Shared Flashcard Set

Details

Mistral 2 courant 2-tout
Courant 2-all
60
Language - French
8th Grade
10/12/2008
Click here to study/print these flashcards.

Create your own flash cards! Sign up here.

Additional Language - French Flashcards

 

 

Cards

Term
le cabinet
 Definition
de (dokters)praktijk
Term
le comprimé
 Definition
de tablet
Term
le cours
 Definition
de les
Term
le docteur
 Definition
de dokter
Term
l'hôpital (m)
 Definition
het ziekenhuis, hospitaal
Term
l'instant (m)
 Definition
het ogenblik
Term
le malade
 Definition
de zieke
Term
le médecin
 Definition
de arts, geneesheer
Term
le médicament
 Definition
het geneesmiddel
Term
le petit déjeuner
 Definition
het ontbijt
Term
le pharmacien
 Definition
de apotheker
Term
le repas
 Definition
de maaltijd
Term
le rhume
 Definition
de verkoudheid
Term
le tableau
 Definition
het bord
Term
le thermomètre
 Definition
de (koorts-)thermometer
Term
le ventre
 Definition
de buik
Term
la fièvre
 Definition
de koorts
Term
la gorge
 Definition
de keel
Term
la grippe
 Definition
de griep
Term
la maladie
 Definition
de ziekte
Term
les mathématiques /les maths (f.pl.)
 Definition
wiskunde
Term
la pharmacie
 Definition
de apotheek
Term
la pharmacienne
 Definition
de apotheker
Term
la prescription
 Definition
het voorschrift
Term
la réponse
 Definition
het antwoord
Term
la température
 Definition
de temperatuur, koorts
Term
cassé(e)
 Definition
gebroken
Term
correct(e)
 Definition
juist,correct
Term
droit(e)
 Definition
recht, rechter
Term
gauche
 Definition
linker
Term
grave
 Definition
erg, ernstig
Term
avoir le / la ... cassé(e)
 Definition
breken (van lichaamsdeel)
Term
guérir
 Definition
genezen
Term
prescrire
 Definition
voorschrijven
Term
respirer
 Definition
(in)ademen
Term
tousser
 Definition
hoesten
Term
parfois
 Definition
soms
Term
seulement
 Definition
alleen, alleen maar, slechts
Term
souvent
 Definition
dikwijls, vaak
Term
avoir faim
 Definition
honger hebben
Term
avoir soif
 Definition
dorst hebben
Term
avoir mal à(+ art.déf.+ partie du corps)
 Definition
pijn hebben aan, ...-pijn hebben
Term
Ça arrive souvent?
 Definition
Gebeurt dat dikwijls?
Term
ça dépend
 Definition
dat hangt ervan af
Term
ça fait 20 euros
 Definition
dat is dan 20 euro
Term
ça va aller mieux
 Definition
het zal beter gaan
Term
être fatigué(e)
 Definition
moe zijn
Term
être malade
 Definition
ziek zijn
Term
être stressé(e)
 Definition
onder stress staan,gestrest zijn
Term
je ne me sens pas bien
 Definition
ik voel me niet goed
Term
tout le temps
 Definition
de hele tijd, voortdurend
Term
le petit déjeuner
 Definition
het ontbijt
Term
le pharmacien
 Definition
de apotheker
Term
le repas
 Definition
de maaltijd
Term
le rhume
 Definition
de verkoudheid
Term
le tableau
 Definition
het bord
Term
le thermomètre
 Definition
de (koorts-)thermometer
Term
le ventre
 Definition
de buik
Term
la fièvre
 Definition
de koorts
Term
la gorge
 Definition
de keel
Supporting users have an ad free experience!