Term
op welke 4 manieren kunnen we persoonlijkheid benaderen? |
|
Definition
- psychodynamisch/psychoanalytisch studie van het onbewuste - cognitieve benadering nadruk op cognities & gedachten - humanistische benadering nadruk op maturatieprocessen - trekbenadering beschouwing als stabiele eigenschappen |
|
|
Term
geef 4 karakteristieken van persoonlijkheid |
|
Definition
- stabiel over tijd - intern afleidbaar uit gedrag - consistent over verschillende situaties - individueel verschillend |
|
|
Term
op welke 3 niveaus kan men persoonlijkheid analyseren? |
|
Definition
- menselijk natuur/soort - individuele & groepsverschillen (nomothetisch) - uniciteit (ideografisch) |
|
|
Term
persoonlijkheidsanalyse op niveau van menselijke natuur/soort |
|
Definition
hier stelt men zich de vraag welke persoonlijkheidstrekken universeel zijn - hogan's getting along, getting ahead |
|
|
Term
persoonlijkheidsanalyse op niveau van individuele en groepsverschillen (nomothetisch) |
|
Definition
op welke manier verschillen individuelen binnen een soort van elkaar - mannen vs vrouwen - leeftijdsgroepen - culturen subculturen - verschillen tss individuen |
|
|
Term
persoonlijkheidsanalyse op niveau van uniciteit (ideografisch) |
|
Definition
- er zijn geen 2 individuen met dezelfde persoonlijkheid, zelfs niet monozygote tweelingen die door dezelfde ouders zijn grootgebracht |
|
|
Term
wat moet een goede persoonlijkheidstheorie doen? |
|
Definition
- richting geven aan onderzoek - kennis integreren & organiseren - vanuit die kennis een voorspelling doen |
|
|
Term
aan welke aspecten moet een persoonlijkheidstheorie voldoen? |
|
Definition
- moet omvattend zijn - moet heuristisch zijn - moet toetsbaar zijn - moet spaarzaam zijn - moet compatibel zijn |
|
|
Term
|
Definition
een hierarchische ordening/indeling van individuele verschillen - meestal combinatie van statistische & lexicale benadering |
|
|
Term
wat kan er gebeuren als we personen vragen om een zelfbeoordeling te geven van hun persoonlijkheid? |
|
Definition
- self presentation bias antwoorden op vragenlijsten gaan aanpassen in functie van het beeld dat je wil dat anderen van je hebben |
|
|
Term
wat kan er gebeuren als we externe beoordelaars vragen om een beoordeling te geven van iemands persoonlijkheid? III |
|
Definition
- halo effecten - horn effecten - self based heuristic bias |
|
|
Term
|
Definition
dit zijn trekken die je automatisch gaat betrekken bij een persoonlijkheids beoordeling maar die er eigenlijk niet veel mee te maken hebben - obama beoordelen als behulpzaam? |
|
|
Term
|
Definition
wanneer je iemand een negatief kenmerk gaat toeschrijven bij een persoonlijkheidsbeoordeling ga je ook andere negatieve kenmerken toekennen die relatief onafhankelijk zijn van het eerste - je maakt je onpopulair in een programma en mensen geven je nog extra slechte kenmerken |
|
|
Term
wat is self based heuristic bias ? |
|
Definition
de beoordelaar gaat bij een persoonlijkheidsbeoordeling zijn eigen persoonlijkheid laten meespelen om een oordeel te maken over iemand anders |
|
|
Term
|
Definition
bij een persoonlijkheidsbeoordeling gaat de beoordelaar meer gewicht toekennen aan dingen die hij zelf belangrijk vind - als je zelf voetbalt ga je het voetballen van een ander persoon favoriseren en veel gewicht toekennen |
|
|
Term
wat is vertekening ten gevolge van impliciete personlijkheidstheorien (stereotypen) ? |
|
Definition
men heeft bvb snel het idee dat een italiaan een vlotte prater is |
|
|
Term
wat betekent validiteit bij een persoonlijkheidsbeoordeling? |
|
Definition
meten we effectief wel wat we willen/denken te meten? |
|
|
Term
wat is het barnum effect? |
|
Definition
het effect dat men zeer algemene uitspraken gaat ervaren als typisch rakende opmerkingen over hun eigen - bvb horoscoop |
|
|
Term
wat zegt de klassieke testtheorie over persoonlijkheidsbeoordelingen en wat kunnen we hier aan doen? |
|
Definition
dat bij om het even wat je meet er altijd een meetfout is - deze meetfout kan je verkleinen door zoveel mogelijk gedragsitems en beoordelaars te gebruiken |
|
|
Term
wat is een lexicale benadering van persoonlijkheidsonderzoek? |
