Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for warn
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
08/05/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik waarschuw
Definition
I warn(indicative present)
Term
jij waarschuwt
Definition
you(singular) warn(indicative present)
Term
hij waarschuwt
Definition
he warns(indicative present)
Term
wij waarschuwen
Definition
we warn(indicative present)
Term
jullie waarschuwen
Definition
you(plural) warn(indicative present)
Term
zij waarschuwen
Definition
they warn(indicative present)
Term
ik waarschude
Definition
I warned(indicative past)
Term
jij waarschude
Definition
you(singular) warned(indicative past)
Term
hij waarschude
Definition
he warned(indicative past)
Term
wij waarschuden
Definition
we warned(indicative past)
Term
jullie waarschuden
Definition
you(plural) warned(indicative past)
Term
zij waarschuden
Definition
they warned(indicative past)
Term
ik heb waarschuwd
Definition
I have warned(indicative present perfect)
Term
jij hebt waarschuwd
Definition
you(singular) have warned(indicative present perfect)
Term
hij heeft waarschuwd
Definition
he has warned(indicative present perfect)
Term
wij hebben waarschuwd
Definition
we have warned(indicative present perfect)
Term
jullie hebben waarschuwd
Definition
you(plural) have warned(indicative present perfect)
Term
zij hebben waarschuwd
Definition
they have warned(indicative present perfect)
Term
ik had waarschuwd
Definition
I had warned(indicative past perfect)
Term
jij had waarschuwd
Definition
you(singular) had warned(indicative past perfect)
Term
hij had waarschuwd
Definition
he had warned(indicative past perfect)
Term
wij hadden waarschuwd
Definition
we had warned(indicative past perfect)
Term
jullie hadden waarschuwd
Definition
you(plural) had warned(indicative past perfect)
Term
zij hadden waarschuwd
Definition
they had warned(indicative past perfect)
Term
ik zal waarschuwen
Definition
I will warn(indicative future)
Term
jij zult waarschuwen
Definition
you(singular) will warn(indicative future)
Term
hij zal waarschuwen
Definition
he will warn(indicative future)
Term
wij zullen waarschuwen
Definition
we will warn(indicative future)
Term
jullie zullen waarschuwen
Definition
you(plural) will warn(indicative future)
Term
zij zullen waarschuwen
Definition
they will warn(indicative future)
Term
ik zou waarschuwen
Definition
I would warn(conditional future)
Term
jij zou waarschuwen
Definition
you(singular) would warn(conditional future)
Term
hij zou waarschuwen
Definition
he would warn(conditional future)
Term
wij zouden waarschuwen
Definition
we would warn(conditional future)
Term
jullie zouden waarschuwen
Definition
you(plural) would warn(conditional future)
Term
zij zouden waarschuwen
Definition
they would warn(conditional future)
Term
ik zal waarschuwd hebben
Definition
I will have warned(future perfect)
Term
jij zult waarschuwd hebben
Definition
you(singular) will have warned(future perfect)
Term
hij zal waarschuwd hebben
Definition
he will have warned(future perfect)
Term
wij zullen waarschuwd hebben
Definition
we will have warned(future perfect)
Term
jullie zullen waarschuwd hebben
Definition
you(plural) will have warned(future perfect)
Term
zij zullen waarschuwd hebben
Definition
they will have warned(future perfect)
Term
ik zou waarschuwd hebben
Definition
I would have warned(conditional future perfect)
Term
jij zou waarschuwd hebben
Definition
you(singular) would have warned(conditional future perfect)
Term
hij zou waarschuwd hebben
Definition
he would have warned(conditional future perfect)
Term
wij zouden waarschuwd hebben
Definition
we would have warned(conditional future perfect)
Term
jullie zouden waarschuwd hebben
Definition
you(plural) would have warned(conditional future perfect)
Term
zij zouden waarschuwd hebben
Definition
they would have warned(conditional future perfect)
Term
waarschuw
Definition
warn(imperative)
Supporting users have an ad free experience!