Term
| Wat is de algemene verandering van 2-6 jaar? |
|
Definition
- 8 kg toenamen in gewicht (circa 20 kg)
- 110-120: hoofd groeit minder snel dan de rest van het lichaam
- einde van de kleutertijd: verlies babytandjes
- gekenmerkt door asynchronie:
gewicht en lengte volgen algemeen groeipatroon, maar hoofd, hersenen en genitaliën niet. |
|
|
Term
| Hoe evolueert de ruwe motorische ontwikkeling? |
|
Definition
- sterker evenwicht of balans door hersenontwikkeling
- inhaalbeweging van groei van de rest van het lichaam: verschuiving van het zwaartepunt
--> leren wandelen als een volwassenen; gooien en vangen van een bal; driewieler leren berijden |
|
|
Term
| Hoe evolueert de fijne motorische ontwikkeling? |
|
Definition
sterke toename en veroorzaakt een toegenomen zelfredzaamheid:
- kunnen eten met een vork (3 à 4 jaar)
- met mes en vork (5 jaar)
- veters strikken (6 jaar)
- prikken, schaar hanteren, tekeningen inkleuren
- tekenen |
|
|
Term
| Hoe evolueert tekenen tijdens dit stadium? |
|
Definition
- 2 jaar: krabbelstadium
- 3 à 4 jaar: betekenis of verwijzingswaarde toekennen (kopvoeter en toevallig realisme)
- 4 à 5 jaar: mislukt realisme
- 5 à 6 jaar: verstandelijk realisme
- 8 à 9 jaar: visueel realisme |
|
|
Term
|
Definition
| achteraf benoemen van een tekening |
|
|
Term
|
Definition
| op voorhand bepalen, maar niet in de tekening slagen |
|
|
Term
|
Definition
| tekening is uitdrukking van de belevingswereld van het kind; hoeft niet per se overeen te komen met de realiteit |
|
|
Term
|
Definition
dingen tekenen zoals ze er werkelijk uitzien:
- meer aandacht voor diepte-elementen
- meer organisatie; geen losse figuren meer |
|
|
Term
| In welke fase zitten we volgens Piaget? |
|
Definition
|
|
Term
| Wat zijn de kenmerken van de pre-operationele fase |
|
Definition
- uitgestelde imitatie
- taal (volgens Piaget maar een beperkte rol)
- verbeeldings- of fantasiespel en sociodramatische spel
- tekenen |
|
|
Term
|
Definition
| via voorstelling betekenissen toekennen aan objecten die op zich die betekenis niet hebben |
|
|
Term
| Wat is de bijdrage aan ontwikkeling van fantasiespel? |
|
Definition
sociale vaardigheden ontwikkelen
versterken van vele cognitieve vaardigheden
inzicht in reële levenssituaties |
|
|
Term
|
Definition
het idee dat een symbolisch object zowel:
- een object op zich is
- een symbool is dat naar iets anders verwijst |
|
|
Term
|
Definition
| de symbolische gezichtspunten van andere mensen niet kunnen onderschieden van het eigen gezichtspunt |
|
|
Term
|
Definition
| de overtuiging dat niet-levende objecten de kwaliteiten van levende wezens hebben |
|
|
Term
|
Definition
| idee dat alles tot iets dient of een bedoeling heeft |
|
|
Term
|
Definition
| levenloze objecten hebben een gezicht en een emotionle geladenheid |
|
|
Term
|
Definition
| het geloof dat je de loop van de dingen kan veranderen |
|
|
Term
|
Definition
| het idee dat bepaalde fysieke eigenschappen van voorwerpen dezelfde blijven, zelfs wanneer hun uiterlijke verschijningsvorm verandert |
|
|
Term
| in welke gebreken resulteert conservatie? |
|
Definition
- centratie: aandacht richten op één aspect en andere verwaarlozen
- gebrek voor evolutie tussen begin- en eindtoestand
- onomkeerbaarheid of irreversibiliteit: kan een reeks van stappen niet in gedachten omkeren |
|
|
Term
| hiërarchische classificatie |
|
Definition
| het organiseren van voorwerpen in klassen en subklassen op basis van gelijkenissen en verschillen |
|
|
Term
| Wat was de kritiek op Piaget? |
|
Definition
- beschrijft kleuters op basis van wat ze niet kunnen
- het onderschatten van het kunnen van kleuters |
|
|
Term
| wat is volgens Vygotsky het belang van private taal? |
|
Definition
| Private taal is van groot belang. Het helpt om gedrag te sturen en vormt de basis van hogere cognitieve processen |
|
|
Term
| Hoe zit het met aandacht bij kleuters? |
|
Definition
| Ze hebben een korte aandachtsspanne. Ze kunnen moeilijk op details letten en raken makkelijk afgeleid. Ze zijn wel bete in plannen |
|
|
Term
|
Definition
| overtuiging die niet overeenkomt met de realiteit, die het gedrag van mensen kan beïnvloeden |
|
|
Term
|
Definition
| samenhangend geheel van ideeën over mentale activiteiten. |
|
|
Term
| Wat zijn de factoren die bijdragen tot theory of mind? |
|
Definition
- taal
- cognitieve vaardigheden
- sociale vaardigheden |
|
|
Term
|
Definition
| verbinden van een woord met het onderliggend concept na zeer korte kennismaking met het woord |
|
|
Term
| principe van werderzijdse exclusiviteit |
|
Definition
- aangeboren capaciteit
- veronderstellen dat woorden verwijzen naar niet-overlappende categorieën
- idee dat nieuwe woorden verwijzen naar nieuwe objecten |
|
|
Term
|
Definition
| staren met 2-woordzinnen en na pauze het 2de woord, pas na een tijd worden de woorden in 1 zin gezet |
|
|
Term
|
Definition
Het 2de keer herhalen van wat belangrijk is
vb 'zon schijnt'/'zon zon' |
|
|
Term
| Wat moeten de ouders doen bij het ondersteunen van taalontwikkeling? |
|
Definition
- helpende expliciete feedback geven
- fouten niet overmatig corrigeren
--> uitbreidingen en herformuleren |
|
|
Term
| uitbredingen (expansions) |
|
Definition
| reacties van volwassenen die uitdrukking van het kind verder uitwerken en die daardoor complexer maken |
|
|
Term
| herformuleringen (reacasts) |
|
Definition
| reacties van volwassenen die foutief taalgebruik herstructureren tot de correcte vorm |
|
|
