Term
Welke 6 neurobiologische ontwikkelingsstoornissen onderscheid DSM-5? |
|
Definition
- verstandelijke beperking - communicatiestoornissen - ASS - ADHD - specifieke leerstoornissen - motorische stoornissen |
|
|
Term
Voor welke leeftijd manifesteren neurobiologische ontwikklelingsstoornissen meestal? |
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
ontwikkelingsstoornis dringt diep door in verschillende aspecten van het functioneren (voelen, waarnemen, denken, handelen) |
|
|
Term
Welke 2 aspecten verhullen ASS? |
|
Definition
Hoge intelligentie en goed gestructureerd steunsysteem. |
|
|
Term
Welke 2 domeinen bevat ASS? |
|
Definition
- domein 1: sociale communicatie en interactie - domein 2: repetitieve gedragingen en interesses |
|
|
Term
Welke 3 aspecten vallen onder domein 1 van ASS? |
|
Definition
- afwijkende sociale wederkerigheid - afwijkende non-verbale communicatie - moeilijkheden met relaties |
|
|
Term
Welke 4 aspecten vallen onder domein 2 van ASS? |
|
Definition
- stereotiepe bewegingen, gedragingen of spraak - moeite met veranderingen - stereotiepe interesses - sensorische overgevoeligheid (of ondergevoeligheid) |
|
|
Term
Criteria voor diagnose ASS |
|
Definition
Symptomen uit beide domeinen vereist en tenminste 5 criteria. |
|
|
Term
|
Definition
- vereist steun - vereist substantiële steun - vereist zeer substantiële steun |
|
|
Term
Wat is er in DSM-5 gewijzigd in diagnose ASS? 2 |
|
Definition
- dimensionele insteek: PDD-NOS, Asperger en klassiek autisme is nu ASS en onderverdeeld in niveau van ernst - anamnese vroege kindertijd is minder onmisbaar. Gedragingen moeten aanwezig zijn in de kindertijd, maar problemen ontwikkelen zich soms pas later. |
|
|
Term
Sociale communicatiestoornis |
|
Definition
Alleen voor domein 1 ASS gevonden criteria. |
|
|
Term
Handelingsgerichte diagnostiek ASS |
|
Definition
Na testonderzoek een goede inschatting maken van sterke en zwakke kanten van clt. |
|
|
Term
Hoe wordt diagnostiek naar ASS gedaan? |
|
Definition
- heteroanamnese (info uit kindertijd) en semi-gestructureerd interview (wegens beperkt ziekte-inzicht) - biologisch of neurocognitief onderzoek niet mogelijk |
|
|
Term
|
Definition
- 35-60% erfelijk, bij vrouwen minder - 40-60% omgevingsfactoren - 10-15% onderdeel van genetische stoornis |
|
|
Term
|
Definition
- obsessief-compulsieve stoornis 30% - sociale angststoornis 29% - ADHD 28% |
|
|
Term
6 omgevingsfactoren bij ontstaan van ASS |
|
Definition
- geboortetrauma's - navelstrengcomplicaties - hoe ouder de vaders, hoe meer kans. Mindere mate moeders. - infectieziekten tijdens zwangerschap - chemicaliën - antidepressiva |
|
|
Term
2 beschermende factoren ASS |
|
Definition
- foliumzuur - MTHFR 677 genmutatie i.c.m. foliumzuur |
|
|
Term
4 dingen uit historisch perspectief ASS |
|
Definition
- Bleuler: term autismus 1911 - Kanner: infantiel of vroegkinderlijk autisme 1943 - Asperger: infantiel autisme met normale taalontwikkeling 1944 - tot jaren '70: schizofrenie in de kindertijd, sinds DSM-III aparte categorie |
|
|
Term
Behandeling ASS bij kinderen 2 |
|
Definition
- cgt: comorbide angststoornissen bij normaal tot hoog IQ - gedragstherapie + medicatie: SoVa verbeteren. Medicatie voor angst, boosheid en impuls vermindering (Risperidon) |
|
|
Term
Behandeling ASS volwassenen |
|
Definition
- psychoeducatie voor de acceptatie - MBSR reduceert comorbide klachten |
|
|
Term
|
Definition
- onoplettendheid - impulsiviteit - hyperactiviteit |
|
|
Term
|
Definition
- overwegend onoplettend sinds 6 maanden - overwegend hyperactief en impulsief sinds 6 maanden - gecombineerde type sinds 6 maanden (komt meeste voor) |
|
|
Term
Welke 4 problemen ervaren volwassenen met ADHD? |
|
Definition
- aangaan sociale contacten - onderhouden relaties - socio-economische status - academische en professionele prestaties |
|
|
Term
|
Definition
- angststoornissen 47% - stemmingsstoornissen 38% - verslaving 15% |
|
|
Term
|
Definition
- symptomen op 1 van beide terreinen (1. onoplettendheid, 2. hyperactiviteit en impulsiviteit) - volwassenen minimaal 5 symptomen (kinderen 6) - verschillende symptomen tenminste op 2 terreinen (school, werk, thuissituatie, interpersoonlijke contacten) aanwezig - voor 12de jaar aanwezig |
|
|
Term
Welke 3 factoren bemoeilijken vinden diagnose ADHD bij volwassenen? |
|
Definition
- onderrapporteren - maskeren symptomen: delegeren, doorzettingsvermogen (overgestructureerd) - comorbiditeit |
|
|
Term
3 stappen ADHD diagnotiek |
|
Definition
1) symptomen vaststellen (screeningsformulieren en vragenlijsten) 2) oorsprong symptomen, uitsluiten alternatieve verklaringen (semi-gestructureerd interview) 3) comorbiditeit (heteroanamnese) |
|
|
Term
|
Definition
- gescheiden laag opgeleide man - erfelijkheid 75%: complexe gen-gen en gen-omgevingsinteractie - biologisch: roken tijdens zwangerschap, prematuriteit, laag geboortegewicht - psychosociaal: opvoedingsgedrag, gezinsomgeving |
|
|
Term
Wat beïnvloed persistentie ADHD? 2 |
|
Definition
- veel restricties op school, werk, thuis relaties - aanwezigheid van comorbide depressieve- of angststoornis |
|
|
Term
|
Definition
- wereldwijd 5,3% - 50% houdt diagnose in volwassenheid, volwassenen NL 2,1% - man vrouw 2:1 |
|
|
Term
|
Definition
- medicatie: stimulatia, SSRI bij comorbide angst en depressie, tricyclische AD bij oppositioneel gedrag en tics, antihypertensiva (Clonidine) bij hyperactiviteit en impulsiviteit. - gedragstherapie: leren strutureren en praktische voorzorgsmaatregelen nemen. Niet altijd effectief, dus beperkt toegepast. - kwaliteit van leven verbeteren is de taak van de psycholoog. |
|
|