Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for exclude
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
03/14/2011

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
iksluit uit
Definition
I exclude(indicative present)
Term
jij sluit uit
Definition
you(singular) exclude(indicative present)
Term
hij sluit uit
Definition
he excludes(indicative present)
Term
wij sluiten uit
Definition
we exclude(indicative present)
Term
jullie sluiten uit
Definition
you(plural) exclude(indicative present)
Term
zij sluiten uit
Definition
they exclude(indicative present)
Term
ik sloot uit
Definition
I excluded(indicative past)
Term
jij sloot uit
Definition
you(singular) excluded(indicative past)
Term
hij sloot uit
Definition
he excluded(indicative past)
Term
wij sloten uit
Definition
we excluded(indicative past)
Term
jullie sloten uit
Definition
you(plural) excluded(indicative past)
Term
zij sloten uit
Definition
they excluded(indicative past)
Term
ik heb uitgesloten
Definition
I have excluded(indicative present perfect)
Term
jij hebt uitgesloten
Definition
you(singular) have excluded(indicative present perfect)
Term
hij heeft uitgesloten
Definition
he has excluded(indicative present perfect)
Term
wij hebben uitgesloten
Definition
we have excluded(indicative present perfect)
Term
jullie hebben uitgesloten
Definition
you(plural) have excluded(indicative present perfect)
Term
zij hebben uitgesloten
Definition
they have excluded(indicative present perfect)
Term
ik had uitgesloten
Definition
I had excluded(indicative past perfect)
Term
jij had uitgesloten
Definition
you(singular) had excluded(indicative past perfect)
Term
hij had uitgesloten
Definition
he had excluded(indicative past perfect)
Term
wij hadden uitgesloten
Definition
we had excluded(indicative past perfect)
Term
jullie hadden uitgesloten
Definition
you(plural) had excluded(indicative past perfect)
Term
zij hadden uitgesloten
Definition
they had excluded(indicative past perfect)
Term
ik zal sluiten uit
Definition
I will exclude(indicative future)
Term
jij zult sluiten uit
Definition
you(singular) will exclude(indicative future)
Term
hij zal sluiten uit
Definition
he will exclude(indicative future)
Term
wij zullen sluiten uit
Definition
we will exclude(indicative future)
Term
jullie zullen sluiten uit
Definition
you(plural) will exclude(indicative future)
Term
zij zullen sluiten uit
Definition
they will exclude(indicative future)
Term
ik zou sluiten uit
Definition
I would exclude(conditional future)
Term
jij zou sluiten uit
Definition
you(singular) would exclude(conditional future)
Term
hij zou sluiten uit
Definition
he would exclude(conditional future)
Term
wij zouden sluiten uit
Definition
we would exclude(conditional future)
Term
jullie zouden sluiten uit
Definition
you(plural) would exclude(conditional future)
Term
zij zouden sluiten uit
Definition
they would exclude(conditional future)
Term
ik zal uitgesloten hebben
Definition
I will have excluded(future perfect)
Term
jij zult uitgesloten hebben
Definition
you(singular) will have excluded(future perfect)
Term
hij zal uitgesloten hebben
Definition
he will have excluded(future perfect)
Term
wij zullen uitgesloten hebben
Definition
we will have excluded(future perfect)
Term
jullie zullen uitgesloten hebben
Definition
you(plural) will have excluded(future perfect)
Term
zij zullen uitgesloten hebben
Definition
they will have excluded(future perfect)
Term
ik zou uitgesloten hebben
Definition
I would have excluded(conditional future perfect)
Term
jij zou uitgesloten hebben
Definition
you(singular) would have excluded(conditional future perfect)
Term
hij zou uitgesloten hebben
Definition
he would have excluded(conditional future perfect)
Term
wij zouden uitgesloten hebben
Definition
we would have excluded(conditional future perfect)
Term
jullie zouden uitgesloten hebben
Definition
you(plural) will have excluded(conditional future perfect)
Term
zij zouden uitgesloten hebben
Definition
they would have excluded(conditional future perfect)
Term
sluit uit
Definition
exclude(imperative)
Supporting users have an ad free experience!