Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for sneak
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
10/09/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik sluip
Definition
I sneak(indicative present)
Term
jij sluipt
Definition
you(singular) sneak(indicative present)
Term
hij sluipt
Definition
he sneaks(indicative present)
Term
wij sluipen
Definition
we sneak(indicative present)
Term
jullie sluipen
Definition
you(plural) sneak(indicative present)
Term
zij sluipen
Definition
they sneak(indicative present)
Term
ik sloop
Definition
I snuck(indicative past)
Term
jij sloop
Definition
you(singular) snuck(indicative past)
Term
hij sloop
Definition
he snuck(indicative past)
Term
wij slopen
Definition
we snuck(indicative past)
Term
jullie slopen
Definition
you(plural) snuck(indicative past)
Term
zij slopen
Definition
they snuck(indicative past)
Term
ik heb geslopen
Definition
I have snuck(indicative present perfect)
Term
jij hebt geslopen
Definition
you(singular) have snuck(indicative present perfect)
Term
hij heeft geslopen
Definition
he has snuck(indicative present perfect)
Term
wij hebben geslopen
Definition
we have snuck(indicative present perfect)
Term
jullie hebben geslopen
Definition
you(plural) have snuck(indicative present perfect)
Term
zij hebben geslopen
Definition
they have snuck(indicative present perfect)
Term
ik had geslopen
Definition
I had snuck(indicative past perfect)
Term
jij had geslopen
Definition
you(singular) had snuck(indicative past perfect)
Term
hij had geslopen
Definition
he had snuck(indicative past perfect)
Term
wij hadden geslopen
Definition
we had snuck(indicative past perfect)
Term
jullie hadden geslopen
Definition
you(plural) had snuck(indicative past perfect)
Term
zij hadden geslopen
Definition
they had snuck(indicative past perfect)
Term
ik zal sluipen
Definition
I will sneak(indicative future)
Term
jij zult sluipen
Definition
you(singular) will sneak(indicative future)
Term
hij zal sluipen
Definition
he will sneak(indicative future)
Term
wij zullen sluipen
Definition
we will sneak(indicative future)
Term
jullie zullen sluipen
Definition
you(plural) will sneak(indicative future)
Term
zij zullen sluipen
Definition
they will sneak(indicative future)
Term
ik zou sluipen
Definition
I would sneak(conditional future)
Term
jij zou sluipen
Definition
you(singular) would sneak(conditional future)
Term
hij zou sluipen
Definition
he would sneak(conditional future)
Term
wij zouden sluipen
Definition
we would sneak(conditional future)
Term
jullie zouden sluipen
Definition
you(plural) would sneak(conditional future)
Term
zij zouden sluipen
Definition
they would sneak(conditional future)
Term
ik zal geslopen hebben
Definition
I will have snuck(future perfect)
Term
jij zult geslopen hebben
Definition
you(singular) will have snuck(future perfect)
Term
hij zal geslopen hebben
Definition
he will have snuck(future perfect)
Term
wij zullen geslopen hebben
Definition
we will have snuck(future perfect)
Term
jullie zullen geslopen hebben
Definition
you(plural) will have snuck(future perfect)
Term
zij zullen geslopen hebben
Definition
they will have snuck(future perfect)
Term
ik zou geslopen hebben
Definition
I would have snuck(conditional future perfect)
Term
jij zou geslopen hebben
Definition
you(singular) would have snuck(conditional future perfect)
Term
hij zou geslopen hebben
Definition
he would have snuck(conditional future perfect)
Term
wij zouden geslopen hebben
Definition
we would have snuck(conditional future perfect)
Term
jullie zouden geslopen hebben
Definition
you(plural) would have snuck(conditional future perfect)
Term
zij zouden geslopen hebben
Definition
they would have snuck(conditional future perfect)
Term
sluip
Definition
sneak(imperative)
Supporting users have an ad free experience!