Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for appeal
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
03/19/2009

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik verzoek
Definition
I appeal(indicative present)
Term
jij verzoekt
Definition
you(singular) appeal(indicative present)
Term
hij verzoekt
Definition
he appeals(indicative present)
Term
wij verzoeken
Definition
we appeal(indicative present)
Term
jullie verzoeken
Definition
you(plural) appeal(indicative present)
Term
zij verzoeken
Definition
they appeal(indicative present)
Term
ik verzocht
Definition
I appealed(indicative past)
Term
jij verzocht
Definition
you(singular) appealed(indicative past)
Term
hij verzocht
Definition
he appealed(indicative past)
Term
wij verzochten
Definition
we appealed(indicative past)
Term
jullie verzochten
Definition
you(plural) appealed(indicative past)
Term
zij verzochten
Definition
they appealed(indicative past)
Term
ik heb verzocht
Definition
I have appealed(indicative present perfect)
Term
jij hebt verzocht
Definition
you(singular) have appealed(indicative present perfect)
Term
hij heeft verzocht
Definition
he has appealed(indicative present perfect)
Term
wij hebben verzocht
Definition
we have appealed(indicative present perfect)
Term
jullie hebben verzocht
Definition
you(plural) have appealed(indicative present perfect)
Term
zij hebben verzocht
Definition
they have appealed(indicative present perfect)
Term
ik had verzocht
Definition
I had appealed(indicative past perfect)
Term
jij had verzocht
Definition
you(singular) had appealed(indicative past perfect)
Term
hij had verzocht
Definition
he had appealed(indicative past perfect)
Term
wij hadden verzocht
Definition
we had appealed(indicative past perfect)
Term
jullie hadden verzocht
Definition
you(plural) had appealed(indicative past perfect)
Term
zij hadden verzocht
Definition
they had appealed(indicative past perfect)
Term
ik zal verzoeken
Definition
I will appeal(indicative future)
Term
jij zult verzoeken
Definition
you(singular) will appeal(indicative future)
Term
hij zal verzoeken
Definition
he will appeal(indicative future)
Term
wij zullen verzoeken
Definition
we will appeal(indicative future)
Term
jullie zullen verzoeken
Definition
you(plural) will appeal(indicative future)
Term
zij zullen verzoeken
Definition
they will appeal(indicative future)
Term
ik zou verzoeken
Definition
I would appeal(conditional future)
Term
jij zou verzoeken
Definition
you(singular) would appeal(conditional future)
Term
hij zou verzoeken
Definition
he would appeal(conditional future)
Term
wij zouden verzoeken
Definition
we would appeal(conditional future)
Term
jullie zouden verzoeken
Definition
you(plural) would appeal(conditional future)
Term
zij zouden verzoeken
Definition
they would appeal(conditional future)
Term
ik zal verzocht hebben
Definition
I will have appealed(future perfect)
Term
jij zult verzocht hebben
Definition
you(singular) will have appealed(future perfect)
Term
hij zal verzocht hebben
Definition
he will have appealed(future perfect)
Term
wij zullen verzocht hebben
Definition
we will have appealed(future perfect)
Term
jullie zullen verzocht hebben
Definition
you(plural) will have appealed(future perfect)
Term
zij zullen verzocht hebben
Definition
they will have appealed(future perfect)
Term
ik zou verzocht hebben
Definition
I would have appealed(conditional future perfect)
Term
jij zou verzocht hebben
Definition
you(singular) would have appealed(conditional future perfect)
Term
hij zou verzocht hebben
Definition
he would have appealed(conditional future perfect)
Term
wij zouden verzocht hebben
Definition
we would have appealed(conditional future perfect)
Term
jullie zouden verzocht hebben
Definition
you(plural) will have appealed(conditional future perfect)
Term
zij zouden verzocht hebben
Definition
they would have appealed(conditional future perfect)
Term
verzoek
Definition
appeal(imperative)
Supporting users have an ad free experience!