Term
welke lichamelijke veranderingen maakt een kind mee rond de lagere schoolleeftijd? |
|
Definition
- melktanden worden gewone tanden - 45cm groei gedurende de lagere schoolleeftijd - positief lichaamsbewustzijn |
|
|
Term
wat gebeurd er op vlak van motorische ontwikkeling rond de lagere schoolleeftijd? |
|
Definition
- beter evenwicht (vanaf 6 jaar) - perfecte beheersing van eigen lichaam |
|
|
Term
wat is de link tussen fysieke vooruitgang van lagere schoolkinderen en de acceptatie van hun klasgenoten? |
|
Definition
kinderen die goed presteren op fysiek vlak worden beter geaccepteerd en aardiger gevonden door hun klasgenoten |
|
|
Term
hoe komt het dat de fijne motoriek van lagere schoolkinderen toeneemt? |
|
Definition
door de toename aan myeline |
|
|
Term
wat merken we aan de perceptie van kinderen uit de lagere school? |
|
Definition
ze kunnen steeds gedetailleerder waarnemen en gaan in hun waarneming ook systematischer te werk |
|
|
Term
in welke fase van freud bevinden kinderen uit de lagere school zich? |
|
Definition
|
|
Term
wat staat er centraal in de latentiefase van freud? |
|
Definition
het optrekken met kinderen van eigen geslacht, seksuele ontwikkeling ligt stil zodat kind zich kan concentreren op andere zaken |
|
|
Term
waarom is er veel kritiek op de latentiefase van freud? |
|
Definition
omdat de belangstelling voor seksualiteit groot zou zijn in tegenstelling tot wat freud zei |
|
|
Term
wanneer loopt de concreet operationele fase? |
|
Definition
|
|
Term
welk vermogen ontstaat er tijdens de concreet operationele fase? |
|
Definition
consistent logisch en systematisch denken - denken van kinderen is gekoppeld aan realistische, concreet voorstelbare situaties - kind kan handelingen in gedachten maken |
|
|
Term
wat is reversibel denken? |
|
Definition
handelingen in gedachten terugdraaien naar oorspronkelijke uitgangssituatie |
|
|
Term
|
Definition
inzicht dat een bepaald object na vormveranderingen voor kwantitatieve aspecten gelijk blijft |
|
|
Term
|
Definition
het vermogen om zich om meerdere dingen te concentreren in plaats van enkel 1 |
|
|
Term
wat is perspectiefneming? |
|
Definition
je in de plaats van iemand anders kunnen stellen (3 bergen probleem kan nu opgelost worden) |
|
|
Term
wat is identiteitsprincipe? |
|
Definition
fixatie op toestand en proces (niet meer statisch denken) |
|
|
Term
|
Definition
vermogen om 2 relaties te combineren en daaraan een logische conclusie te verbinden - 1 is kleiner dan 2 - 2 is kleiner dan 3 - =3 is groter dan 1 |
|
|
Term
|
Definition
vermogen om een aantal objecten volgens 1 of meerdere dimensies in een reeks te rangschikken op grond van hun verschillen |
|
|
Term
kan een kind uit de lagere school onderscheid maken tussen klasse / subklasse? |
|
Definition
|
|
Term
wat is metalinguistisch bewustzijn? |
|
Definition
meer inzicht krijgen in de taal zelf |
|
|
Term
welke soorten spelletjes spelen kinderen uit de lagere school het meeste? |
|
Definition
associatief & cooperatief |
|
|
Term
wat gebeurd er met de tekenontwikkeling in de lagere school periode? |
|
Definition
gaat over van pre-schematisch naar schematisch stadium (uitbeeldend tekenen) |
|
|
Term
welke 2 fasen onderscheiden we in het schamtisch stadium van tekenontwikkeling? |
|
Definition
- intellectueel realisme - visueel realisme |
|
|
Term
wat is intellectueel realisme? |
|
Definition
het kind tekent wat het weet (en niet wat het ziet) |
|
|
Term
wat is doorzichtig (transparant) tekenen? wanneer komt dit voor? |
|
Definition
in de fase van intellectueel realisme (tot 8-9 jaar) - het ene object boven het andere tekenen - tekenen van dingen die normaal niet zichtbaar zijn |
|
|
Term
wanneer loopt de fase van visueel realisme? |
|
Definition
van 8 tot ongeveer 12 jaar |
|
|
Term
|
Definition
het kind tekent wat het ziet |
|
|
Term
waar hebben onveilig gehechte kinderen nood aan in de lagere schooltijd? |
|
Definition
- regelmaat - voorspelbare situaties - veiligheid door volwassenen |
|
|
Term
waarom zijn veilig gehechte kinderen flexibel genoeg om opdrachten zelf uit te voeren? |
|
Definition
ze hebben voldoende basisvertrouwen om vrij autonoom te kunnen functioneren |
|
|
Term
naar waar verschuift de sociale voorkeur van kinderen bij de overgang van kleuter zijn naar lagere school? |
