Term
eerste stadium theorie erikson+ nadruk op? |
|
Definition
basisvertrouwen - wantrouwen EGO niet enkel voeding is belangrijk zoals bij freud, maar ook liefde & warmte van de moeder |
|
|
Term
eerste stadium theorie freud+ nadruk ? |
|
Definition
orale fase ID behoefte aanvoeding & orale stimulatie |
|
|
Term
tweede stadium theorie erikson+nadruk |
|
Definition
autonomie - schaamte verwerven van gevoel v zelfstandigheid |
|
|
Term
tweede stadium theorie freud+nadruk |
|
Definition
anale fase zindelijkheidstraining |
|
|
Term
|
Definition
1. geboorte - glimlach 2. 6-10 weken - eerste sociale glimlach 3. 3-4m - echte lach, met mond open, als reactie op stimulus |
|
|
Term
waarom neemt angst pas toe in eerste helft van het 2de levensjaar? |
|
Definition
volgens evolutiepsychologen omdat je dan pas motorisch in staat bent om vluchtreactie te tonen |
|
|
Term
wanneer komt vreemdenangst voor? |
|
Definition
vanaf ongeveer 8m (tot 12) |
|
|
Term
wat is scheidingsangst en wanneer komt het voor? |
|
Definition
angst om door verzorgingsfiguren verlaten te worden - rond 8m |
|
|
Term
wat is emotionele besmetting + wanneer komt het voor (interpreteren & begrijpen v emoties van anderen) |
|
Definition
passief aanvoelen wat de emotionele sfeer op een bepaalde plek is en daardoor ‘besmet’ worden. |
|
|
Term
wanneer kunnen we gelaatsuidrukkingen van anderen herkennen? |
|
Definition
|
|
Term
wat is social referencing? |
|
Definition
kind baseert zich op emotionele reactie van vertrouwenspersoon om situatie te kunnen duiden en te kunnen beslissen hoe te reageren in onzekere situatie |
|
|
Term
wat zijn zelfbewuste emoties? |
|
Definition
Soort evaluatie maken van jezelf als persoon |
|
|
Term
voorbeelden van zelfbewuste emoties |
|
Definition
- schuld - schaamte - verlegenheid - trots - jaloezie |
|
|
Term
verschil tussen schuld & schaamte |
|
Definition
schuld: focus op hetgene wat je gedaan hebt, je wilt het goedmaken schaamte: je wil je uit de situatie verwijderen, je bent vernedert en kan het niet direct goedmaken |
|
|
Term
|
Definition
de strategieën die we gebruiken om onze emotionele toestand tot en comfortabel niveau te brengen zodat we onze doelen kunnen bereiken |
|
|
Term
|
Definition
geleidelijk aan kan je meer stimulatie aan en zal die minder bedreigend overkomen, waardoor je minder aan zelfregulatie moet doen. |
|
|
Term
|
Definition
hoe intensief je emoties ervaart + hoe je met de emoties omgaat (zelfregulatie) |
|
|
Term
4 types temperament = thomas & chess 9 dimensies |
|
Definition
1. gemakkelijk temperament - 40% 2. moeilijk temperament - 10% 3. slow to warm up temperament - 15% 4. niet geclassificieerd - 35% |
|
|
Term
gemakkelijk temperament - 40% |
|
Definition
- komt als baby snel tot regelmatige gewoonten (‘routines’) - is meestal opgewekt - past zich makkelijk aan nieuwe ervaringen aan |
|
|
Term
moeilijk temperament - 10% |
|
Definition
- is onregelmatig inzake dagelijkse gewoonten (‘routines’) - reageert negatief en intens - past zich traag aan nieuwe ervaringen aan - moeilijk te troosten Ervaren grote mate van intensiteit. |
|
|
Term
slow to warm up temperament - 15% |
|
Definition
is niet actief
- reageert matig en weinig intens op omgeving, negatieve stemming - past zich traag aan nieuwe ervaringen aan - worden zeer weinig geraakt door buitenwereld. |
|
|
Term
niet geclassificieerd - 35% |
|
Definition
vertonen unieke combinatie van temperament kenmerken |
|
|
Term
rothbart's temperament model |
|
Definition
Combinatie van sommige dimensies: vb. verstrooidheid & aandachtsspanne - Weglaten van te globale dimensies (vb. ritmiciteit) - Nieuwe dimensie: irritatie |
|
|
Term
methoden om temperament te meten |
|
Definition
- interviews of vragenlijsten door ouders - gedragsbeoordeling van mensen die kind kennen - laboratorium observaties - fysiologische metingen |
|
|
Term
Goodness-of-fit (Thomas & Chess) |
|
Definition
Model dat verklaart hoe temperament en omgeving samen tot gunstige resultaten kunnen leiden |
