Term
Waar kan gebruik van worden gemaakt voor de diagnostiek van angststoornissen? |
|
Definition
Het Structural Clinical Interview for DSM-IV Axis I Disorders en daarnaast kunnen zelfrapportagevragenlijsten aanvullende informatie geven. |
|
|
Term
Wat is het angst-reductie model? |
|
Definition
Fobie wordt in stand gehouden doordat vermijdingsgedrag wordt bekrachtigheid door de angstreductie die op vermijding volgt. |
|
|
Term
Welke technieken kunnen ingezet worden bij een enkelvoudige fobie? (3 punten) |
|
Definition
1. Exposure in vivo 2. Exposure in vitro 3. Virtual reality |
|
|
Term
Wat is de belangrijkste klassieke exposure regel? |
|
Definition
Zo lang mogelijk blootstellen dat de spanning behoorlijk is gezakt. |
|
|
Term
Waar moet rekening meegehouden worden bij de behandeling van bloed, injectie of letselfobie? |
|
Definition
|
|
Term
Wat is de bifasische respons? |
|
Definition
Er treedt eerst een verhoging van de bloeddruk op e daarna een verlaging, waardoor flauwvallen voor kan komen. |
|
|
Term
Wat is het doel bij bloed, injectie of letselfobie? |
|
Definition
Bij bloed, injectie of letselfobie moet er juist niet meer ontspannen worden, maar meer aangepassen, dit gebeurd met applied tension. |
|
|
Term
|
Definition
Kleine signalen van bloeddrukverlaging herkennen en vervolgens reageren met de spieren aan te spannen zodat de bloeddruk verhoogd wordt. |
|
|
Term
Waar wordt de nadruk opgelegd in het cognitieve model? |
|
Definition
In het cognitieve model wordt de nadruk gelegd op de psychologische factoren die een rol kunnen spelen bij een paniekaanval. |
|
|
Term
Waar bestaat een positieve feedback loop tussen in het cognitieve model? |
|
Definition
In het cognitieve model wordt de positieve feedbackloop tussen fysiologische arousal en angst uitgelegd waardoor er uiteindelijk een paniekaanval ontstaat. |
|
|
Term
Wat is introceptieve exposure? |
|
Definition
Patient stelt zichzelf bloot aan lichamelijke signalen waar hij bang voor is. |
|
|
Term
|
Definition
Een belangrijk onderdeel van cognitieve therapie is dat de patient de opeenvolging van de gebeurtenissen tijdens een recente paniekaanval op een rijtje probeert te zetten. |
|
|
Term
Wat is toegepaste relaxatie? |
|
Definition
Signalen van angst leren herkennen en vervolgens mee om leren gaan ipv zich te laten overweldigen. |
|
|
Term
Wat zijn de fasen van toegepaste relaxatie? (5 punten) |
|
Definition
1. Registratie angstsignalen 2. Training in progressieve relaxatie 3. Cue-controlled relaxation 4. Generalisatie 5. Toepassen |
|
|
Term
Wat houdt de training in progressieve relaxatie in? |
|
Definition
Systematisch aanspannen en ontstappen van verschillende spiergroepen. |
|
|
Term
Wat is cue-controlled relaxation? |
|
Definition
Op commando leren ontspannen. |
|
|
Term
Wat houdt generalisatie in bij ontspannen? |
|
Definition
Ontspanning generaliseren naar andere situaties. |
|
|
Term
Waar gaat een paniekstoornis vaak mee samen en wat is de belangrijkste behandeling hiervoor? |
|
Definition
Een paniekstoornis gaat vaak samen met agorafobie, de belangrijkste behandeling hiervoor is exposure in vivo. |
|
|
Term
Wat is prolonged exposure in vivo? |
|
Definition
Langere tijd, minimaal 2 uur, blootgesteld worden aan de agorafobische situatie tot de angst daalt. |
|
|
Term
|
Definition
Angststoornis waarbij de patient situaties vreest waarin hij mogelijk kritisch wordt beoordeeld. |
|
|
Term
Wat zijn de meest gebruikte behandelstrategieën bij sociale fobie? (3 punten) |
|
Definition
1. Sociale vaardigheidstraining 2. Exposure in vivo 3. Cognitieve therapie |
|
|
Term
Wat zijn problemen bij exposure in vivo bij sociaal fobici? (4 punten) |
|
Definition
1. Blootstelling is vaak te kort 2. Intrinsieke tijdslimiet is beperkt 3. Exposure levert vaak geen directe informatie op over hoe realistisch de angst is 4. Sociale situaties zijn onvoorspelbaar |
|
|
Term
Welke combinatie van behandelstrategieën wordt ingezet bij sociale fobie? (4 punten) |
|
Definition
1. Responspreventie 2. Training van sociale vaardigheden 3. Cognitieve therapie 4. Groepsbehandeling |
|
|
Term
|
Definition
Voorkomen dat je gedrag dat met de angst te maken heeft verbergt. |
|
|
Term
Waar focust cognitieve therapie op bij angststoornissen? (2 punten) |
|
Definition
1. Kwaliteit van sociaal functioneren 2. overschatten van gevaren. |
|
|
Term
Wat is een obsessief compulsieve stoornis? |
|
Definition
Dwangstoornis die bestaat uit een mentale component (obsessies) en motorische component (compulsies). |
|
|
Term
Is een obsessief compulsieve stoornis moeilijk of makkelijk te behandelen? |
|
Definition
|
|
Term
Waar kunnen positieve resultaten mee worden bereikt bij een obsessief compulsieve stoornis? |
|
Definition
