Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for share
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
08/19/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik deel
Definition
I share(indicative present)
Term
jij deelt
Definition
you(singular) share(indicative present)
Term
hij deelt
Definition
he shares(indicative present)
Term
wij delen
Definition
we share(indicative present)
Term
jullie delen
Definition
you(plural) share(indicative present)
Term
zij delen
Definition
they share(indicative present)
Term
ik deelde
Definition
I shared(indicative past)
Term
jij deelde
Definition
you(singular) shared(indicative past)
Term
hij deelde
Definition
he shared(indicative past)
Term
wij deelden
Definition
we shared(indicative past)
Term
jullie deelden
Definition
you(plural) shared(indicative past)
Term
zij deelden
Definition
they shared(indicative past)
Term
ik heb gedeeld
Definition
I have shared(indicative present perfect)
Term
jij hebt gedeeld
Definition
you(singular) have shared(indicative present perfect)
Term
hij heeft gedeeld
Definition
he has shared(indicative present perfect)
Term
wij hebben gedeeld
Definition
we have shared(indicative present perfect)
Term
jullie hebben gedeeld
Definition
you(plural) have shared(indicative present perfect)
Term
zij hebben gedeeld
Definition
they have shared(indicative present perfect)
Term
ik had gedeeld
Definition
I had shared(indicative past perfect)
Term
jij had gedeeld
Definition
you(singular) had shared(indicative past perfect)
Term
hij had gedeeld
Definition
he had shared(indicative past perfect)
Term
wij hadden gedeeld
Definition
we had shared(indicative past perfect)
Term
jullie hadden gedeeld
Definition
you(plural) had shared(indicative past perfect)
Term
zij hadden gedeeld
Definition
they had shared(indicative past perfect)
Term
ik zal delen
Definition
I will share(indicative future)
Term
jij zult delen
Definition
you(singular) will share(indicative future)
Term
hij zal delen
Definition
he will share(indicative future)
Term
wij zullen delen
Definition
we will share(indicative future)
Term
jullie zullen delen
Definition
you(plural) will share(indicative future)
Term
zij zullen delen
Definition
they will share(indicative future)
Term
ik zou delen
Definition
I would share(conditional future)
Term
jij zou delen
Definition
you(singular) would share(conditional future)
Term
hij zou delen
Definition
he would share(conditional future)
Term
wij zouden delen
Definition
we would share(conditional future)
Term
jullie zouden delen
Definition
you(plural) would share(conditional future)
Term
zij zouden delen
Definition
they would share(conditional future)
Term
ik zal gedeeld hebben
Definition
I will have shared(future perfect)
Term
jij zult gedeeld hebben
Definition
you(singular) will have shared(future perfect)
Term
hij zal gedeeld hebben
Definition
he will have shared(future perfect)
Term
wij zullen gedeeld hebben
Definition
we will have shared(future perfect)
Term
jullie zullen gedeeld hebben
Definition
you(plural) will have shared(future perfect)
Term
zij zullen gedeeld hebben
Definition
they will have shared(future perfect)
Term
ik zou gedeeld hebben
Definition
I would have shared(conditional future perfect)
Term
jij zou gedeeld hebben
Definition
you(singular) would have shared(conditional future perfect)
Term
hij zou gedeeld hebben
Definition
he would have shared(conditional future perfect)
Term
wij zouden gedeeld hebben
Definition
we would have shared(conditional future perfect)
Term
jullie zouden gedeeld hebben
Definition
you(plural) would have shared(conditional future perfect)
Term
zij zouden gedeeld hebben
Definition
they would have shared(conditional future perfect)
Term
deel
Definition
share(imperative)
Supporting users have an ad free experience!