Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for spit
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
09/22/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik spuw
Definition
I spit(indicative present)
Term
jij spuwt
Definition
you(singular) spit(indicative present)
Term
hij spuwt
Definition
he spits(indicative present)
Term
wij spuwen
Definition
we spit(indicative present)
Term
jullie spuwen
Definition
you(plural) spit(indicative present)
Term
zij spuwen
Definition
they spit(indicative present)
Term
ik spuwde
Definition
I spat(indicative past)
Term
jij spuwde
Definition
you(singular) spat(indicative past)
Term
hij spuwde
Definition
he spat(indicative past)
Term
wij spuwden
Definition
we spat(indicative past)
Term
jullie spuwden
Definition
you(plural) spat(indicative past)
Term
zij spuwden
Definition
they spat(indicative past)
Term
ik heb gespuwd
Definition
I have spat(indicative present perfect)
Term
jij hebt gespuwd
Definition
you(singular) have spat(indicative present perfect)
Term
hij heeft gespuwd
Definition
he has spat(indicative present perfect)
Term
wij hebben gespuwd
Definition
we have spat(indicative present perfect)
Term
jullie hebben gespuwd
Definition
you(plural) have spat(indicative present perfect)
Term
zij hebben gespuwd
Definition
they have spat(indicative present perfect)
Term
ik had gespuwd
Definition
I had spat(indicative past perfect)
Term
jij had gespuwd
Definition
you(singular) had spat(indicative past perfect)
Term
hij had gespuwd
Definition
he had spat(indicative past perfect)
Term
wij hadden gespuwd
Definition
we had spat(indicative past perfect)
Term
jullie hadden gespuwd
Definition
you(plural) had spat(indicative past perfect)
Term
zij hadden gespuwd
Definition
they had spat(indicative past perfect)
Term
ik zal spuwen
Definition
I will spit(indicative future)
Term
jij zult spuwen
Definition
you(singular) will spit(indicative future)
Term
hij zal spuwen
Definition
he will spit(indicative future)
Term
wij zullen spuwen
Definition
we will spit(indicative future)
Term
jullie zullen spuwen
Definition
you(plural) will spit(indicative future)
Term
zij zullen spuwen
Definition
they will spit(indicative future)
Term
ik zou spuwen
Definition
I would spit(conditional future)
Term
jij zou spuwen
Definition
you(singular) would spit(conditional future)
Term
hij zou spuwen
Definition
he would spit(conditional future)
Term
wij zouden spuwen
Definition
we would spit(conditional future)
Term
jullie zouden spuwen
Definition
you(plural) would spit(conditional future)
Term
zij zouden spuwen
Definition
they would spit(conditional future)
Term
ik zal gespuwd hebben
Definition
I will have spat(future perfect)
Term
jij zult gespuwd hebben
Definition
you(singular) will have spat(future perfect)
Term
hij zal gespuwd hebben
Definition
he will have spat(future perfect)
Term
wij zullen gespuwd hebben
Definition
we will have spat(future perfect)
Term
jullie zullen gespuwd hebben
Definition
you(plural) will have spat(future perfect)
Term
zij zullen gespuwd hebben
Definition
they will have spat(future perfect)
Term
ik zou gespuwd hebben
Definition
I would have spat(conditional future perfect)
Term
jij zou gespuwd hebben
Definition
you(singular) would have spat(conditional future perfect)
Term
hij zou gespuwd hebben
Definition
he would have spat(conditional future perfect)
Term
wij zouden gespuwd hebben
Definition
we would have spat(conditional future perfect)
Term
jullie zouden gespuwd hebben
Definition
you(plural) would have spat(conditional future perfect)
Term
zij zouden gespuwd hebben
Definition
they would have spat(conditional future perfect)
Term
spuw
Definition
spit(imperative)
Supporting users have an ad free experience!