Term
Welke drie cruciale bestandsdelen heeft de theorie van Kochanska (i.t.t. de ZDT is deze van de humanistische traditie) |
|
Definition
- Affect (Het ervaren van schuldgevoel is een belangrijke indicator van moreel functioneren. Schuldgevoel vermijdt normovertredend gedrag) - Gedrag (gedragsmatige component van het geweten omvat internalisatie) - Cognitief (een cognitieve component weerspiegelt in toenemende mate een begrip van morele regels en standaarden) |
|
|
Term
Wat is empathische reactie? |
|
Definition
Gaat hand in hand met schuldervaring en is ook tevens een indicator voor moreel functioneren. |
|
|
Term
|
Definition
Het vertonen van normconform gedrag in afwezigheid van het socialisatiefiguur |
|
|
Term
Wat is het internalisatieproces? |
|
Definition
Verschuiving van externe naar interne regulatie |
|
|
Term
Wat is situationele gehoorzaamheid? |
|
Definition
Kinderen accepteren de door de ouders opgedragen taken nog niet volledig. Dwang/toezicht is noodzakelijk het kind te laten gehoorzamen - Externe regulatie - Moraliteit is afwezig - Daalt naarmate kindern ouder worden |
|
|
Term
Wat is toegewijde gehoorzaamheid? |
|
Definition
Verzoek van ouders wordt volledig geaccepteerd. Het is spontaner en gebeurt op een meer toegewijde wijze, dit zorgt voor een verdere ontwikkeling naar interne regulatie en internalisatie - De regulatie is gedeeltelijk intern - Proto-geweten is aanwezig - Stijgt over de leeftijd |
|
|
Term
|
Definition
Een socialisatiefiguur is afwezig. - Interne regulatie - Geweten is aanwezig |
|
|
Term
Wat is de intentie-gedragskloof? |
|
Definition
De mate waarin mensen geïnitieerde activiteiten effectief volhouden verschilt sterk tussen mensen. |
|
|
Term
Wat is persistentie (duurzaamheid)? |
|
Definition
Het gedrag wordt in een specifieke situatie aangeleerd en wordt over tijd volgehouden en alleen in die situatie (thuis fruit eten als mama niet kijkt) |
|
|
Term
Wat is transfer (generalisatie)? |
|
Definition
Gedrag wordt in een specifieke situatie geleerd en wordt getransfereerd naar andere situaties (fruit eten op kot) |
|
|
Term
|
Definition
Proactief gedrag uitvoeren (speelgoed opruimen). Vereist zelfbeheersing. |
|
|
Term
|
Definition
Inhibitors gedragstendens, een interessant/aantrekkelijk gedrag niet uitvoeren. (bepaald speelgoed niet aanraken) |
|
|
Term
Wat werd gemeten door Kopp en Gralinski? |
|
Definition
De mate waarin ouderverzoeken veranderen: - Een toename in het aantal eisen dat moeders stellen (in elke categorie) - Het soort eisen wordt meer divers naarmate de peuter ouder wordt - De ontwikkeling in het verschil van eisen kan men koppelen aan het sociale domein theorie: morele en prudentiële domeinen worden eerder vernoemd dan conventionele en persoonlijke) |
|
|
Term
Wat was de conclusie van de studie van Kochanska over de verschillende types van gehoorzaamheid en de samenhangt met de ontwikkeling van het moreel functioneren? |
|
Definition
Als peuters gemakkelijk gehoorzamen, dat zij op latere leeftijd meer negatieve gevoelens ervaren bij het begaan van morele overtredingen. Ook rapporteren zij een hogere morele oriëntatie. |
|
|
Term
Hoe hangt gehoorzaamheid vast met moreel gedrag? |
|
Definition
- Toegewijde gehoorzaamheid hangt positief samen met moreel gedrag, kinderen wachten ook langer met valsspelen. - Situationele gehoorzaamheid hangt in sommige gevallen negatief samen met moreel gedrag (gaan wel met speelgoed spelen) |
|
|
Term
Wat is het Scheermes van Ockham? |
|
Definition
Men moet geen zaken toevoegen als dit niet noodzakelijk is. Een theoretisch spaarzamer model verdient de voorkeur t.o.v. een complexer model tenzij dat complexer model gepaard gaat met een toename in conceptuele precisie en een meer verklarende kracht. |
|
|