Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for detect
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
03/14/2011

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik bespeur
Definition
I detect(indicative present)
Term
jij bespeurt
Definition
you(singular) detect(indicative present)
Term
hij bespeurt
Definition
he detects(indicative present)
Term
wij bespeuren
Definition
we detect(indicative present)
Term
jullie bespeuren
Definition
you(plural) detect(indicative present)
Term
zij bespeuren
Definition
they detect(indicative present)
Term
ik bespeurde
Definition
I detected(indicative past)
Term
jij bespeurde
Definition
you(singular) detected(indicative past)
Term
hij bespeurde
Definition
he detected(indicative past)
Term
wij bespeurden
Definition
we detected(indicative past)
Term
jullie bespeurden
Definition
you(plural) detected(indicative past)
Term
zij bespeurden
Definition
they detected(indicative past)
Term
ik heb bespeurd
Definition
I have detected(indicative present perfect)
Term
jij hebt bespeurd
Definition
you(singular) have detected(indicative present perfect)
Term
hij heeft bespeurd
Definition
he has detected(indicative present perfect)
Term
wij hebben bespeurd
Definition
we have detected(indicative present perfect)
Term
jullie hebben bespeurd
Definition
you(plural) have detected(indicative present perfect)
Term
zij hebben bespeurd
Definition
they have detected(indicative present perfect)
Term
ik had bespeurd
Definition
I had detected(indicative past perfect)
Term
jij had bespeurd
Definition
you(singular) had detected(indicative past perfect)
Term
hij had bespeurd
Definition
he had detected(indicative past perfect)
Term
wij hadden bespeurd
Definition
we had detected(indicative past perfect)
Term
jullie hadden bespeurd
Definition
you(plural) had detected(indicative past perfect)
Term
zij hadden bespeurd
Definition
they had detected(indicative past perfect)
Term
ik zal bespeuren
Definition
I will detect(indicative future)
Term
jij zult bespeuren
Definition
you(singular) will detect(indicative future)
Term
hij zal bespeuren
Definition
he will detect(indicative future)
Term
wij zullen bespeuren
Definition
we will detect(indicative future)
Term
jullie zullen bespeuren
Definition
you(plural) will detect(indicative future)
Term
zij zullen bespeuren
Definition
they will detect(indicative future)
Term
ik zou bespeuren
Definition
I would detect(conditional future)
Term
jij zou bespeuren
Definition
you(singular) would detect(conditional future)
Term
hij zou bespeuren
Definition
he would detect(conditional future)
Term
wij zouden bespeuren
Definition
we would detect(conditional future)
Term
jullie zouden bespeuren
Definition
you(plural) would detect(conditional future)
Term
zij zouden bespeuren
Definition
they would detect(conditional future)
Term
ik zal bespeurd hebben
Definition
I will have detected(future perfect)
Term
jij zult bespeurd hebben
Definition
you(singular) will have detected(future perfect)
Term
hij zal bespeurd hebben
Definition
he will have detected(future perfect)
Term
wij zullen bespeurd hebben
Definition
we will have detected(future perfect)
Term
jullie zullen bespeurd hebben
Definition
you(plural) will have detected(future perfect)
Term
zij zullen bespeurd hebben
Definition
they will have detected(future perfect)
Term
ik zou bespeurd hebben
Definition
I would have detected(conditional future perfect)
Term
jij zou bespeurd hebben
Definition
you(singular) would have detected(conditional future perfect)
Term
hij zou bespeurd hebben
Definition
he would have detected(conditional future perfect)
Term
wij zouden bespeurd hebben
Definition
we would have detected(conditional future perfect)
Term
jullie zouden bespeurd hebben
Definition
you(plural) will have detected(conditional future perfect)
Term
zij zouden bespeurd hebben
Definition
they would have detected(conditional future perfect)
Term
bespeur
Definition
detect(imperative)
Supporting users have an ad free experience!