Term
|
Definition
Houdt zich bezig met psychologisch afwijkend gedrag, met gevoelens en gedragingen van mensen die irrationeel en moeilijk te begrijpen zijn, die slecht zijn aangepast en die schadelijk voor henzelf en/of voor hun omgeving zijn. |
|
|
Term
|
Definition
Vaststellen van welke afwijkende gedragingen gedachten en gevoelens bij een psychische stoornis hoort. |
|
|
Term
Welke methoden van een diagnostisch onderzoek kan een psycholoog gebruiken om gegeven te verzamelen over de client? |
|
Definition
- Klinisch intervieuw: de hulpverlener vraagt wat de klachten zijn en wat de aard van de klachten zijn.
-Zelfbeoordelingslijst: doormiddel van een vragenlijst weet de hulpverlener hoe de client zichzelf en zijn problemen ziet.
- dagboek: de client kan zo de frequentie van bepaalde ervaringen bijhouden.
-observatie: het gedrag observeren om zo meer informatie te krijgen over de client. |
|
|
Term
|
Definition
een classificatiesysteem die het meest gebruikt word. |
|
|
Term
Uit welke 5 assen bestaat de DSM-IV? |
|
Definition
1. Een specificatie van de belangrijkste stoornissen.
2. beschrijving van het verloop van de psychische afwijkingen op langere termijn en welke ontwikkelings- of persoonlijkheidstoornis daarbij eentol speelt
3. Beschrijving van de lichamelijke conditie en de mogelijk invloed op de psychische toestand.
4. Beschrijving van de stressvolle omstandigheden die in het recente verleden zijn voorgevallen.
5. Beschrijving van iemands algemene functioneren (GAF-schaal) |
|
|
Term
Wanneer is er sprake van een angststoornis? |
|
Definition
Wanneer een angst veel voorkomt en/of extreem is. |
|
|
Term
Welke vormen van angststoornissen zijn er? |
|
Definition
- Fobieen: angst voor een object
-Panische stoornis: Plotseling een intense schrik ervaart.
-hyperventilatie: ademnood, hartkloppingen, trillen, transpireren enz.
- Obsessieve-compulsieve stoornissen: Steeds opdringende gedachte, waardoor dwangmatig word. |
|
|
Term
Wat zijn de oorzaken van angststoornissen? |
|
Definition
Stimulusgeneralistaite en stimulusdiscriminatie |
|
|
Term
Wat is een somatoforme stoornis? |
|
Definition
als iemand zonder aanwijsbare lichamelijke gebreken ineens lichamelijke klachten vertoont. |
|
|
Term
Wanneer is er sprake van een verslavingsstoornis? |
|
Definition
als iemand in extreme mate bepaalde middelen gebruikt en daarbij een fysiologische afhankelijkheid voor die middelen ontwikkelt. |
|
|
Term
Welke 2 gevolgen heeft de fysiologische afhankelijkheid van middelen? |
|
Definition
- Tolerantie voor het middel neemt toe
- bij het stoppen treden ontwenningsverschijnselen op. |
|
|
Term
Welke 2 types van alcoholisme bestaan er en wat houden ze in? |
|
Definition
Type 1: sociale drinker -> Eerste stadium van alcoholisme -> middenstadium -> Late stadium
Type 2: ontstaat meestal bij mannen, heeft extreme bijverschijnselen en is vaker gekoppeld aan crimineel gedrag. |
|
|
Term
Wat kunnen de oorzaken zijn van een verslaving? |
|
Definition
Sociale omgeving speelt een belangrijke rol. Ook persoonlijke problemen kunnen oorzaak zijn om te pijn te verdoven, prettige roes, aanpassing en houding geven. |
|
|
Term
Wanneer is er sprake van een stemmingstoornis? |
|
Definition
Wanneer een persoon langdurig onderhevig is aan een emotionele toestand die als negatief wordt ervaren. |
|
|
Term
Wanneer is er sprake van een manische stoornis? |
|
Definition
- bij een opgeblazen gevoel van eigenwaarde en grootheidswaarn.
- minder slaapbehoefte
- verhoogde spraakzaamheid
-verminderde concentratie
- toename van activiteiten
- overmatig storten in plezierige activiteiten. |
|
|
Term
Wat zijn de oorzaken van een stemmingsstoornis? |
|
Definition
- Biologisch oorzaak: erfelijkheid, verstoring in overdracht, de heropname en de productie van bepaalde neurotransmitters.
