Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for whistle
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
10/08/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik fluit
Definition
I whistle(indicative present)
Term
jij fluit
Definition
you(singular) whistle(indicative present)
Term
hij fluit
Definition
he whistles(indicative present)
Term
wij fluiten
Definition
we whistle(indicative present)
Term
jullie fluiten
Definition
you(plural) whistle(indicative present)
Term
zij fluiten
Definition
they whistle(indicative present)
Term
ik floot
Definition
I whistled(indicative past)
Term
jij floot
Definition
you(singular) whistled(indicative past)
Term
hij floot
Definition
he whistled(indicative past)
Term
wij floten
Definition
we whistled(indicative past)
Term
jullie floten
Definition
you(plural) whistled(indicative past)
Term
zij floten
Definition
they whistled(indicative past)
Term
ik heb gefloten
Definition
I have whistled(indicative present perfect)
Term
jij hebt gefloten
Definition
you(singular) have whistled(indicative present perfect)
Term
hij heeft gefloten
Definition
he has whistled(indicative present perfect)
Term
wij hebben gefloten
Definition
we have whistled(indicative present perfect)
Term
jullie hebben gefloten
Definition
you(plural) have whistled(indicative present perfect)
Term
zij hebben gefloten
Definition
they have whistled(indicative present perfect)
Term
ik had gefloten
Definition
I had whistled(indicative past perfect)
Term
jij had gefloten
Definition
you(singular) had whistled(indicative past perfect)
Term
hij had gefloten
Definition
he had whistled(indicative past perfect)
Term
wij hadden gefloten
Definition
we had whistled(indicative past perfect)
Term
jullie hadden gefloten
Definition
you(plural) had whistled(indicative past perfect)
Term
zij hadden gefloten
Definition
they had whistled(indicative past perfect)
Term
ik zal fluiten
Definition
I will whistle(indicative future)
Term
jij zult fluiten
Definition
you(singular) will whistle(indicative future)
Term
hij zal fluiten
Definition
he will whistle(indicative future)
Term
wij zullen fluiten
Definition
we will whistle(indicative future)
Term
jullie zullen fluiten
Definition
you(plural) will whistle(indicative future)
Term
zij zullen fluiten
Definition
they will whistle(indicative future)
Term
ik zou fluiten
Definition
I would whistle(conditional future)
Term
jij zou fluiten
Definition
you(singular) would whistle(conditional future)
Term
hij zou fluiten
Definition
he would whistle(conditional future)
Term
wij zouden fluiten
Definition
we would whistle(conditional future)
Term
jullie zouden fluiten
Definition
you(plural) would whistle(conditional future)
Term
zij zouden fluiten
Definition
they would whistle(conditional future)
Term
ik zal gefloten hebben
Definition
I will have whistled(future perfect)
Term
jij zult gefloten hebben
Definition
you(singular) will have whistled(future perfect)
Term
hij zal gefloten hebben
Definition
he will have whistled(future perfect)
Term
wij zullen gefloten hebben
Definition
we will have whistled(future perfect)
Term
jullie zullen gefloten hebben
Definition
you(plural) will have whistled(future perfect)
Term
zij zullen gefloten hebben
Definition
they will have whistled(future perfect)
Term
ik zou gefloten hebben
Definition
I would have whistled(conditional future perfect)
Term
jij zou gefloten hebben
Definition
you(singular) would have whistled(conditional future perfect)
Term
hij zou gefloten hebben
Definition
he would have whistled(conditional future perfect)
Term
wij zouden gefloten hebben
Definition
we would have whistled(conditional future perfect)
Term
jullie zouden gefloten hebben
Definition
you(plural) would have whistled(conditional future perfect)
Term
zij zouden gefloten hebben
Definition
they would have whistled(conditional future perfect)
Term
fluit
Definition
whistle(imperative)
Supporting users have an ad free experience!