|
Definition
stelt dat persoonlijkheidsbeschrijvingen die belangrijk zijn in het dagelijkse leven woorden krijgen die mensen er aan geven in natuurlijke taal - binnen een lexicale benadering vertrekt men van het woordenboek op individuele trekken te beschrijven - aantal synoniemen - cross culturele universaliteit |
|
|
Term
wat zijn de kritieken op de lexicale benadering? |
|
Definition
- uitsluitend focus op trekadjectieven - passieve taal vs actieve taal - leek als informatiebron vs expert natuurlijke taal is te vaag & onwetenschappelijk - descriptieve versus evaluatieve betekenis - a specifiek voor doelgroepen - cross cultureel onderzoek moeilijk te vergelijken omdat talen moeilijk te vergelijken zijn met elkaar |
|
|
Term
wat is de statistische benadering van persoonlijkeheidsonderzoek |
|
Definition
- alle zinnen, gedragsitems v alle persoonlijkeheidsvragenlijsten verzamelen - factoranalyse op toepassen (datareductie) - items die samenhangen onderbrengen in categorie - 5 categorien blijven over |
|
|
Term
wat is de theoretische benadering van persoonlijkheidsonderzoek? |
|
Definition
- je vertrekt vanuit standpunt van expert - hetgeen je vooruit schuift als belangrijke persoonlijkeheidskenmerken verschilt van theorie tot theorie |
|
|
Term
|
Definition
bevat 3 personlijkeheidsfactoren Psychotisme Extraversie Neuroticisme |
|
|
Term
wanneer is een persoonlijkheidstrek volgens Eysenck een universele basispersoonlijkheidstrek ? |
|
Definition
als het een biologische onderbouw heeft |
|
|
Term
hoe ziet het persoonlijkheidsmodel van Eysenck er uit? |
|
Definition
- Super traits : 3 basistrekken van persoonlijkheid - Narrow traits : elke narrow trait bestaat uit een aantal gewoontehandelingen en elke gewoontehandeling uit aantal specifieke handelingen |
|
|
Term
Wiggens interpersoonlijk circumplex |
|
Definition
gebruik van 2 dimensies - Love vs Hate (Hogan's getting along) - Status striving (Hogan's getting ahead) |
|
|
Term
er kunnen 3 soorten relaties ontstaan binnen het model interpersoonlijk circumplex van Wiggens, welke zijn dit? |
|
Definition
- adjency (nabijheid) - bipolarity - orthogonality |
|
|
Term
wat betekent de adjency relatie in het interpersoonlijke circumplex van Wiggens? |
|
Definition
nabijheid dit wil zeggen interpersoonlijke trekken die dicht bij elkaar liggen, die positief correleren |
|
|
Term
wat betekent de bipolarity relatie in het interpersoonlijke circumplex van Wiggens? |
|
Definition
dat zijn trekken die tegenover elkaar liggen in dat model, ze correleren negatief met elkaar |
|
|
Term
wat betekent de orthogonality relatie in het interpersoonlijk circumplex van Wiggens? |
|
Definition
dat is een relatie tussen trekken wanner die trekken nul correleren, dus wanneer het onafhankelijke trekken zijn |
|
|
Term
Uit welke basisfactoren is het Big Five - vijf-factorenmodel opgesteld? |
|
Definition
- extraversie - altruisme/agreeableness - concientieusheid - emotionele stabiliteit/neuroticisme - intellect/openheid |
|
|
Term
wat zijn de kenmerken van extraversie in het Big Five model? |
|
Definition
- hartelijk - energiek - sociaal - dominant vs teruggetrokken & onderdanig |
|
|
Term
wat zijn de kenmerken van altruisme/agreeableness in het Big Five model? |
|
Definition
- vertrouwen - oprechtheid - medeleven vs agressiviteit & egocentrisme |
|
|
Term
wat zijn de kenmerken van conscientieusheid in het Big Five model? |
|
Definition
- doelmatigheid - ordeljkheid - betrouwbaarheid - ambitie - zelfdiscipline |
|
|
Term
wat zijn de kenmerken van emotionele stabiliteit/neuroticisme in het Big Five model? |
|
Definition
- zelfvertrouwen & stressbestendigheid vs neuroticisme - twijfelen aan zichzelf - algemene gevoelens van angst |
|
|
Term
wat zijn de kenmerken van intellect/openheid in het Big Five model? |
|
Definition
- ontwikkeld - geinteresseerd tegenover praktisch, weinig intellectualistisch & gecultiveerd |
|
|
Term
hoe moeten we de 5 dimensies van het Big Five model interpreteren? |
|
Definition
zoals een kleurenspectrum - 5 basis (kleuren) - door kleuren te mengen grote diversiteit |
|
|
Term
