Term
3 basisvragen van ontwikkeling - III |
|
Definition
1. continu of discontinu 2. één verloop of meerdere 3. nature of nurture |
|
|
Term
|
Definition
- kwantatieve verandering - gradueel uitbreiden vaardigheden - vb taalontwik. vocabularium |
|
|
Term
|
Definition
- kwalitatieve verandering - stadia (stagetheorie) - abrubte verandering - vb taalontwik. grammatica |
|
|
Term
metafoor van wolkenformatie |
|
Definition
ontwikkeling loopt volgens combinatie van continu+discontinu, kleine graduele ontwikkelingen stapelen zich op tot kwalitatief nieuwe verschijningsvormen |
|
|
Term
|
Definition
- stadiatheorieën (piaget, kohlberg) - unidimensioneel: continu (alle kinderen zelfde stadia) - kan geen stadia skippen - universeel |
|
|
Term
|
Definition
- unieke levensloop - veel trajecten, zelfde eindpunt - regressie mogelijk na negatieve ervaring |
|
|
Term
|
Definition
- erfelijkheid - aangeboren bio eigenschappen - endogeen (van binnen uit gestuurd) - omgeving = belangrijk - benadrukt stabiliteit+belang erfelijkheid - maturatie - Harris: alles=genetica |
|
|
Term
|
Definition
er zit vanalles klaar als je geboren wordt, dit bouwplan zal zich geleidelijk ontwikkelen |
|
|
Term
|
Definition
- omgeving - watson - locke: tabula rasa (onbeschreven blad) - exogeen (van buiten uit gestuurd) - klemtoon= plasticiteit - behavioristen: alles mogelijk met 1 kind |
|
|
Term
is ontwikkeling nature of nurture? |
|
Definition
beide aspecten spelen op mekaar in |
|
|
Term
levensloop perspectief - IIII |
|
Definition
1. ontwikkeling is levenslang 2. multidimensioneel & multidirectioneel 3. hoge plasticiteit 4. verschillende contexten (invloeden) |
|
|
Term
dynamische systeembenadering |
|
Definition
ontwikkeling is een blijvend proces van bevruchting tot de dood, complex netwerk van biologische, psychologische en sociale invloeden. |
|
|
Term
welke theorieën zijn in tegenstelling tot het levensloop perspectief? |
|
Definition
- freud - piaget - kohlberg (daar eindigde ontwikkeling na de adolescentie) |
|
|
Term
ontwikkeling is multidimensioneel - III |
|
Definition
samenspel van: - biologische fact - psychologiesche fact - sociale fact |
|
|
Term
ontwikkeling is multidirectioneel - II |
|
Definition
- vooruitgang & achteruitgang over alle domeinen heen x volwassenen: +fysiek maar -levenstevredenheid - vooruitgang & achteruitgang binnen 1 domein x fysiek bij ouderen- maar uithouding+ |
|
|
Term
ontwikkeling is plastisch - II |
|
Definition
- kneedbaarheid x veranderbaarheid - ouderen= toenemende stijfheid |
|
|
Term
verschillende contexten (invloeden op ontwikkeling) - III |
|
Definition
1. leeftijdsgebonden (normatief) 2. historisch gebonden (normatief) 3. niet normatief |
|
|
Term
leeftijdsgebonden invloeden (normatief) |
|
Definition
factoren zuiver gebonden aan chronologische leeftijd vn mensen (voorspelbaar) |
|
|
Term
historisch gebonden invloeden (normatief) |
|
Definition
- ervaren door mensen rond zelfde tijdstip (afh van cohort, generatie) - voorspelbaar: vergrijzing - onvoorspelbaar: 09/11 |
|
|
Term
niet normatieve invloeden |
|
Definition
- onregelmatige gebeurtenissen - beperkt aantal mensen - onvoorspelbaar - specifiek voor 1 persoon (lotto winnen) |
|
|
Term
|
Definition
- verdraagzaamheid - tolerantie - optimisme - liberatie |
|
|
Term
|
Definition
- onzekerheid - minder geloof in verbeteren v wereld - worstelen met identiteit |
|
|
Term
|
Definition
- terug optimistisch - fopspeen generatie - helikopter ouders |
|
|
Term
|
Definition
persoonlijke ontwikkeling gedurende eigen leven |
|
|
Term
|
Definition
ontwikkeling of evolutie van de mens als soort over verschillende generaties heen |
|
|
Term
psychoanalyse volgens Freud (visie) |
|
Definition
kinderen gaan door reeks stadia waarin conflicten tss biologische driften (agressief, seksueel) en sociale verwachtingen |
|
|
Term
|
Definition
hoe uders omgaan met impulsen (driften) van kinderen in eerste levensjaren bepaalt ontwikkeling v persoonlijkheid |
|
|
Term
|
Definition
- libido/eros: gericht op leven en plezier - thanatos: gericht op destructie en dood |
|
|
Term
3 structuren van de menelijke geest |
|
Definition
1. Es (id) 2. Ich (ego) 3. Uber-ich (superego) |
|
|
Term
|
Definition
= bron van biologische basisbehoeften & verlangens - primair denkproces zonder logica - lustprincipe - bij dominantie: neurotische angst |