- omgevingsoorzaak: ingrijpende negatieve ervaring
|
|
|
Term
Aan welke kenmerken moet iemand met schizofrenie hebben om de diagnose te krijgen? |
|
Definition
1. Wanen
2. Hallucinaties
3. Onsamenhangende spraak
4. Ernstig chaotisch of katatoon gedrag
5. Vervlakking van gevoel
Iemand moet minstens aan 2 kenmerken voldoen om deze stoornis te hebben. |
|
|
Term
Wat zijn de oorzaken van schizofrenie? |
|
Definition
- Erfelijkheid kan leiden tot een gevoeligheid voor het ontwikkelen van schizofrenie.
- Neurologische oorzaken: Subtiele verschillen in de anatomie en het functioneren van de prefrontale cortex.
- omgevingsoorzak: Stressvolle situaties kan een acute schizofrenie uitlokken. |
|
|
Term
Welke psychofarmaca kunnen er worden voorgeschreven? En wat houd het in? |
|
Definition
- Antipsychotica: Stoffen met een kalmerende en dempende werking. Deze worden voorgeschreven bij wanen en hallucinaties.
- Antidepressiva: stoffen die tot stemmingsverbetering kunnen leiden bij depressieve patienten en bij patienten met angststoornissen, agressie, dwangverschijnselen, slaapstoornissen, sociale fobie en eetstoornissen. Verbeterd de neurotransmissie.
- Anxiolitica en hypnotica: Stoffen die angst verminderen en slaap teweeg brengen. |
|
|
Term
Welke niet-farmacologische kunnen ook een neurologische invloed hebben? |
|
Definition
- Lichttherapie: Voor patienten die aan een winterdepressie.
- Electroconvulsieve therapie: twee elektroden worden op de schedel geplaatst waarmee gedurende een korte tijd een elektrische schok door de hersenen wordt geleid.
- Deep brain stimulatie: twee gaatjes in de schedel geboord, waardoor elektroden worden gestoken in de accembens (gebiedje aan de boven-voorkant van de hersenen). |
|
|
Term
Uit welke opvatting komt gedragstherapie voort? |
|
Definition
dat problematische gedragingen en problematische gevoelens in het verleden zodanig zijn aangeleerd en bekrachtigd, dat ze in stand worden gehouden. |
|
|
Term
Wat is een zelfcontrolemodel? |
|
Definition
De patient kan zichzelf bekrachtigen door een zelfcontrolemodel. Deze is ontwikkelt voor patienten die depressief zijn. Volgens Rem (1977) komt die depressie voort uit het resultaat van negatieve zelfevaluaties, een hoog niveau van zelfbestraffing en een gebrek aan positieve bekrachtiging. |
|
|
Term
|
Definition
Een behandelmethode om irreele angsten die in bepaalde situaties optreden uit te doven. De patient wordt gedwongen om zich aan de angstbevorderende situatie bloot te stellen. Dit kan op 2 manieren. In verbeelding en in vivo (daadwerkelijk aan een angstopwekkende situatie wordt blootgesteld.) |
|
|
Term
Wat betekent de begrippen: Graduele exposure, relaxatie en systematische desenitisatie? |
|
Definition
Graduele exposure: Wanneer er een hierarchie van situaties worden opgesteld.
Relaxitie: De patient leer hoe hij zichzelf kan ontspannen in een angstopwekkende situatie.
Systematische desenitisatie: een combinatie van ontspanning en graduele exposure. |
|
|
Term
Wat is een aversietherapie? |
|
Definition
Een behandeling die gebruikmaakt van klassieke conditionering, door aan een gedrag dat moet worden afgeleerd te koppelen aan een stimulus die afkeer oproept. |
|
|
Term
Wat houd een cognitieve therapie in? |
|
Definition
het gaat in de eerste plaats om de onderliggende gedachten en perceptiesdie ten grondslag liggen aan de gevoelens en de gedragingen van mensen. |
|
|
Term
Wat is het doel van cognitieve therapie? |
|
Definition
De cognitieve schema's (gedachten en gevoelens) die mensen hanteren bij het interpreteren van situaties, te achterhalen en om vervolgens aan te tonen dat bepaalde schema's irreeel zijn. |
|
|
Term
Wat betekent het begrip self-fullfilling prophecy? |
|
Definition
Door dat iemand iets denkt, zal de kans groot zijn dat die gedachten uitkomen. Daardoor word het schema van een persoon bevestigt. |
