Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for pay
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
08/03/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik betaal
Definition
I pay(indicative present)
Term
jij betaalt
Definition
you(singular) pay(indicative present)
Term
hij betaalt
Definition
he pays(indicative present)
Term
wij betalen
Definition
we pay(indicative present)
Term
jullie betalen
Definition
you(plural) pay(indicative present)
Term
zij betalen
Definition
they pay(indicative present)
Term
ik betalde
Definition
I paid(indicative past)
Term
jij betalde
Definition
you(singular) paid(indicative past)
Term
hij betalde
Definition
he paid(indicative past)
Term
wij betalden
Definition
we paid(indicative past)
Term
jullie betalden
Definition
you(plural) paid(indicative past)
Term
zij betalden
Definition
they paid(indicative past)
Term
ik heb betaald
Definition
I have paid(indicative present perfect)
Term
jij hebt betaald
Definition
you(singular) have paid(indicative present perfect)
Term
hij heeft betaald
Definition
you(singular) have paid(indicative present perfect)
Term
wij hebben betaald
Definition
we have paid(indicative present perfect)
Term
jullie hebben betaald
Definition
you(plural) have paid(indicative present perfect)
Term
zij hebben betaald
Definition
they have paid(indicative present perfect)
Term
ik had betaald
Definition
I had paid(indicative past perfect)
Term
jij had betaald
Definition
you(singular) had paid(indicative past perfect)
Term
hij had betaald
Definition
he had paid(indicative past perfect)
Term
wij hadden betaald
Definition
we had paid(indicative past perfect)
Term
jullie hadden betaald
Definition
you(plural) had paid(indicative past perfect)
Term
zij hadden betaald
Definition
they had paid(indicative past perfect)
Term
ik zal betalen
Definition
I will pay(indicative future)
Term
jij zult betalen
Definition
you(singular) will pay(indicative future)
Term
hij zal betalen
Definition
he will pay(indicative future)
Term
wij zullen betalen
Definition
we will pay(indicative future)
Term
jullie zullen betalen
Definition
you(plural) will pay(indicative future)
Term
zij zullen betalen
Definition
they will pay(indicative future)
Term
ik zou betalen
Definition
I would pay(conditional future)
Term
jij zou betalen
Definition
you(singular) would pay(conditional future)
Term
hij zou betalen
Definition
he would pay(conditional future)
Term
wij zouden betalen
Definition
we would pay(conditional future)
Term
jullie zouden betalen
Definition
you(plural) would pay(conditional future)
Term
zij zouden betalen
Definition
they would pay(conditional future)
Term
ik zal betaald hebben
Definition
I will have paid(future perfect)
Term
jij zult betaald hebben
Definition
you(singular) will have paid(future perfect)
Term
hij zal betaald hebben
Definition
he will have paid(future perfect)
Term
wij zullen betaald hebben
Definition
we will have paid(future perfect)
Term
jullie zullen betaald hebben
Definition
you(plural) will have paid(future perfect)
Term
zij zullen betaald hebben
Definition
they will have paid(future perfect)
Term
ik zou betaald hebben
Definition
I would have paid(conditional future perfect)
Term
jij zou betaald hebben
Definition
you(singular) would have paid(conditional future perfect)
Term
hij zou betaald hebben
Definition
he would have paid(conditional future perfect)
Term
wij zouden betaald hebben
Definition
we would have paid(conditional future perfect)
Term
jullie zouden betaald hebben
Definition
you(plural) would have paid(conditional future perfect)
Term
zij zouden betaald hebben
Definition
they would have paid(conditional future perfect)
Term
betaal
Definition
pay(imperative)
Supporting users have an ad free experience!