Term
Beschrijf de tweedeling tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek.
|
|
Definition
Kwalitatief onderzoek: wetenschappelijk onderzoek, waarbij geen gebruik gemaakt wordt van getallen. Kwantitatief: is voor pedagogen (Bv: enquetes) Verschil tussen kwalitatief- en kwantitatief onderzoek: HEEL groot.
Deze tweedeling is er, omdat: er zijn verschillende filosofische aannames over werkelijkheid (ontologie) en doelstellingen wetenschap (epistemologie) |
|
|
Term
Vul dit vakje in:
Kwantitatief
|
Kwalitatief
|
Objectivistische/ constructivistische ontologie
|
Objectivistische/ constructivistische ontologie
|
Verstehen/erklären
|
Verstehen/erklären
|
Inductie/deductie
|
Inductie/deductie
|
Type verklaringen
|
Type verklaringen
|
|
|
Definition
Kwantitatief
|
Kwalitatief
|
Objectivistische ontologie
|
Constructivistische ontologie
|
Positivistische/realistische epistemologie (erklären)
|
Interpretivistische epistemologie (verstehen)
|
Deductie
|
Inductie
|
Nomothetische verklaringen
|
Idiosyncratische verklaringen
|
|
|
|
Term
Welke (3) soorten waarheden zijn belangrijk voor sociale wetenschappen? |
|
Definition
1. Ontologisch constructivisme 2. Epistemologisch interpretivisme 3. Cultuurrelativisme (het idee dat geen enkel cultuur superieur is aan andere) |
|
|
Term
Wat is postmodernisme, objectivisme en constructivisme? |
|
Definition
Objectivisme, zijn externe factoren waar wij mensen geen invloed op hebben. Sociale fenomenen leiden een onafhankelijk bestaan. Als onderzoeker ben je in staat jezelf van het onderzoek te distantiëren. Deze stroming is geïnteresseerd in sociale instituten en organisaties.
Constructivisme zijn sociale fenomenen en groepen. Hun betekenis wordt voortdurend gevormd door hun sociale actoren. Worden sociaal geconstrueerd en daarom ook dynamisch.
De laatste jaren is door het postmodernisme het idee bijgekomen dat de onderzoeker hoe dan ook invloed heeft op de werkelijkheid. Een stroming die breekt met het rechtlijnige vooruitgangsdenken van het modernisme. |
|
|
Term
Noem de vaardigheden van kwalitatief en kwantitatief onderzoek. |
|
Definition
Vaardigheden kwalitatief onderzoek: interview, empathie, sociaal, zelfreflectie Vaardigheden kwantitatief: wiskundige kennis, computervaardigheden, technische. |
|
|
Term
Noem de (5) kenmerkende eigenschappen van een kwalitatief onderzoek. |
|
Definition
1. Door andere ogen kijken: ze willen wereldbeeld van mensen beschrijven. Nadruk ligt op verstehen: inleven in het perspectief van anderen 2. Nadruk op context: komt terug in een rijke beschrijving (thick description) met gedetailleerde en specifieke kenmerken van de casus idiosyncratische case studies hebben meer aandacht voor context dan nomothetische onderzoeken. 3. Nadruk op proces: uivoerige beschrijving over ideeën en handelingen. Hoe deze stap voor stap verlopen) + langere tijd observeren bv bij etnografisch onderzoek 4. Flexibiliteit: open houding en vraagstelling in het begin algemeen, kan aangepast worden 5. Inductie: theorie wordt afgeleid uit observaties + Er is een iteratief proces: onderzoeker stelt theorie steeds bij op basis van het onderzoek. En stelt onderzoek steeds bij op basis van nieuwe theoretische ideeën. |
|
|
Term
Hoe noem je bij een kwalitatief onderzoek de combinatie inductie en iteratief proces? |
|
Definition
Gefundeerde theoriebenadering (grounded theory) |
|
|
Term
Welke 3 vormen van kwalitatief onderzoek heb je? |
|
Definition
1. Etnografie: onderzoeker leeft in die gemeenschap om te observeren. Hierin: Participerende observatie: onderzoeker doet zelfde als de mensen die hij observeert.
2. Interviews en focus groepen: open interviews naar 1 of meer mensen. Een focus groep: een open interview met een groep mensen over een specifiek onderwerp.
3. Discours en tekstanalyse: analyseren van een uitgesproken of geschreven verhaal (discours) |
|
|
Term
Welke vragen worden er bij de standaard criteria van kwalitatief onderzoek gesteld? Intern/extern betrouwbaarheid intern/extern valide: |
|
Definition
1. Betrouwbaarheid: kom je tot zelfde bevinding als je onderzoek bij andere groep doet? (externe betrouwbaarheid). Of kom je tot zelfde bevinding als zelfde observaties wordt geïnterpreteerd door ander onderzoeker (interne betrouwbaarheid).
