Shared Flashcard Set

Details

Dutch Vocab 5
Pages 75-77
89
Language - Dutch
Undergraduate 1
10/09/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
afgesproken
Definition
agreed, all right
Term
afscheid, het
Definition
leaving, farewell
Term
alleen; in: Kunt u de weg alleen vinden?
Definition
alone, on one's own
Term
beginner, de; beginners
Definition
beginner
Term
begroeting, de; begroetingen
Definition
greeting
Term
best; in: Niet zo best.
Definition
well (in: not quite well)
Term
beter
Definition
better
Term
binnen
Definition
inside
Term
brood, het; broden
Definition
bread, loaf
Term
cadeau, cadeautje, het; cadeaus
Definition
present, small present
Term
chocola(de), de
Definition
chocolate
Term
daarna
Definition
after that, afterwards
Term
daarover
Definition
about that
Term
dorst, de
Definition
thirst
Term
economie, de; economieen
Definition
economy
Term
eens; in: Ik wil eens even met je praten.
Definition
just
Term
eerst; in: Ik moet eerst naar...
Definition
first
Term
eindexamen, het; eindexamens
Definition
final exam
Term
elkaar
Definition
each other
Term
ermee; in: Hoe gaat het ermee?
Definition
with... ; in: how are (things with) you
Term
examen, het; examens
Definition
exam
Term
extra
Definition
extra
Term
gelukkig
Definition
happy, fortunate
Term
gemakkelijk
Definition
easy
Term
geven; gaf, gaven, heeft gegeven
Definition
to give
Term
gezien; zie: zien; in: Lang niet gezien.
Definition
in: Long time no see
Term
goedenavond
Definition
good evening
Term
haar; in: Hij hoort haar niet.
Definition
her
Term
halen
Definition
to get, fetch
Term
half; in: Half negen.
Definition
half
Term
HAVO
Definition
certain type of Dutch secondary school
Term
hem
Definition
him
Term
hen
Definition
them
Term
herhalen
Definition
to repeat
Term
Het gaat wel
Definition
It's not too bad
Term
hoi
Definition
hi, hello
Term
Hoe gaat het met je?
Definition
How are you?
Term
Hoe laat?
Definition
(at) what time?
Term
houden van; hield, hielden, heeft gehouden
Definition
to love
Term
huiswerk, het
Definition
homework
Term
jaar, het; jaren
Definition
year
Term
jarig zijn
Definition
to have one's birthday
Term
jou
Definition
you
Term
klas, de; klassen
Definition
class, class room
Term
kopen; kocht, kochten, heeft gekocht
Definition
to buy
Term
laat; in: Hoe laat?
Definition
late
Term
langs; in: Piet komt zo langs.
Definition
along, by
Term
langskomen
Definition
to drop in/by, to come over
Term
lunch, de
Definition
lunch
Term
mee; in: Karel kan nu niet mee.
Definition
with, along
Term
meer; in: Ze kan niet meer wachten.
Definition
anymore
Term
moeilijk
Definition
difficult
Term
niks; in: Ik begrijp niks van wiskunde.
Definition
nothing
Term
om; in: Om 4 uur
Definition
at
Term
ontmoeting, de; ontmoetingen
Definition
meeting, encounter
Term
precies; in: Ik weet het niet precies.
Definition
precise(ly), exact(ly)
Term
proberen
Definition
to try
Term
redelijk; in: Hij spreekt redelijk Nederlands.
Definition
reasonable, satisfactory
Term
reden, de; redenen
Definition
reason
Term
resultaat, het; resultaten
Definition
result
Term
roepen; riep, riepen, heeft geroepen
Definition
to call
Term
roken
Definition
to smoke
Term
schooltype, het; schooltypes
Definition
school type
Term
sigaret, de; sigaretten
Definition
cigarette
Term
soms
Definition
sometimes
Term
stad, de; steden
Definition
city
Term
straks
Definition
later, soon
Term
stuk, het; stukken
Definition
piece
Term
stukje, het; stukjes
Definition
small piece
Term
tegenstelling, de; tegenstellingen
Definition
opposition
Term
terras, het; terrassen
Definition
outdoor cafe, terrace
Term
terug; in: Ik ben om tien uur weer terug.
Definition
back
Term
tot; in: Tot woensdag.
Definition
till..., see you...
Term
uitnodiging, de; uitnodigingen
Definition
invitation
Term
uitstekend(e)
Definition
outstanding, very good
Term
vaak
Definition
often
Term
vak, het; vakken
Definition
(school) subject, topic
Term
verhaal, het; verhalen
Definition
story
Term
vijfde
Definition
fifth
Term
vinden; vond, vonden, heeft gevonden; in: Ik vind wiskunde moeilijk.
Definition
to find
Term
vriend, de; vrienden
Definition
friend
Term
vriendin, de; vriendinnen
Definition
girlfriend, female friend
Term
Wat voor een...
Definition
What sort of...
Term
weer; in: Ik ben om tien uur weer terug.
Definition
again
Term
wiskunde, de
Definition
mathematics, maths
Term
wiskundeleraar, de; wiskundeleraren
Definition
maths teacher
Term
ze
Definition
she; they
Term
zeg; in: Zeg, zullen we iets gaan drinken?
Definition
say; app: listen, how about...?
Term
zenuwachtig(e)
Definition
nervous
Supporting users have an ad free experience!