen |
|
|
Term
Failure-to-thrive-syndroom |
|
Definition
Een stoornis waarbij kinderen stoppen met groeien vanwege te weinig aandacht en stimulatie van hun ouders |
|
|
Term
|
Definition
Een chronishe ziekte waarbij er een zodanige vetopstapeling in het lichaam ontstaat dat het aanleiding geeft tot gezondheidsrisico's |
|
|
Term
|
Definition
Stimulatie van de zintuigen |
|
|
Term
|
Definition
Met behulp van de zintuigen en hersenen organiseren, analyseren, ordenen en interpreteren van stimuli |
|
|
Term
Multimodale benadering van perceptie |
|
Definition
Een benadering waarbij er gekeken wordt hoe de informatie, die wordt opgevangen door de verschillende zintuigen, geintegreerd en gecoordineerd wordt |
|
|
Term
|
Definition
De actiemogelijkheden die een bepaalde situatie of stimulus verschaft |
|
|