waarom spreken we in het Big Five van 'dimensies' ? |
|
Definition
omdat we niet vergelijken met een bepaalde cut off (gemiddelde) maar we zeggen bvb lisa is meer introvert dan femke |
|
|
Term
wat is een Gauss curve en hoe bekomen we die? |
|
Definition
als we de 5 persoolijkheidstrekken gaan meten in de populatie, het wil zeggen dat het merendeel steeds gemiddeld scoort op een trek en hoe extremer/minder extreem = hoe minder mensen |
|
|
Term
wat zou er gebeuren moesten we bij persoonlijkheidstypes met cut offs werken ? |
|
Definition
je zou in een groep belanden van ofwel 'introvert' ofwel extravert' maar niets er tussen in |
|
|
Term
wat is het verschil tussen Big Five & VFM? |
|
Definition
Big Five x refereert primair naar lexicale studies VFM x refereert naar vragenlijsten studies in traditie van Costa & McCrae |
|
|
Term
wie waren de eerste die tot de vijf basisfactoren van persoonlijkheid kwamen? |
|
Definition
Tupes & Christal US airforce ((niet Norman & Goldberg)) |
|
|
Term
Hoe ontstond de 2de onderzoekstraditie die terechgekomen is bij de vijf basisfactoren? |
|
Definition
Door Costa & McCrae die het Baltimore Longitudinal Study of Ageing (BLSA) opzetten met de bedoeling om een NEO model van persoonlijkehid te ontwikkeln. het was een tegenreactie om komaf te maken aan de nadelen van de persoonlijkheidsvragenlijsten die in omloop waren |
|
|
Term
waarvoor staat NEO ? - Costa & McCrae |
|
Definition
- neuroticisme - extraversie - openheid |
|
|
Term
hoe komt het dat het NEO model 2 factoren bij kreeg en welke waren dit ? |
|
Definition
ze ze zagen dat hun collega's van de lexicale benadering 5 basisfactoren hadden dus ze voegden er 2 toe aan hun model - altruisme - concientieusheid 3x6 |
|
|
Term
waarom kozen ze voor NEO-PI-R ? |
|
Definition
ze vonden het gewoon mooi ogen puur ethisch hebben ze gekozen voor 6 persoonlijkheidsfacetten |
|
|
Term
welke persoonlijkheidsvragenlijst groeide uit tot de meest gebruikte bij volwassenen ? |
|
Definition
|
|
Term
recent werd een nieuwe versie ontwikkeld nl NEO-PI-3 hoe is men daar bij gekomen? |
|
Definition
de NEO-PI-R gaf wat problemen als je het gebruikte bij de jongere populatie zoals adolescenten dus heeft men 37 items van de NEO-PI-R vervangen door alternatieven - de 2 modellen zijn parallelle versies van elkaar - 240 items |
|
|
Term
|
Definition
het is een verkorte vragenlijst van de NEO familie met 60 items (240 was heel veel) - je kan een score berekenen voor de 5 basisfactoren maar niet voor de 30 onderliggende facetten |
|
|
Term
wat is de 5de factor bij - Big Five - VFM |
|
Definition
Big Five: intellect & cultuur VFM: openheid voor ervaringen |
|
|
Term
|
Definition
international consortium for the study of the developmental antecedents of the FFM - persoonlijkheidsvragenlijst die gebruik maakt van de traditie van de vrije beschrijving dmv interviews met ouders bvb |
|
|
Term
|
Definition
een persoonlijkheidsvragenlijst voor kinderen - onstaan aan faculteit psychologie in gent - kinderen vanaf 8j in aart brengen vanuit VFM perspectief - 5 basisfactoren & 18 facetten |
|
|
Term
Is het VFM generaliseerbaar? en zo ja, waarover? III |
|
Definition
- over leeftijden - over culturen heen - over verschillende beoordelaars |
|
|
Term
wat is VCC en wat meet het ? |
|
Definition
variable congruence coefficients - maat die weerspiegelt in welke mate de factorstructuur binnen de vroege adolescentie of midden adolescentie gelijk is met de factorstructuur van een vergelijkingsgroeps - hoe dichter bij 1 hoe beter - vanaf 0,85 kan je zeggen dat je met dezelfde factorstructuur temaken hebt |
|
|
Term
hoe werd er bewezen dat het VFM generaliseerbaar is over culturen heen ? |
|
Definition
door te kijken naar de Cronbach alpha coefficient het representeert de mate waarin elke variabele (N A E O C) betrouwbaar gemeten word - score moet +0,70 zijn |
|
|
Term
hoe komt het dat er soms minder goede replicaties waren van het VFM over culturen heen? |
|
Definition
door minder goede datakwaliteit |
|
|
Term
Hoe is het HEXACO model onstaan ? |
|
Definition
in sommige landen waren er 6 factoren gevonden ipv 5 de 6de factor was 'honesty-humility' |
|
|
Term