|
Definition
peuters/kleuters willen liefst in de buurt van volwassenen zijn en kinderen uit de lagere school liefst bij hun leeftijdsgenootjes |
|
|
Term
welke invloed hebben vriendschappen op kinderen uit de lagere school? |
|
Definition
- verschaffen info over wereld, de anderen en zichzelf - emotionele steun (omgaan met stress) - leren reguleren van emoties - oefening voor interactie en communicatie met anderen - bevorderen intellectuele groei |
|
|
Term
welke 3 stadia doorlopen mensen in de ontwikkeling van vriendschappen volgens Damon? |
|
Definition
1. vriendschap gebaseerd op gedrag van anderen (4-7 jaar) 2. vriendschap gebaseerd op vertrouwen (8-10 jaar) 3. vriendschap gebaseerd op psychische nabijheid (11-15 jaar) |
|
|
Term
Damon: ontwikkeling van vriendschap x stadium 1: gebaseerd op gedrag van anderen |
|
Definition
- personen met die ze aardig vinden zijn vrienden - personen met wie ze meeste tijd doorbrengen zijn vrienden |
|
|
Term
Damon: ontwikkeling van vriendschap x stadium 2: gebaseerd op vertrouwen |
|
Definition
- persoonlijke eigenschappen en kenmerken zijn hier ook belangrijk - beloning die vriendschap oplevert speelt rol |
|
|
Term
Damon: ontwikkeling van vriendschap x stadium 3: gebaseerd op psychische nabijheid |
|
Definition
- einde lagere schoolleeftijd - intimiteit en loyaliteit = belangrijkste criteria - vriendschap gekenmerkt door: psychische nabijheid, wederzijdse openheid en exclusiviteit |
|
|
Term
welke invloed heeft het niet hebben van vrienden op kinderen uit de lagere school? |
|
Definition
- lage zelfwaardering - neiging om zichzelf te onderschatten |
|
|
Term
wat is 'status'? (vriendschap) |
|
Definition
relatieve positie die door andere leden van de groep wordt toegekend |
|
|
Term
wat bepaalt/bevordert er de populariteit? |
|
Definition
- behulpzaamheid - goed kunnen samenwerken - grappig - begrijpen van anderen hun emoties - sociale probleemoplossing - hoog scoren op sociale competentie |
|
|
Term
wat is sociale probleemoplossing? waar heeft dit invloed op? |
|
Definition
gebruik van strategieen om sociale conflicten op te lossen op manieren die zowel voor jezelf als voor anderen bevredigend zijn - heeft invloed op de populariteit van een kind |
|
|
Term
welk stadium van erikson past er bij de lagere schooltijd? |
|
Definition
vlijt vs minderwaardigheid |
|
|
Term
wat probeert een kind te ontwikkelen in het stadium 'vlijt vs minderwaardigheid' ? |
|
Definition
- competenties waarmee het kan omgaan met problemen met ouders, leeftijdsgenoten, school en de wereld - plaats verwerven in sociale wereld - succes = gevoel van bekwaamheid - faal = gevoel van mislukking & onvermogen |
|
|
Term
in welke domeinen word het zelfbeeld van lagere schoolkinderen opgedeelt? |
|
Definition
3 persoonlijke en 1 intellectueel - uiterlijk - relaties met leeftijdsgenoten - fysieke vermogens |
|
|
Term
wat is sociale vergelijking? |
|
Definition
verlangen om je eigen gedragen, vermogens en expertise en meningen te beoordelen door ze te vergelijken met die van anderen |
|
|
Term
wat is eigenwaarde? (zelfwaardering) |
|
Definition
algemene en specifieke positieve en negatieve manier waarop kinderen naar zichzelf kijken |
|
|
Term
wat is het verschil tussen zelfbeeld en zelfwaardering? |
|
Definition
zelfbeeld: opvattingen over en percepties van het ik zelfwaardering: meer emotioneel georienteerd |
|
|
Term
waarom is empathie belangrijk voor kinderen? |
|
Definition
zo kan het kind gevolgen zien van het eigen gedrag |
|
|
Term
in welk stadium van morele ontwikkeling bevindt het lagere schoolkind zich? |
|
Definition
|
|
Term
in welke 2 substadia kunnen we het conventionele stadium opdelen? |
|
Definition
- interpersoonlijke overeenstemming (good boy-nice girl) - wet en orde (law & order) |
|
|
Term
morele ontwikkeling: x substadium 1: interpersoonlijke overeenstemming |
|
Definition
goed gedrag is wat anderen bevalt of helpt en door hen wordt goedgekeurd |
|
|
Term
morele ontwikkeling: x substadium 2: wet en orde |
|
Definition
- oordeel obv vaste regels die door autoriteit bepaald zijn - goed gedrag = je plicht doen en autoriteit respecteren - sommige volwassen raken niet verder dan dit stadium |
|
|