|
|
Term
|
Definition
= bewuste & rationele kant vd mens - secundair proces denken - realiteitsprincipe |
|
|
Term
|
Definition
= geweten, regels vd maatschappij volgen - internaliseren v normen & waarden - aangeleerd door socialisatie - het 'goede' beloont (trots)& het 'slechte' bestraft (schaamte, schuld) |
|
|
Term
wat is de rol van het 'Ich (ego)' |
|
Definition
er is spanning tss 'Es' en 'Uber-ich' - het 'ich' werkt als bemiddelaar tss driften & maatschappelijke verwachtingen |
|
|
Term
metafoor vn persoonlijkheids ontwikkeling (waterbuizensysteem) |
|
Definition
- kranen open: 'es' (neurotische angst) - kranen dcht: 'uber ich' (morele angst) - druk afleiden: ich bemiddelt |
|
|
Term
psychoseksuele stadia (+leeftijd) - IIIII |
|
Definition
1. orale fase 0-1j 2. anale fase 1-3 3. fallische fase 3-6 4. latentie fase 6-11 5. genitale fase adolescentie |
|
|
Term
|
Definition
tetje zuigen & lust ervaren vd aanwezigheid vd moeder, zij reageert responsief (eten & warmte geven) |
|
|
Term
wat gebeurd er als de moeder niet responsief reageert tijdens de orale fase? |
|
Definition
orale fixatie - roken - afhankelijkheid - opdringerigheid |
|
|
Term
|
Definition
training tot zindelijkheid + gevoel van zelfstandigheid. |
|
|
Term
wat gebeurd er als de ouders te boos worden gedurende de anale fase? |
|
Definition
anale fixatie - controlefreak - compulsief gedrag (smetvrees) - rebels, koppig |
|
|
Term
|
Definition
- belangrijkste fase volgens freud - Oedipus/elektra complex - jongen richt libido op moeder - vader = rivaal + installeert uber ich door te zeggen dat dit niet kan - castratieangst |
|
|
Term
wat als de vader te streng optreedt tijdens de fallische fase? |
|
Definition
fallische fixatie - rebellie - schaamte - schuldgevoel - perfectionisme |
|
|
Term
|
Definition
weinig libidinale activiteit & weinig seksuele drift |
|
|
Term
genitale fase - adolescentie |
|
Definition
- intergratie erogene zones, gericht op een ander - driften ++ (partieel naar genitaal) - spanningsveld tss ich & uberich - seksueel productief |
|
|
Term
|
Definition
- te grote klemtoon op seksuele gevoelens tijdens ontwik - theorie = cultuurspecifiek - retrospectief, geen onderzoek bij kinderen |
|
|
Term
kenmerken van de psychoseksuele theorie |
|
Definition
- discontinu - unidirectioneel - nature (aangeboren driften) - nurture (ontwik gestuurd door ouders) |
|
|
Term
psychoanalyse volgens erikson |
|
Definition
- constructief - brond van creativiteit - globale & positieve visie - optimistisch |
|
|
Term
rol van ego volgens erikson |
|
Definition
- sturende positieve kracht die streeft naar ontwik v psychosociale identiteit - ego verwerft attitudes & skills die het individu tot actief, lid v maatschappij maakt - proactief |
|
|
Term
belang van sociale omgeving volgens freud |
|
Definition
- omgeving speelt minimale rol - intrapsychisch proces |
|
|
Term
belang van sociale omgeving volgens erikson |
|
Definition
- substantiele rol - interpsychisch proces - psychosociale, culturele ontwik staat centraal - fases afh van cultuur (klemtoon op nurture) |
|
|
Term
duur van ontwikkeling: freud vs erikson |
|
Definition
1. freud: na 5 jaar ligt persoonlijkheid vast 2. erikson: ontwik = levenslang proces ook na adolescentie |
|
|
Term
psychoseksuele conflict (erikson) |
|
Definition
1. vertrouwen-wantrouwen 2. autonomie-schaamte 3. initiatief-schumd 4. vlijt-minderwaardigheid 5. identiteit-verwarring 6. intimiteit-isolement 7. generativiteit-stagnatie 8. ego integriteit-wanhoop |
|
|
Term
freud: orale fase = erikson: ? |
|
Definition
|
|
Term
freud: anale fase = erikson: ? |
|
Definition
|
|
Term
freud: fallische fase = erikson: ? |
|
Definition
|
|
Term
freud: latentie = erikson: ? |
|
Definition
|
|
Term
freud: genitale fase = erikson: ? |
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
- epi (na) genese (onstaan) - versch taken bouwen verder op elkaar - levensontwik van binnenuit - universele geldigheid, contextuele invulling - ontwik problemen kunnen cumuleren |
|
|
Term
|
Definition
elke nieuwe vaardigheid onstaat na de vorig. elk psychosociaal conflict moet opgelost zijn voor je met het volgende kan omgaan |
|
|
Term
voordelen & nadelen van epigenetisch model |
|
Definition
