Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for amuse
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
09/21/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik amuseer
Definition
I amuse(indicative present)
Term
jij amuseert
Definition
you(singular) amuse(indicative present)
Term
hij amuseert
Definition
he amuses(indicative present)
Term
wij amuseren
Definition
we amuse(indicative present)
Term
jullie amuseren
Definition
you(plural) amuse(indicative present)
Term
zij amuseren
Definition
they amuse(indicative present)
Term
ik amuseerde
Definition
I amused(indicative past)
Term
jij amuseerde
Definition
you(singular) amused(indicative past)
Term
hij amuseerde
Definition
he amused(indicative past)
Term
wij amuseerden
Definition
we amused(indicative past)
Term
jullie amuseerden
Definition
you(plural) amused(indicative past)
Term
zij amuseerden
Definition
they amused(indicative past)
Term
ik heb geamuseerd
Definition
I have amused(indicative present perfect)
Term
jij hebt geamuseerd
Definition
you(singular) have amused(indicative present perfect)
Term
hij heeft geamuseerd
Definition
he has amused(indicative present perfect)
Term
wij hebben geamuseerd
Definition
we have amused(indicative present perfect)
Term
jullie hebben geamuseerd
Definition
you(plural) have amused(indicative present perfect)
Term
zij hebben geamuseerd
Definition
they have amused(indicative present perfect)
Term
ik had geamuseerd
Definition
I had amused(indicative past perfect)
Term
jij had geamuseerd
Definition
you(singular) had amused(indicative past perfect)
Term
hij had geamuseerd
Definition
he had amused(indicative past perfect)
Term
wij hadden geamuseerd
Definition
we had amused(indicative past perfect)
Term
jullie hadden geamuseerd
Definition
you(plural) had amused(indicative past perfect)
Term
zij hadden geamuseerd
Definition
they had amused(indicative past perfect)
Term
ik zal amuseren
Definition
I will amuse(indicative future)
Term
jij zult amuseren
Definition
you(singular) will amuse(indicative future)
Term
hij zal amuseren
Definition
he will amuse(indicative future)
Term
wij zullen amuseren
Definition
we will amuse(indicative future)
Term
jullie zullen amuseren
Definition
you(plural) will amuse(indicative future)
Term
zij zullen amuseren
Definition
they will amuse(indicative future)
Term
ik zou amuseren
Definition
I would amuse(conditional future)
Term
jij zou amuseren
Definition
you(singular) would amuse(conditional future)
Term
hij zou amuseren
Definition
he would amuse(conditional future)
Term
wij zouden amuseren
Definition
we would amuse(conditional future)
Term
jullie zouden amuseren
Definition
you(plural) would amuse(conditional future)
Term
zij zouden amuseren
Definition
they would amuse(conditional future)
Term
ik zal geamuseerd hebben
Definition
I will have amused(future perfect)
Term
jij zult geamuseerd hebben
Definition
you(singular) will have amused(future perfect)
Term
hij zal geamuseerd hebben
Definition
he will have amused(future perfect)
Term
wij zullen geamuseerd hebben
Definition
we will have amused(future perfect)
Term
jullie zullen geamuseerd hebben
Definition
you(plural) will have amused(future perfect)
Term
zij zullen geamuseerd hebben
Definition
they will have amused(future perfect)
Term
ik zou geamuseerd hebben
Definition
I would have amused(conditional future perfect)
Term
jij zou geamuseerd hebben
Definition
you(singular) would have amused(conditional future perfect)
Term
hij zou geamuseerd hebben
Definition
he would have amused(conditional future perfect)
Term
wij zouden geamuseerd hebben
Definition
we would have amused(conditional future perfect)
Term
jullie zouden geamuseerd hebben
Definition
you(plural) would have amused(conditional future perfect)
Term
zij zouden geamuseerd hebben
Definition
they would have amused(conditional future perfect)
Term
amuseer
Definition
amuse(imperative)
Supporting users have an ad free experience!