Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for show
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
08/15/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik toon
Definition
I show(indicative present)
Term
jij toont
Definition
you(singular) show(indicative present)
Term
hij toont
Definition
he shows(indicative present)
Term
wij tonen
Definition
we show(indicative present)
Term
jullie tonen
Definition
you(plural) show(indicative present)
Term
zij tonen
Definition
they show(indicative present)
Term
ik toonde
Definition
I showed(indicative past)
Term
jij toonde
Definition
you(singular) showed(indicative past)
Term
hij toonde
Definition
he showed(indicative past)
Term
wij toonden
Definition
we showed(indicative past)
Term
jullie toonden
Definition
you(plural) showed(indicative past)
Term
zij toonden
Definition
they showed(indicative past)
Term
ik heb getoond
Definition
I have shown(indicative present perfect)
Term
jij hebt getoond
Definition
you(singular) have shown(indicative present perfect)
Term
hij heeft getoond
Definition
he has shown(indicative present perfect)
Term
wij hebben getoond
Definition
we have shown(indicative present perfect)
Term
jullie hebben getoond
Definition
you(plural) have shown(indicative present perfect)
Term
zij hebben getoond
Definition
they have shown(indicative present perfect)
Term
ik had getoond
Definition
I had shown(indicative past perfect)
Term
jij had getoond
Definition
you(singular) had shown(indicative past perfect)
Term
hij had getoond
Definition
he had shown(indicative past perfect)
Term
wij hadden getoond
Definition
we had shown(indicative past perfect)
Term
jullie hadden getoond
Definition
you(plural) had shown(indicative past perfect)
Term
zij hadden getoond
Definition
they had shown(indicative past perfect)
Term
ik zal tonen
Definition
I will show(indicative future)
Term
jij zult tonen
Definition
you(singular) will show(indicative future)
Term
hij zal tonen
Definition
he will show(indicative future)
Term
wij zullen tonen
Definition
we will show(indicative future)
Term
jullie zullen tonen
Definition
you(plural) will show(indicative future)
Term
zij zullen tonen
Definition
they will show(indicative future)
Term
ik zou tonen
Definition
I would show(conditional future)
Term
jij zou tonen
Definition
you(singular) would show(conditional future)
Term
hij zou tonen
Definition
he would show(conditional future)
Term
wij zouden tonen
Definition
we would show(conditional future)
Term
jullie zouden tonen
Definition
you(plural) would show(conditional future)
Term
zij zouden tonen
Definition
they would show(conditional future)
Term
ik zal getoond hebben
Definition
I will have shown(future perfect)
Term
jij zult getoond hebben
Definition
you(singular) will have shown(future perfect)
Term
hij zal getoond hebben
Definition
he will have shown(future perfect)
Term
wij zullen getoond hebben
Definition
we will have shown(future perfect)
Term
jullie zullen getoond hebben
Definition
you(plural) will have shown(future perfect)
Term
zij zullen getoond hebben
Definition
they will have shown(future perfect)
Term
ik zou getoond hebben
Definition
I would have shown(conditional future perfect)
Term
jij zou getoond hebben
Definition
you(singular) would have shown(conditional future perfect)
Term
hij zou getoond hebben
Definition
he would have shown(conditional future perfect)
Term
wij zouden getoond hebben
Definition
we would have shown(conditional future perfect)
Term
jullie zouden getoond hebben
Definition
you(plural) would have shown(conditional future perfect)
Term
zij zouden getoond hebben
Definition
they would have shown(conditional future perfect)
Term
toon
Definition
show(imperative)
Supporting users have an ad free experience!