2. Interne validiteit: klopt theoretische interpretatie van de observaties wel?
3. Externe validiteit: zou je tot zelfde bevinding komen in andere context? |
|
|
Term
Leg deze specifiek criteria van een kwalitatief onderzoek uit: credibility, validation, triangulation, transferability |
|
Definition
1. Geloofwaardig (credibility): maakt onderzoeker voldoende aannemelijk dat hij de mensen die hij heeft onderzocht goed heeft begrepen? Dit kan door:
(1) Validatie door respondenten (respondent validation): als onderzoeker aan mensen die je hebt onderzocht vragen of jouw interpretatie van hun perspectief klopt
(2) Triangulatie (triangulation): Combineren van meerdere methoden van dataverzameling. Bv: observaties én interviews.
2. Overdraagbaar (transferability): Door uitvoerig een omschrijving te maken van de casus, kunnen andere mensen zelf een inschatting maken of het wel toepasbaar is in andere context. |
|
|
Term
Leg deze specifiek criteria van een kwalitatief onderzoek uit: dependability, confirmability en reflexibility. |
|
Definition
3. Vertrouwenswaardig (dependability): Onderzoeker kan voor elk fase van het onderzoek bijhouden wat hij heeft gedaan. Zo kunnen andere onderzoekers de interpretaties controleren.
4. Controleerbaar (confirmability): Mensen kunnen controleren of de onderzoeker het wel in goed vertrouwen heeft gedaan en niet te veel zijn eigen waarden erin heeft gedaan. – Andere onderzoekers moeten tot zelfde interpretatie van de bevindingen komen.
5. Reflexiviteit (reflexivity): reflecteren op eigen aannames en vooroordelen over groep die je gaat onderzoeken. Onderzoeker moet zelfbewustzijn hebben. |
|
|
Term
Bij specifiek criteria geloofwaardig (credibility): maakt onderzoeker voldoende aannemelijk dat hij de mensen die hij heeft onderzocht goed heeft begrepen? Dit kan door: respondent validation. Leg uit wat er gebeurd. |
|
Definition
(1) Validatie door respondenten (respondent validation): als onderzoeker aan mensen die je hebt onderzocht vragen of jouw interpretatie van hun perspectief klopt |
|
|
Term
Wat zijn de voordelen van kwalitatief onderzoek? |
|
Definition
1. Hoge ecologische validiteit: kijken naar echte gedrag van echte mensen in echte omgeving.
2. Kan theorie genereren(=opleveren) die we nog niet hadden.
3. Kan rijke omschrijving geven van de wereld (niet in getallen)
4. Kan veel data genereren, ookal is dat niet erg mogelijk. (Bv: bij terrorisme)
5. Kan zeer concrete toepassingen hebben voor bepaalde casus (zoals bij actie onderzoek) |
|
|
Term
Wat zijn de nadelen van kwalitatief onderzoek? |
|
Definition
1. Subjectief: interpretatie van onderzoeker is subjectief en lastig te controleren.
2. Moeilijk te repliceren: je kan het moeilijk helemaal overnieuw doen. Vragen kunnen veranderen.
3. Moeilijk te generaliseren: gaat vaak om case studies of kleine samples (focusgroep).
4. Gebrek aan transparantie: niet alle stappen zijn altijd goed beschreven. (Bv: wie er geïnterviewd is en waarom)
Overige tekortkomingen:
- algemeen geldende oorzaak-gevolg relaties kan je nauwelijks achterhalen
- het is moeilijk te definiëren. |
|
|
Term
Definieer ‘mixed methods’ |
|
Definition
kwalitatief en kwantitatief combineren (niet vaak gedaan) Je kan het combineren. (bv: diepteinterviews doen, zo theorie. En daarna die vragenlijsten toetsen)
Bv: diagnostisch onderzoek: open interviews en vragenlijsten (mc). mixed methods, case study. |
|
|
Term
Omschrijf deze wisseling van invalshoeken, in hoeverre zijn deze mogelijk?
-Kwalitatief gebaseerd op realisme/ positivisme en kwalitatief op interprevitisme. |
|
Definition
kwalitatief onderzoek gebaseerd op realisme/positivisme. (in principe is het mogelijk om deductief specifieke verwachtingen over gedrag te toetsen met etnografische onderzoeken of focusgroepen)
- Kwalitatief onderzoek is dus niet altijd gebaseerd op constructivisme, interpretivisme en inductie.
kwantitatief onderzoek gebaseerd op interpretivisme. (kan ook wereldbeeld van mensen in kaart brengen.
|
|
|