Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for gleam
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
08/20/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik blink
Definition
I gleam(indicative present)
Term
jij blinkt
Definition
you(singular) gleam(indicative present)
Term
hij blinkt
Definition
he gleams(indicative present)
Term
wij blinken
Definition
we gleam(indicative present)
Term
jullie blinken
Definition
you(plural) gleam(indicative present)
Term
zij blinken
Definition
they gleam(indicative present)
Term
ik blonk
Definition
I gleamed(indicative past)
Term
jij blonk
Definition
you(singular) gleamed(indicative past)
Term
hij blonk
Definition
he gleamed(indicative past)
Term
wij blonken
Definition
we gleamed(indicative past)
Term
jullie blonken
Definition
you(plural) gleamed(indicative past)
Term
zij blonken
Definition
they gleamed(indicative past)
Term
ik heb geblonken
Definition
I have gleamed(indicative present perfect)
Term
jij hebt geblonken
Definition
you(singular) have gleamed(indicative present perfect)
Term
hij heeft geblonken
Definition
he has gleamed(indicative present perfect)
Term
wij hebben geblonken
Definition
we have gleamed(indicative present perfect)
Term
jullie hebben geblonken
Definition
you(plural) have gleamed(indicative present perfect)
Term
zij hebben geblonken
Definition
they have gleamed(indicative present perfect)
Term
ik had geblonken
Definition
I had gleamed(indicative past perfect)
Term
jij had geblonken
Definition
you(singular) had gleamed(indicative past perfect)
Term
hij had geblonken
Definition
he had gleamed(indicative past perfect)
Term
wij hadden geblonken
Definition
we had gleamed(indicative past perfect)
Term
jullie hadden geblonken
Definition
you(plural) had gleamed(indicative past perfect)
Term
zij hadden geblonken
Definition
they had gleamed(indicative past perfect)
Term
ik zal blinken
Definition
I will gleam(indicative future)
Term
jij zult blinken
Definition
you(singular) will gleam(indicative future)
Term
hij zal blinken
Definition
he will gleam(indicative future)
Term
wij zullen blinken
Definition
we will gleam(indicative future)
Term
jullie zullen blinken
Definition
you(plural) will gleam(indicative future)
Term
zij zullen blinken
Definition
they will gleam(indicative future)
Term
ik zou blinken
Definition
I would gleam(conditional future)
Term
jij zou blinken
Definition
you(singular) would gleam(conditional future)
Term
hij zou blinken
Definition
he would gleam(conditional future)
Term
wij zouden blinken
Definition
we would gleam(conditional future)
Term
jullie zouden blinken
Definition
you(plural) would gleam(conditional future)
Term
zij zouden blinken
Definition
they would gleam(conditional future)
Term
ik zal geblonken hebben
Definition
I will have gleamed(future perfect)
Term
jij zult geblonken hebben
Definition
you(singular) will have gleamed(future perfect)
Term
hij zal geblonken hebben
Definition
he will have gleamed(future perfect)
Term
wij zullen geblonken hebben
Definition
we will have gleamed(future perfect)
Term
jullie zullen geblonken hebben
Definition
you(plural) will have gleamed(future perfect)
Term
zij zullen geblonken hebben
Definition
they will have gleamed(future perfect)
Term
ik zou geblonken hebben
Definition
I would have gleamed(conditional future perfect)
Term
jij zou geblonken hebben
Definition
you(singular) would have gleamed(conditional future perfect)
Term
hij zou geblonken hebben
Definition
he would have gleamed(conditional future perfect)
Term
wij zouden geblonken hebben
Definition
we would have gleamed(conditional future perfect)
Term
jullie zouden geblonken hebben
Definition
you(plural) would have gleamed(conditional future perfect)
Term
zij zouden geblonken hebben
Definition
they would have gleamed(conditional future perfect)
Term
blink
Definition
gleam(imperative)
Supporting users have an ad free experience!