V: nadruk op unieke levensgeschiedenis N: ideeën moeilijk te onderzoeken |
|
|
Term
waarom is de mens passief volgens behaviorisme/sociaal leren ? |
|
Definition
- geen interne groeiprocessen, geen introspectie - menselijk gedrag verkapt in gedragseenheden - gedragseenheden complexer door ze aan elkaar te koppelen |
|
|
Term
sociale omgeving programmeert menselijk gedrag (mechanisch) |
|
Definition
- multidirectioneel: vele ontwik lijnen zijn mogelijk - continue ontwik: kwantitatief accumulatieproces obv invloeden uit omgeving |
|
|
Term
kritieken op behaviorisme/sociaal leren |
|
Definition
- weinig aandacht voor leeftijdsspecifieke processen - fasettheorien = zinloos: men kan alles leren op versch leeftijd - theorie kan niet alles verklaren: inspiratie, creativiteit,.. |
|
|
Term
Bandura: sociaal leren theorie |
|
Definition
- observerend leren: imitatie (passief) - nu sociaal cognitieve theorie geworden |
|
|
Term
sociaal cognitieve theorie |
|
Definition
sterke nadruk op hoe we over onszelf & andere denken. 1. observatie van standaarden van anderen en reactie daarop 2. selectie ven persnlijke standaarden, selectief in imitatie 3. competentie: gevoel van self efficacy |
|
|
Term
cognitieve ontwikkelingstheorie (piaget) |
|
Definition
kinderen bouwen actief kennis op door op te gaan met de wereld en het verkennen ervan |
|
|
Term
doel van cognitieve ontwikkeling (piaget) |
|
Definition
adaptatie (universeel) - je manier v handelen aanpassen zodat je beter kan handelen in de wereld |
|
|
Term
waarom passen ze denkstructuren van kinderen zich aan en breiden ze uit? (c.o.t. piaget) |
|
Definition
ze willen de externe wereld beter begrijpen en een equilibrium (evenwicht) bereiken |
|
|
Term
|
Definition
jonge kinderen hebben dit niet, ze denken bvb dat een voorwerp verstopt onder een dekentje er niet meer is |
|
|
Term
ontwikkelingsfases van piaget |
|
Definition
1. sensorimotorische fase 0-2j 2. preoperationele fase 2-6j 3. concreet operationele fase 7-12j 4. formeel operationele fase 12- +j |
|
|
Term
sensorimotorische fase (c.o.t. piaget) |
|
Definition
- wereld herkennen+denken via zintuigen - curieus naar omgeving - weinig voorstellingsvermogen - zuigen op duim= sensorieel genot= duimzuigschema |
|
|
Term
preoperationele fase (c.o.t. piaget) |
|
Definition
- cap voor symbolische voorstelling v wereld - dingen opslaan in geheugen voor latere imitatie - denkfouten & geen principe conservatie - uitgestelde imitatie, objectpermanentie, doen als of spelletjes |
|
|
Term
concreet operatione fase (c.o.t. piaget) |
|
Definition
- operaties uitvoeren mbt zichtbare realiteit - geen conservatieproblemen meer - betere organisatie en redeneren |
|
|
Term
formeel operationele fase (c.o.t. piaget) |
|
Definition
- redeneren over toekomst - denken itv mogelijkheden en doelen - vb aan wetenschap doen |
|
|
Term
welke onderzoeksmethoden gebruikte piaget? |
|
Definition
- observatie eigen kinderen 0-2j - klinische interviews met open vragen: antwoord van kind= basis voor volgende vraag |
|
|
Term
informatieverwerkingstheorie |
|
Definition
- continue ontw - kwantitatieve ontw - graduele ontw |
|
|
Term
|
Definition
ontogenese is herhaling van fylogenese |
|
|
Term
|
Definition
proces waarbij bep stimulus tijdens kritische periode word opgeslagen of ingeprent= hechtingsmechanisme |
|
|
Term
voorwaarden bij inprenting |
|
Definition
- kritische periode - sensitieve periode - soort stimulus |
|
|
Term
vygotsky's socio culturele theorie |
|
Definition
cognitieve ontw is sociaal gestuurd en dus een cultureel bepaald proces |
|
|
Term
aanvulling piaget door vygotsky |
|
Definition
V. zegt dat cognitieve ontwikkeling ook door de omgeving wordt gestuurd. P. stekt dat ontwikkeling loopt via universele stappen, V bekritiseert dit |
|
|
Term
ecologische systeem theorie - bronfenbrenner |
|
Definition
1. microsysteem: onmiddelijke omgeving 2. mesosysteem: verbinding tss micro 3. exosysteem: indirecte invloeden 4. macrosysteem: wetten, maatschappij 5. chronosysteem: tijdsdimensie |
|
|
Term
|
Definition
zelfde groepen bestuderen op verschillende momenten |
|
|
Term
cross sectioneel transversaal onderzoek |
|
Definition
verschillende groepen bestuderen op zelfde momenten |
|
|
Term
longitudinaal sequentieel |
|
Definition
verschillende groepen bestuderen op verschillende momenten |
|
|