Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for repeat
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
08/23/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik herhaal
Definition
I repeat(indicative present)
Term
jij herhaalt
Definition
you(singular) repeat(indicative present)
Term
hij herhaalt
Definition
he repeats(indicative present)
Term
wij herhalen
Definition
we repeat(indicative present)
Term
jullie herhalen
Definition
you(plural) repeat(indicative present)
Term
zij herhalen
Definition
they repeat(indicative present)
Term
ik herhaalde
Definition
I repeated(indicative past)
Term
jij herhaalde
Definition
you(singular) repeated(indicative past)
Term
hij herhaalde
Definition
he repeated(indicative past)
Term
wij herhaalden
Definition
we repeated(indicative past)
Term
jullie herhaalden
Definition
you(plural) repeated(indicative past)
Term
zij herhaalden
Definition
they repeated(indicative past)
Term
ik heb herhaald
Definition
I have repeated(indicative present perfect)
Term
jij hebt herhaald
Definition
you(singular) have repeated(indicative present perfect)
Term
hij heeft herhaald
Definition
he has repeated(indicative present perfect)
Term
wij hebben herhaald
Definition
we have repeated(indicative present perfect)
Term
jullie hebben herhaald
Definition
you(plural) have repeated(indicative present perfect)
Term
zij hebben herhaald
Definition
they have repeated(indicative present perfect)
Term
ik had herhaald
Definition
I had repeated(indicative past perfect)
Term
jij had herhaald
Definition
you(singular) had repeated(indicative past perfect)
Term
hij had herhaald
Definition
he had repeated(indicative past perfect)
Term
wij hadden herhaald
Definition
we had repeated(indicative past perfect)
Term
jullie hadden herhaald
Definition
you(plural) had repeated(indicative past perfect)
Term
zij hadden herhaald
Definition
they had repeated(indicative past perfect)
Term
ik zal herhalen
Definition
I will repeat(indicative future)
Term
jij zult herhalen
Definition
you(singular) will repeat(indicative future)
Term
hij zal herhalen
Definition
he will repeat(indicative future)
Term
wij zullen herhalen
Definition
we will repeat(indicative future)
Term
jullie zullen herhalen
Definition
you(plural) will repeat(indicative future)
Term
zij zullen herhalen
Definition
they will repeat(indicative future)
Term
ik zou herhalen
Definition
I would repeat(conditional future)
Term
jij zou herhalen
Definition
you(singular) would repeat(conditional future)
Term
hij zou herhalen
Definition
he would repeat(conditional future)
Term
wij zouden herhalen
Definition
we would repeat(conditional future)
Term
jullie zouden herhalen
Definition
you(plural) would repeat(conditional future)
Term
zij zouden herhalen
Definition
they would repeat(conditional future)
Term
ik zal herhaald hebben
Definition
I will have repeated(future perfect)
Term
jij zult herhaald hebben
Definition
you(singular) will have repeated(future perfect)
Term
hij zal herhaald hebben
Definition
he will have repeated(future perfect)
Term
wij zullen herhaald hebben
Definition
we will have repeated(future perfect)
Term
jullie zullen herhaald hebben
Definition
you(plural) will have repeated(future perfect)
Term
zij zullen herhaald hebben
Definition
they will have repeated(future perfect)
Term
ik zou herhaald hebben
Definition
I would have repeated(conditional future perfect)
Term
jij zou herhaald hebben
Definition
you(singular) would have repeated(conditional future perfect)
Term
hij zou herhaald hebben
Definition
he would have repeated(conditional future perfect)
Term
wij zouden herhaald hebben
Definition
we would have repeated(conditional future perfect)
Term
jullie zouden herhaald hebben
Definition
you(plural) would have repeated(conditional future perfect)
Term
zij zouden herhaald hebben
Definition
they would have repeated(conditional future perfect)
Term
herhaal
Definition
repeat(imperative)
Supporting users have an ad free experience!