Term
| Waar ligt in de DSM-5 de nadruk op bij de somatisch-symptoomstoornis en aanverwante stoornissen? |
|
Definition
| Bij de diagnostiek ligt hier de nadruk op aanwezigheid van lichamelijke verschijnselen en op de aanwezigheid van psychologische en gedragsmatige factoren. |
|
|
Term
| Wat betekent somatisatie? |
|
Definition
| Dat men op een lichamelijke manier op een stressor reageert en zich ook naar die reactie gedraagt. |
|
|
Term
| Wat houdt het tweesporenbeleid in? |
|
Definition
| Zowel de lichamelijke als de psychische aspecten van het lijden worden meegenomen in de diagnostiek en de behandeling. Simpelweg stellen dat er lichamelijk niets gevonden kan worden , volstaat niet, evenmin als bijv. de conclusie dat er geen ernstige psychologische problemen zijn geconstateerd. |
|
|
Term
| Met welke 2 stoornissen hebben de ziekteangststoornis en de somatische-symptoomstoornis een sterke relatie? |
|
Definition
| ansgststoornissen en depressieve stoornissen. Zowel in het klinische beeld als in de comorbiditeit. |
|
|
Term
| Wat zijn de valkuilen voor de clinicus wat betreft de lichamelijke klachten? |
|
Definition
| De klachten bagatelliseren, doorlopend geruststelling geven of keer op keer doorverwijzen voor lichamelijk onderzoek. |
|
|
Term
| Welke 3 stoornissen zijn in de DSM-5 samengevoegd tot de somatisch-symptoomstoornis? |
|
Definition
- somatisatiestoornis
- pijnstoornis
- hypochondrie |
|
|
Term
| Wat zijn de criteria voor de diagnose somatische-symptoomstoornis? |
|
Definition
- er moet sprake zijn van het lijden aan 1 of meer lichamelijke klachten die het dagelijks leven in significante mate verstoren;
- excessieve gedachten, gedragingen en gevoelens die samenhangen met de lichamelijke klachten waarbij minstens 1 van de volgende kenmerken aanwezig is:
- disproportionele en persisterende
gedachten over de ernst van de
klachten;
-persisterende hoge mate van
ongerustheid over de gezondheid of
de klachten;
-excessief veel tijd en energie
besteden aan deze klachten of aan de
zorgen over de gezondheid.
- Minstens 6 mnd klachten hebben;
- Maakt niet uit of de klachten al dan niet verklaard kunnen worden vanuit een somatisch ziektebeeld. |
|
|
Term
| Wat zijn de criteria voor een ziekteangststoornis? |
|
Definition
Preoccupatie met het hebben of krijgen van een ernstige ziekte, waarbij lichamelijke symptomen niet aanwezig zijn, of als dit wel het geval is, dan slechts in lichte mate.
Klachten sinds minstens 6 maanden, angst voor een specifiek soort ziekte kan veranderen.
Specificatie:
- zorgzoekend
- zorgmijdend |
|
|
Term
| Waar richt de psycholoog zich op bij de conversiestoornis? |
|
Definition
| Op mogelijke uitlokkende en instandhoudende klachten. |
|
|
Term
| Welke 2 soorten nagebootste stoornis onderscheid de DSM-5? |
|
Definition
- nagebootste stoornis opgelegd aan zichzelf
- nagebootste stoornis opgedrongen aan iemand anders |
|
|
Term
| Waarom is de nagebootste stoornis moeilijk vast te stellen? |
|
Definition
| Omdat de patiënt zelf geen hulpvraag heeft. Er zijn ook geen specifieke vragenlijsten of andere instrumenten voor ontwikkeld. |
|
|
Term
| Wat zijn de belangrijkste transdiagnostische factoren bij de somatisch-symptoomstoornis en aanverwante stoornissen? 5 |
|
Definition
| Cognitieve, gedragsmatige, emotionele, sociale en dokter-patiëntrelatie factoren. |
|
|
Term
| Wat is alexithymie en hoe hangt het samen met somatisch-symptoomstoornis en aanverwante stoornissen? |
|
Definition
| Onvermogen om emoties van zichzelf en anderen te herkennen, te beschrijven en uit te drukken. Hiervan zou vaak sprake zijn bij patiënten met veel lichamelijke klachten. Ze zijn daardoor minder goed om stressgerelateerde emoties te reguleren en dit uit zich in verhoogde fysiologische arousal en grotere kwetsbaarheid voor ziekten. |
|
|
Term
| Wat betekent idioms of distress? |
|
Definition
| Cultuurspecifieke manieren om de effecten van stressvolle gebeurtenissen te verklaren en te beleven. |
|
|
Term
| Hoe spelen iatrogene factoren een rol? |
|
Definition
Voorbeelden:
- als de huisarts routinematige vragen stelt, wordt de patiënt nog ongeruster;
- als de huisarts niets vindt, maar toch doorverwijst naar de cardioloog, dan wordt de patiënt nog ongeruster. |
|
|
Term
| Welke behandelingen lijken uit onderzoek het meest effectief en wat is het doel van deze behandelingen? |
|
Definition
| Psychologische behandelingen (met name CGT) die zich richten op de transdiagnostische mechanismen van het voortbestaan van deze stoornissen. Doel is niet perse het volledig doen verdwijnen van de klachten, maar er beter mee om leren gaan door minder preoccupatie met het lichaam en verbetering van levenskwaliteit. |
|
|
Term
| Waar zou de behandelaar zich op moeten focussen voor een effectieve behandeling? |
|
Definition
| Op de gevolgen van de symptomen i.p.v. naar de oorzaak van de stoornis. Als de therapeut gaat zoeken naar de oorzaken, dan komt de patiënt in een afwachtende houding hopende op antwoorden. |
|
|
Term
| Wat houdt casemanagement in bij de somatisatiestoornis? |
|
Definition
| Dat de huisarts een centrale rol speelt. Alle contacten met andere artsen en hulpverleners lopen via de huisarts en de patiënt komt daar op een vast tijdstip i.p.v. naar aanleiding van klachten. Klachten verdwijnen niet, maar kwaliteit van leven verbetert wel. |
|
|
Term
| Welke behandelingen worden ingezet bij somatisch-symptoomstoornis met pijn? |
|
Definition
| psychologische interventies, acupunctuur en fysiotherapie. |
|
|
Term
| Waar richt CGT zich op bij de ziekteangststoornis? |
|
Definition
- uitdagen van hypochondere gedachten, m.n. de misinterpretatie van lichamelijke verschijnselen;
- vermindering van het vragen om geruststelling;
- vermindering van veelvuldige controles op het lichaam.
- |
|
|
Term
| Wat beoogt hypnose in de behandeling van de conversiestoornis? |
|
Definition
| De integratie van impliciete (niet bewust waargenomen) en expliciete (bewust waargenomen) sensorische en/of motorische informatieverwerking. |
|
|
Term
| Wat is de aanpak bij de nagebootste stoornis? |
|
Definition
| Niet confronteren met het gedrag, maar een ondersteunende en begrijpende houding hebben en de patiënt zo geleidelijk in een behandeling loodsen waarin geleerd kan worden om adequater gedrag te vertonen om daarmee steun van anderen te ontlokken. |
|
|
