Term
Noem 3 aspecten van een angstreactie |
|
Definition
- subjectief gevoel van angst: bepalen of je bang bent of niet. - fysiologische reacties - gedragsmatig component: bijv actie (fight-flight) |
|
|
Term
Noem 4 gemeenschappelijke kenmerken van angststoornissen |
|
Definition
-subjectief ervaren angst - fysiologische reacties - vermijdingsgedrag - irrationele gedachten |
|
|
Term
Noem de 7 angststoornissen in de DSM-5 |
|
Definition
- separatieangststoornis - selectief mutisme - specifieke fobie - sociale-angststoornis - paniekstoornis - agorafobie - gegeneraliseerde-angststoornis |
|
|
Term
Separatieangststoornis: verandering in DSM-5? |
|
Definition
kan ook bij volwassenen worden gesteld. Belangrijke anderen zijn: ouders, opvoeders, kinderen. |
|
|
Term
Separatieangststoornis: wanneer kan diagnose gesteld worden? |
|
Definition
6 Maanden of langer nadrukkelijk aanwezig en minstens 3 kenmerken. |
|
|
Term
Selectief mutisme: 3 aspecten |
|
Definition
- minstens 1 mnd niet spreken in sociale situaties waarin dit wel verwacht wordt, in andere situaties wel - meestal voor 5de jaar - vaak met sociale angstklachten |
|
|
Term
Specifieke fobie: hoe lang om aan diagnose te voldoen? |
|
Definition
minstens 6 maanden angst voor specifiek object, situatie of overig |
|
|
Term
Specifieke fobie: noem de thema's voor specifieke fobie, object (3), situationeel (3), overig |
|
Definition
Objecten: dieren, natuurverschijnselen (hoogtes), bloed/injectie. Situationeel: liften, tunnels, vliegen. Overig: bijv situaties die tot stikken kunnen leiden. |
|
|
Term
Sociale-angststoornis: 3 belangrijke dingen |
|
Definition
- minstens 6 mnd - meest voorkomende angststoornis - performance only |
|
|
Term
Diagnose paniekstoornis 2 |
|
Definition
- steeds terugkerende paniekaanvallen die gepaard gaan met minsten 4 kenmerken - minstens 1 van de aanvallen gevolgd door minstens 1 mnd van aanhoudende zorg voor nieuwe aanval en/of je anders gedragen. |
|
|
Term
|
Definition
bang om aanval te krijgen |
|
|
Term
|
Definition
- minstens 6 maanden - angst in minstens 2 situaties waaruit men moeilijk weg kan of waarin geen hulp is bij paniek of verschijnselen die als schaamtevol worden beleefd. |
|
|
Term
Gegeneraliseerde angststoornis: wat is het? |
|
Definition
overmatig piekeren en gekweld worden door buitensporige angst en bezorgdheid over meerdere gebeurtenissen of activiteiten. |
|
|
Term
Gegeneraliseerde angststoornis: criteria diagnose |
|
Definition
3 van 6 criteria die meer aanwezig dan afwezig moeten zijn geweest in de afgelopen 6 maanden. |
|
|
Term
Gegeneraliseerde angststoornis: 7 kenmerken |
|
Definition
- rusteloosheid - snel vermoeid - moeite met concentreren - ergens niet op kunnen komen - prikkelbaar - spierspanning - slaapstoornis |
|
|
Term
Prevalentie: lifetime in NL |
|
Definition
|
|
Term
Prevalentie: welke leeftijd sterkste toename in angststoornissen? |
|
Definition
|
|
Term
Prevalentie: man vrouw verdeling |
|
Definition
|
|
Term
Op welke leeftijd ontstaat de separatieangststoornis meestal? |
|
Definition
|
|
Term
Welke leeftijd meestal GAS en paniekstoornis? |
|
Definition
|
|
Term
Comorbiditeit: andere angststoornissen |
|
Definition
|
|
Term
Comorbiditeit: stemmingsstoornissen |
|
Definition
|
|
Term
Comorbiditeit: middelen afhankelijkheid |
|
Definition
|
|
Term
Biologische theorieën: neurotransmitters 3 |
|
Definition
- norepinefrine toename door stress - minder serotonine leidt tot angstreacties - GABA heeft angstdempend effect |
|
|
Term