waaruit bestaat het HEXACO model? |
|
Definition
- Honesty humility - Emotionality - eXtraversion - Agreeableness vs anger - Consientiusness - Opennes to experience |
|
|
Term
Wie waren de makers van het HEXACO model? |
|
Definition
|
|
Term
waar is het HEXACO model op gebasseerd & VFM? |
|
Definition
|
|
Term
wat is reciprocal altruism? |
|
Definition
stellen van altruistische act zonder dat men er iets voor terug verwacht gewoon op een goed blaadje staan bij die persoon in case of emergency |
|
|
Term
|
Definition
stellen van altruistische act t.a.v. bloedverwanten zoals kinderen of individuen van dezelfde soort met als doen genen overdragen |
|
|
Term
wat reflecteert honesty-humility volgens ashton & lee ? |
|
Definition
reciprocal altruism in terms of fairness - portemonnee teruggeven van een persoon die hem verloren heeft |
|
|
Term
wat reflecteert agreeableness volgens ashton & lee ? |
|
Definition
reciprocal altruism in terms of tolerance/understanding of others - mensen roddelen over jou over een feit dat niet waar is maar je vergeeft hen |
|
|
Term
wat reflecteert emotionality/neuroticisme volgens ashton & lee? |
|
Definition
|
|
Term
wat is er fundamenteel aan aan de link tussen het HEXACO model en de evolutietheorie? |
|
Definition
hoge scores op elk van de persoonlijkheidsdimensies zijn niet enkel geassocieerd met winst maar ook met verlies |
|
|
Term
|
Definition
een tegenovergestelde beweging waarin Musek vond dat 5 factoren onvoldoende abstract waren dus hij clusterde ze tot 'general personality factor' |
|
|
Term
waar deed Gosling onderzoek naar? |
|
Definition
persoonlijkheidsverschillen bij honden |
|
|
Term
welke persoonlijkheidsdimensies werden gemeten bij honden? mens: - extraversie - altruisme - neuroticisme - openheid/intellect |
|
Definition
hond - energie - affectie - emotionele reactiviteit - intelligentie |
|
|
Term
meten van interne consistentie bij onderzoek naar persoonlijkheid van honden |
|
Definition
- baasje heeft beoordeling over zichzelf & hond - peer heeft beoordeling over baasje & hond - cronbachs alpha +80 = betrouwbare meting |
|
|
Term
meten van consensus bij onderzoek naar persoonlijkheid van honden |
|
Definition
wordt weergeven door correlatiecoefficient tussen beoordelingen van baasje & peer - consensus is groter bij beoordeling over hond dan over baasje |
|
|
Term
welke beoordelaarsbias kan er optreden bij onderzoek naar persoonlijkheid van honden? |
|
Definition
- bias door leeftijd - bias door geslacht - ras staat tussen haakjes naast de consensus |
|
|
Term
hoe werd predictieve validiteit gemeten bij persoonlijkheidsonderzoek bij honden? |
|
Definition
3 onafhankelijke beoordelaars - honden moesten proefjes afleggen x vertrouwd raken met beoordelaars x energie x affectie, baasje lokt knuffel uit x gehoorzaamheid aan baasje x sociale angst: hond met een vreemde op stap x probleemoplossend gedrag --------------------- kijken naar persoonlijkheidsbeoordeling van hond & naar gedragsindicatoren = predictieve validiteit |
|
|
Term
welk model is de beste voorspeller voor wat iemand gaat doen & satisfactie? |
|
Definition
|
|
Term
welk is de beste voorspeller voor prestaties? |
|
Definition
Big Five (persoonlijkheid) |
|
|
Term
welk model is een slechte voorspeller voor prestaties? |
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
het idee dat de situatie bepalend is voor hoe iemand zich gaat gedragen |
|
|
Term
wat is een zwakke situatie? |
|
Definition
een situatie die heel wat minder gestructureerd is en waar veel meer vrijheid is om individuele verschillen in termen van persoonlijkheid te laten uitschijnen |
|
|
Term
wat is een sterke situatie? |
|
Definition
een gestructureerde situatie waarin alles op voorhand bepaald is bvb examen - duur vh examen is bepaald - waar je moet zijn - wanneer je mag binnen gaan |
|
|
Term
hoe groot was de predictieve validiteit van het Big Five model? |
|
Definition
|
|
Term
wat is het bandwidth-fidelity dilemma? |
|
Definition
een kritiek op het big five model dat slaat op de mate waarin je variantie kan verklaren door ofwel 5 basisdimensies of door meer fijnmazige facetten |
|
|