Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for give birth
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
10/21/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik beval
Definition
I give birth(indicative present)
Term
jij bevalt
Definition
you(singular) give birth(indicative present)
Term
zij bevalt
Definition
she gives birth(indicative present)
Term
wij bevallen
Definition
we give birth(indicative present)
Term
jullie bevallen
Definition
you(plural) give birth(indicative present)
Term
zij bevallen
Definition
they give birth(indicative present)
Term
ik beviel
Definition
I gave birth(indicative past)
Term
jij beviel
Definition
you(singular) gave birth(indicative past)
Term
zij beviel
Definition
she gave birth(indicative past)
Term
wij bevielen
Definition
we gave birth(indicative past)
Term
jullie bevielen
Definition
you(plural) gave birth(indicative past)
Term
zij bevielen
Definition
they gave birth(indicative past)
Term
ik ben bevallen
Definition
I have given birth(indicative present perfect)
Term
jij bent bevallen
Definition
you(singular) have given birth(indicative present perfect)
Term
zij is bevallen
Definition
she has given birth(indicative present perfect)
Term
wij zijn bevallen
Definition
we have given birth(indicative present perfect)
Term
jullie zijn bevallen
Definition
you(plural) have given birth(indicative present perfect)
Term
zij zijn bevallen
Definition
they have given birth(indicative present perfect)
Term
ik was bevallen
Definition
I had given birth(indicative past perfect)
Term
jij was bevallen
Definition
you(singular) had given birth(indicative past perfect)
Term
zij was bevallen
Definition
she had given birth(indicative past perfect)
Term
wij waren bevallen
Definition
we had given birth(indicative past perfect)
Term
jullie waren bevallen
Definition
you(plural) had given birth(indicative past perfect)
Term
zij waren bevallen
Definition
they had given birth(indicative past perfect)
Term
ik zal bevallen
Definition
I will give birth(indicative future)
Term
jij zult bevallen
Definition
you(singular) will give birth(indicative future)
Term
zij zal bevallen
Definition
she will give birth(indicative future)
Term
wij zullen bevallen
Definition
we will give birth(indicative future)
Term
jullie zullen bevallen
Definition
you(plural) will give birth(indicative future)
Term
zij zullen bevallen
Definition
they will give birth(indicative future)
Term
ik zou bevallen
Definition
I would give birth(conditional future)
Term
jij zou bevallen
Definition
you(singular) would give birth(conditional future)
Term
zij zou bevallen
Definition
she would give birth(conditional future)
Term
wij zouden bevallen
Definition
we would give birth(conditional future)
Term
jullie zouden bevallen
Definition
you(plural) would give birth(conditional future)
Term
zij zouden bevallen
Definition
they would give birth(conditional future)
Term
ik zal bevallen zijn
Definition
I will have given birth(future perfect)
Term
jij zult bevallen zijn
Definition
you(singular) will have given birth(future perfect)
Term
zij zal bevallen zijn
Definition
she will have given birth(future perfect)
Term
wij zullen bevallen zijn
Definition
we will have given birth(future perfect)
Term
jullie zullen bevallen zijn
Definition
you(plural) will have given birth(future perfect)
Term
zij zullen bevallen zijn
Definition
they will have given birth(future perfect)
Term
ik zou bevallen zijn
Definition
I would have given birth(conditional future perfect)
Term
jij zou bevallen zijn
Definition
you(singular) would have given birth(conditional future perfect)
Term
zij zou bevallen zijn
Definition
she would have given birth(conditional future perfect)
Term
wij zouden bevallen zijn
Definition
we would have given birth(conditional future perfect)
Term
jullie zouden bevallen zijn
Definition
you(plural) would have given birth(conditional future perfect)
Term
zij zouden bevallen zijn
Definition
they would have given birth(conditional future perfect)
Term
beval
Definition
give birth(imperative)
Supporting users have an ad free experience!