|
|
Term
|
Definition
hechtingsfiguur gebruiken om omgeving te exploreren. |
|
|
Term
|
Definition
hechtingsfiguur als emotionele steun, troost gebruiken |
|
|
Term
|
Definition
Fase 1: Nog geen gehechtheid (geboorte - 6 weken) (‘Pre-attachment phase’) Fase 2: Beginnende gehechtheid (6 weken tot 6-8 maanden) Fase 3: Duidelijke gehechtheid (6-8 maanden tot 18 maanden-2 jaar) (‘Clear-cut attachment’) Fase 4: Ontstaan van wederkerige relatie; minder unidirectioneel vastklampen aan ouders (vanaf 18 maanden - 2 jaar) |
|
|
Term
Fase 1: Nog geen gehechtheid (geboorte - 6 weken) (‘Pre-attachment phase’) |
|
Definition
- Ondanks asociaal wezen, zendt het een aantal aangeboren signalen uit - Brabbelen => lokt positieve interactie uit - Vertrouwde verzorger en onbekende: geen verschil - Dus je activeert je omgeving wel tot interactie, maar het doet er voor jou niet toe met wie je in interactie treedt. |
|
|
Term
Fase 2: Beginnende gehechtheid (6 weken tot 6-8 maanden) |
|
Definition
-Begin van differentiële reactie; ontwikkelt voorkeur voor bekende gezichten (selectieve sociale glimlach) - Gevoel van (basis)vertrouwen op basis van al dan niet contingent reageren van moeder - nog steeds geen reactie op scheiding (separatie) van moeder |
|
|
Term
Fase 3: Duidelijke gehechtheid (6-8 maanden tot 18 maanden-2 jaar) (‘Clear-cut attachment’) |
|
Definition
- Gehechtheid aan vertrouwde verzorger is duidelijk aanwezig - Separatieangst - Baby wil aanwezigheid verzorger bestendigen (bv. volgen en op schoot klimmen) - Baby wil aanwezigheid verzorger bestendigen (bv. volgen en op schoot klimmen) |
|
|
Term
Fase 4: Ontstaan van wederkerige relatie; minder unidirectioneel vastklampen aan ouders |
|
Definition
Voorstelling en taal (vb. verhaaltje lezen voor weggaan) |
|
|
Term
Voorwaarden om een veilige hechtingsfiguur te worden |
|
Definition
- nabijheid / beschikbaarheid - fysieke en emotioneel veilige haven - veilige uitvalsbasis om te exploreren |
|
|
Term
|
Definition
- Veilige gehechtheid (60%) - Vermijdende gehechtheid (‘avoidant’) (15%) - Angstig-ambivalent gehechtheid (‘resistant’) (10%) - Gedisorganiseerd/gedesoriënteerde gehechtheid (15%) |
|
|
Term
Veilige gehechtheid (60%) |
|
Definition
- Ouder = veilige haven: emotioneel bijtanken - Separatie: even van slag; voorkeur voor ouder blijkt duidelijk - Hereniging: actief contact zoeken, huilen vermindert snel omdat ze vlot getroost worden en daarna opnieuw verder spelen |
|
|
Term
Vermijdende gehechtheid (‘avoidant’) (15%) |
|
Definition
- niet-responsief t.o.v. ouder - separatie: geen ‘distress’, zelfde reactie op vreemde als op ouder - hereniging: vermijden ouder, traag in begroeten, ondergaan het opgepakt worden |
|
|
Term
Angstig-ambivalent gehechtheid (‘resistant’) (10%) |
|
Definition
- zoeken nabijheid ouder, weinig exploratie - separatie: huilen => eisen de moeder op - hereniging: woede en verzet, soms duwen en slaan van ouder; blijven huilen, moeilijk te troosten |
|
|
Term
Gedisorganiseerd/gedesoriënteerde gehechtheid (15%) |
|
Definition
- vertonen grootste onveiligheid - hereniging: hele reeks verwarde en tegenstrijdige gedragingen : vb. blik afwenden, vlakke, depressieve emotie, bevroren” houdingen |
|
|
Term
|
Definition
Gevoel van zichzelf als handelende instantie (‘agent’), idee dat je een afzonderlijke person bent tegenover anderen. Een intentioneel handelend person vanuit eigen ervaring die te onderscheiden valt van anderen. |
|
|
Term
|
Definition
bewustzijn lichaam als eigen entiteit; je ontwikkelt een soort grens tussen jezelf en de buitenwereld. |
|
|
Term
|
Definition
Tussen 18 en 30 maanden: zichzelf en anderen indelen in categorieën van leeftijd, fysieke kenmerken en goed en slecht |
|
|
Term
|
Definition
Vermogen om weerstand te bieden aan impulsen tot sociaal niet-aanvaard gedrag en aan negatieve emoties Verschijnt tussen 12 en 18 maanden: drie taken - Aantrekkelijke telefoon niet aanraken - Geschenk niet open doen - Rozijnen niet van onder tas halen |
|
|