Biologische theorieën: angstnetwerk 3 |
|
Definition
- insula: betrokken bij verwerking emoties en interoceptief bewustzijn - amygdala: snel toekennen van betekenis aan een mogelijk dreigende situatie - anterieure cingulate cortex: toenaderings/vermijdingsgedrag en aanleren vreesreacties |
|
|
Term
Hoe werkt klassieke conditionering van angst? |
|
Definition
neutrale of zelfs positieve situaties krijgen een nieuwe beangstigende betekenis. |
|
|
Term
Leg operante conditieonering bij angststoornissen uit 3 |
|
Definition
- vluchtgedrag: iemand die paniekaanval in trein krijgt, merkt dat uitstappen de klachten doet afnemen. - vermijdingsgedrag: niet meer met trein gaan leidt tot afname paniekaanvallen - veiligheidsgedrag: alleen met partner de trein pakken leidt tot afname paniek |
|
|
Term
Cognitieve theorieën: interpretatiebias |
|
Definition
aandacht richt zich op angstige aspecten van een situatie die negatief geïnterpreteerd worden. |
|
|
Term
Cognitieve theorieën: geheugenbias |
|
Definition
zich eerdere situaties herinneren met angstige gevoelens en fysiologische verschijnselen. |
|
|
Term
Cognitieve theorieën: cognitieve schema's: instrumentele opvattingen |
|
Definition
doet dat wel, doe dat niet |
|
|
Term
Cognitieve theorieën: cognitieve schema's: conditionele opvattingen |
|
Definition
|
|
Term
Beloop: hoeveel % valt terug? |
|
Definition
20% 30-60% als men ook comorbide angst- en stemmingsstoornis heeft |
|
|
Term
Beloop: hoeveel % herstelt? |
|
Definition
|
|
Term
Taxatie van angst: waar nuttig voor 2? |
|
Definition
- inzet juiste behandeling - wetenschappelijk onderzoek |
|
|
Term
Taxatie van angst: casusconceptualisatie |
|
Definition
hoe zijn de klachten ontstaan en hoe worden ze in stand gehouden. |
|
|
Term
Taxatie van angst: sequentiële associatie |
|
Definition
- als dit...dan dat - geen eerdere nare ervaringen - interventies richten zich op het verifiëren van angstige verwachtingen |
|
|
Term
Taxatie van angst: referentiële associatie |
|
Definition
- situatie doet denken aan - interventie: verwerking/herevaluatie eerdere situatie |
|
|
Term
Taxatie van angst: periodieke taxatie |
|
Definition
taxatie tbv behandel evaluatie |
|
|
Term
Taxatie van angst: 4 methoden |
|
Definition
- interview: bijv SCID-I - zelfrapportagevragenlijsten - zelfregistratiemethoden en observatie - uitvoeren gedragstaak |
|
|
Term
Behandeling: specifieke fobie |
|
Definition
voorkeur voor gedragstherapie: exposure. Eventueel ondersteuning door benzo. |
|
|
Term
Behandeling: paniekstoornis |
|
Definition
CGT + medicatie 1ste keuze: SSRI en SNRI 2de keuze: benzo |
|
|
Term
|
Definition
- functieanalyse: welke positieve gevolgen houdt het pathologisch gedrag in stand en welke negatieve gevolgen verhinderen gewenst gedrag - betekenisanalyse: opsporen disfunctionele betekenissen |
|
|
Term
|
Definition
- psycho-educatie - registratie-opdrachten - relaxatietechnieken - cognitieve herstructurering - socratische dialoog - exposure-oefeningen - respospreventie - vaardigheidstraining - terugvalpreventie |
|
|
Term
Cognitieve herstructurering |
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
gezamenlijk de gedachte van de clt. als hypothese onderzoeken op realiteitsgehalte (= collaborative empiricism) |
|
|
Term
3 soorten exposure-oefeningen |
|
Definition
- in vivo - interoceptief - imaginair |
|
|
Term
|
Definition
geen veiligheidsgedrag uitvoeren |
|
|
Term
|
Definition
wanneer behandeling onvoldoende effect heeft, dan leren omgaan met angstklachten. |
|
|