|
|
Term
Welke soorten schema's bestaan er? |
|
Definition
1. Basisschema's: bestaan uit fundamentele opvattingen die mensen hebben over zichzelf, anderen en de omringende wereld.
2. Conditionele schema's: zijn veronderstellingen over de relaties die er zijn andere mensen.
3. Instrumentele schema's: zijn vooronderstellingen over hoe ze met situaties die angst of problemen kunnen oproepen, het beste kunnen omgaan. |
|
|
Term
Wat is een Socratische dialoog en uitdagen? |
|
Definition
De therapeut gaat hiermee met de client na of een bepaalde schema's kloppen. Deze dialoog bestaat uit een ondervraging. |
|
|
Term
Hoe ontstaan psychische problemen volgens het driftmodel? |
|
Definition
Door een conflict tussen de driftmatige impulsen en verlangens in het Es en het verbod van het Uber-ich om die verlangens te uiten. |
|
|
Term
Welke twee relationel processen voor een goede psychische ontwikkeling? |
|
Definition
1. Hechting: aan belangrijke anderen zal zodanig moeten zijn dat het kind veiligheid ervaart.
2. Onthechting: het kind zal zich tot een zelfstandige persoon moeten ontwikkelen en zich los moeten maken van opvoeders en verzorgers. |
|
|
Term
Wat is belangrijk in de behandeling volgens de psychoanalytische theorie? |
|
Definition
- de relatie tussen de therapeut en de client moet centraal staan.
-Client moet vertrouwen hebben in de therapeut om onbewuste conflicten te lijf te gaan.
- Psychische problemen uit het verleden moeten opnieuw herleeft worden.
- De client moet inzicht krijgen in eigen conflicten, gevoelens en de afweer- of verdringingsmechanismen.
|
|
|
Term
Wanneer kan systeemtherapie worden toegepast? |
|
Definition
Als een client de eigen problemen zodanig omschrijft dat er anderen bij betrokken zijn, of als de therapeut het sterke vermoeden heeft, dat de relatie met anderen een rol speelt bij de problematiek. |
|
|
Term
Waar richt de systeemtherapie zich op? |
|
Definition
Om de vaste patronen in de wederzijdse gedragingen en de daarbij behorende opvattingen en gevoelens tussen partners of gezinsleden te verhelderen, zodat duidelijk wordt hoe die patronen daardoor in stand worden gehouden. |
|
|
Term
Wat word er in de diagnosefase van systeemtherapie in kaart gebracht? |
|
Definition
- Problematiek van de client
-Hoe anderen op de client reageren en hoe ze hiermee het problematische gedrag versterken.
- Wat de functie is van het probleemgedrag voor de client?
|
|
|
Term
Waar richt een systeemtherapie zich op na de diagnosefase? |
|
Definition
1. bespreken van de opvattingen, wensen en gevoelens (die uit het diagnosefase komen) en de manier waarop die het gedrag sturen.
2. onderhandelen tussen de gezinsleden over wat ze van elkaar willen.
3. het terugdringen van wederzijdse acties en reacties die het ongewenste patroon in stand houden.
|
|
|
Term
Welke methodes kan er worden gebruikt in systeemfase om het patroon te veranderen? |
|
Definition
- oefenen: twee of meer gezinsleden oefenen met problematische situaties en opdrachten geven om op een andere manier op elkaar te reageren.
- Feedback: Na de oefening kan de therapeut of een ander gezinslid feedback geven over de oefening.
- gedragscontracten: waarin word vastgelegd hoe gezinsleden op elkaar dienen te reageren en waarbij wordt aangegeven welke beloning men aan elkaar verschaft als men zich aan het contract houdt.
- Zelfcontroleprocedure: een dagboekje bij houden bv. |
|
|
Term
Welke kenmerken van de client bevorderen en belemmeren het effect van de therapie? |
|
Definition
Bevorderen:
vriendelijk-onderworpen interpersoonlijke stijl, verbaal vaardig, kunnen uiten van emoties, kunnen begrijpen van de interpretaties van de therapeut en gemotiveerd zijn voor de behandeling.
Belemmeren:
extreme vrijandigheid, agressie, dominantie, zwakke familiebanden en problemen in het onderhouden van relaties. |
|
|