Met exposure in vivo worden positieve resultaten geboekt bij een obsessief compulsieve stoornis. |
|
|
Term
Waar bestaat de behandeling exposure in vivo met responspreventie uit? (3 punten) |
|
Definition
1. Responspreventie 2. Exposure in vivo 3. Modelling |
|
|
Term
|
Definition
Therapeut doet voor, cliënt doet het na. |
|
|
Term
Wat is graduele exposure? |
|
Definition
Stap voor stap wennen aan de exposure. |
|
|
Term
Welke behandeling naast exosure in vivo lijkt ook effectief te zijn bij een obsessief compulsieve stoornis? |
|
Definition
Een behandeling met cognitieve methoden lijkt ook effectief te zijn bij obessief-compulsieve stoornissen. |
|
|
Term
Waar ligt de nadruk op in Beck’s cogntieve gedragstherapie? (3 punten) |
|
Definition
1. Fouten in perceptie 2. Trekken van verkeerde conclusies 3. Gestoorde informatieverwerking |
|
|
Term
Wat is een gegeneraliseerde angststoornis? |
|
Definition
Angststoornis met als kenmerk buitensporige angst en bezorgdheid over uiteenlopende zaken. |
|
|
Term
Wat werkt goed bij een gegeneraliseerde angstsstoornis? |
|
Definition
Bij gegeneraliseerde angststoornis kan toegepaste ontspanning goed werken. |
|
|
Term
Wat voor een soort cognitieve benaderingen werken ook bij een gegeneraliseerde angstsstoornis? |
|
Definition
Cognitieve benaderingen gericht op het veranderen van disfunctionele cognities kan ook werken bij gegeneraliseerde angststoornis. |
|
|
Term
Welke twee patiënten onderscheidt Well? (2 punten) |
|
Definition
|
|
Term
Wat is een type 1 patiënt? |
|
Definition
Patient piekert over allerhande zaken in het dagelijkse leven. |
|
|
Term
Wat is een type 2 patiënt? |
|
Definition
Patient piekert over het piekeren. |
|
|
Term
Wat is een posttraumatische stress stoornis? |
|
Definition
Ernstige gedragsstoornis die optreedt wanneer mensen een ingrijpende gebeurtenis niet goed hebben verwerkt. |
|
|
Term
Wat zijn de kenmerken van PTSS? (3 punten) |
|
Definition
1. Situatie wordt herbeleefd 2. Verhoogde prikkelbaarheid |
|
|
Term
Welke soorten PTSS zijn er? (3 punten) |
|
Definition
1. Acute 2. Chronische 3. Verlate |
|
|
Term
|
Definition
Symptomen minder dan 3 maanden aanwezig. |
|
|
Term
|
Definition
Langer dan 3 maanden symptomen. |
|
|
Term
|
Definition
Als de symptomen pas optreden na 6 maanden. |
|
|
Term
Van welke techniek wordt gebruik gemaakt bij PTSS? |
|
Definition
Bij PTSS wordt gebruik gemaakt van imaginaire exposure, in gedachten, zo kunnen emoties opnieuw beleefd worden zonder de situatie daadwerkelijk opnieuw mee te maken. |
|
|
Term
|
Definition
Variant van traumagerichte behandeling. |
|
|
Term
Wat voor een soort therapie wordt er vaak uitgevoerd bij PTSS? |
|
Definition
Cognitieve therapie wordt ook toegepast bij PTSS, vaak in combinatie met exposure, hierin ligt de nadruk op de herwaardering van het trauma. |
|
|
Term
Wat is eye-movement desensitisatie? |
|
Definition
Cliënt volgt snel de ogen van links naar rechts, saccadische oogbewegingen, kijkend naar de vinger van de therapeut. |
|
|
Term
Waar vinden behandelingen van angststoornissen plaats? (4 punten) |
|
Definition
1. Ambulante afdelingen van de GGZ 2. Poliklinieken van psychiatrische ziekenhuizen 3. Eerste lijnpraktijken 4. Zelfstandig gevestigde psychologen |
|
|
Term
Waarmee kan een behandeling tegen een angststoornis ondersteunt worden? |
|
Definition
Indien nodig kan de behandeling tegen een angststoornis ondersteunt worden met psychofarmaca. |
|
|
Term
Welke behandeling werkt het beste bij agorafobie? |
|
Definition
Prolonged exposure in vivo. |
|
|
Term
Welke behandelingen werken goed bij een obessief compulsieve stoornis? (4 punten) |
|
Definition
1. Gedragstherapie 2. Exposure in vivo met responspreventie 3. Cognitieve therapie 4. Farmacotherapie |
|
|
Term
Welke behandelingen werken goed bij een generaliseerde angststoornis? (8 punten) |
|
Definition
1. Time management 2. Positieve zelfspraak 3. Veranderende cognities 4. Herstructurering 5. Ontspanningsoefeningen 6. Exposure oefeningen 7. Cognitieve gedragstherapie 8. Farmacotherapie |
|
|
Term
Welke behandelingen werken goed bij PTSS? (5 punten) |
|
Definition
1. Exposure imaginair 2. Cognitieve therapie met exposure 3. Eye movement desensitization and reprocessing 4. Schrijftherapie 5. Narratieve exposure |
|
|
Term
Welke behandelingen werken goed bij sociale fobie? (4 punten) |
|
Definition
1. Cognitieve gedragstherapie 2. Sociale vaardigheidstraining 3. Exposure in vivo 4. Cognitieve therapie |
|
|
Term
Welke behandeling werkt het beste bij een enkelvoudige fobie? |
|
Definition
|
|
Term
Welke behandelingen werken goed bij een paniekstoornis? (4 punten) |
|
Definition
1. Cognitieve gedragstherapie 2. High potency benzodiazepinen 3. Antidepressiva 4. Graduele exposure in vivo |
|
|