Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for deceive
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
08/06/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik bedrieg
Definition
I deceive(indicative present)
Term
jij bedriegt
Definition
you(singular) deceive(indicative present)
Term
hij bedriegt
Definition
he deceives(indicative present)
Term
wij bedriegen
Definition
we deceive(indicative present)
Term
jullie bedriegen
Definition
you(plural) deceive(indicative present)
Term
zij bedriegen
Definition
they deceive(indicative present)
Term
ik bedroog
Definition
I deceived(indicative past)
Term
jij bedroog
Definition
you(singular) deceived(indicative past)
Term
hij bedroog
Definition
he deceived(indicative past)
Term
wij bedrogen
Definition
we deceived(indicative past)
Term
jullie bedrogen
Definition
you(plural) deceived(indicative past)
Term
zij bedrogen
Definition
they deceived(indicative past)
Term
ik heb bedrogen
Definition
I have deceived(indicative present perfect)
Term
jij hebt bedrogen
Definition
you(singular) have deceived(indicative present perfect)
Term
hij heeft bedrogen
Definition
he has deceived(indicative present perfect)
Term
wij hebben bedrogen
Definition
we have deceived(indicative present perfect)
Term
jullie hebben bedrogen
Definition
you(plural) have deceived(indicative present perfect)
Term
zij hebben bedrogen
Definition
they have deceived(indicative present perfect)
Term
ik had bedrogen
Definition
I had deceived(indicative past perfect)
Term
jij had bedrogen
Definition
you(singular) had deceived(indicative past perfect)
Term
hij had bedrogen
Definition
he had deceived(indicative past perfect)
Term
wij hadden bedrogen
Definition
we had deceived(indicative past perfect)
Term
jullie hadden bedrogen
Definition
you(plural) had deceived(indicative past perfect)
Term
zij hadden bedrogen
Definition
they had deceived(indicative past perfect)
Term
ik zal bedriegen
Definition
I will deceive(indicative future)
Term
jij zult bedriegen
Definition
you(singular) will deceive(indicative future)
Term
hij zal bedriegen
Definition
he will deceive(indicative future)
Term
wij zullen bedriegen
Definition
we will deceive(indicative future)
Term
jullie zullen bedriegen
Definition
you(plural) will deceive(indicative future)
Term
zij zullen bedriegen
Definition
they will deceive(indicative future)
Term
ik zou bedriegen
Definition
I would deceive(conditional future)
Term
jij zou bedriegen
Definition
you(singular) would deceive(conditional future)
Term
hij zou bedriegen
Definition
he would deceive(conditional future)
Term
wij zouden bedriegen
Definition
we would deceive(conditional future)
Term
jullie zouden bedriegen
Definition
you(plural) would deceive(conditional future)
Term
zij zouden bedriegen
Definition
they would deceive(conditional future)
Term
ik zal bedrogen hebben
Definition
I will have deceived(future perfect)
Term
jij zult bedrogen hebben
Definition
you(singular) will have deceived(future perfect)
Term
hij zal bedrogen hebben
Definition
he will have deceived(future perfect)
Term
wij zullen bedrogen hebben
Definition
we will have deceived(future perfect)
Term
jullie zullen bedrogen hebben
Definition
you(plural) will have deceived(future perfect)
Term
zij zullen bedrogen hebben
Definition
they will have deceived(future perfect)
Term
ik zou bedrogen hebben
Definition
I would have deceived(conditional future perfect)
Term
jij zou bedrogen hebben
Definition
you(singular) would have deceived(conditional future perfect)
Term
hij zou bedrogen hebben
Definition
he would have deceived(conditional future perfect)
Term
wij zouden bedrogen hebben
Definition
we would have deceived(conditional future perfect)
Term
jullie zouden bedrogen hebben
Definition
you(plural) would have deceived(conditional future perfect)
Term
zij zouden bedrogen hebben
Definition
they would have deceived(conditional future perfect)
Term
bedrieg
Definition
deceive(imperative)
Supporting users have an ad free experience!