Term
|
Definition
groei van hoofd tot staart hoofd en bovenste lichaamsdelen groeien snelst dan pas de rest hieruit volgt dat visuele vermogens zich eerder ontwikkelen dan stappen |
|
|
Term
|
Definition
groei van dichtbij naar ver weg romp groeit eerder dan armen en benen en daarna pas vingers en tenen |
|
|
Term
principe van hierarchische integratie |
|
Definition
vaardigheden ontwikkelen zich onafhankelijk van elkaar en later worden ze een geintegreerd complexere vaardigheid (grijpen kan pas als kind de vingers individueel kan controleren) |
|
|
Term
principe van onafhankelijke systemen |
|
Definition
verschillende lichaamssystemen hebben verschillend groeitempo, niet alles groeit tegelijk |
|
|
Term
5 fasen van motorische ontwikkeling + leeftijd |
|
Definition
1. kijkstadium x 0-3 maanden 2. grijpstadium x 3-6 maanden 3. zitstadium x 6-9 maanden 4. kruipstadium x 9-12 maanden 5. loopstadium x 12-15 maanden |
|
|
Term
|
Definition
- verkent wereld door kijken en observeren - na 3m hoofd rechtop houden en spel met vingers |
|
|
Term
|
Definition
- grijpen van voorwerpen - bekijken betasten en zuigen van voorwerpen die hij vastneemt - grijpreflex wordt losser rond 2m en verdwijnt rond 4m - doelgericht reiken naar voorwerpen - rond 5-6m object vastnemen (handgreep) - oog-handcoordinatie - 9-10m = pincetgreep |
|
|
Term
|
Definition
- flink rechtzitten in kinderstoel (met steun) - rond 8m even rechtop zitten(zelf) - rond 10m zelf vanuit willekeurige positie gaan zitten |
|
|
Term
|
Definition
- er gaan veel motorische vaardigheden aan vooraf (evenwicht, kracht, ...) - niet elk kind kruipt, sommige bewegen zich op een andere manier voort) |
|
|
Term
|
Definition
- rond 10m rechttrekken aan meubels -zijwaarts stappen langs meubels - rond 12m enkele pasjes lopen aan het handje - rond 13-15m zelfstandig lopen |
|
|
Term
sensoriele perceptuele ontwikkeling |
|
Definition
de wereld wordt met de dag begrijpelijker voor het kind, het kan meer zien, beter voelen, beter waarnemen, ... |
|
|
Term
|
Definition
- scherper zicht - na 6m evengoed als volwassene - binoculair gezichtsvermogen (diepte en beweging) |
|
|
Term
|
Definition
- bovenplatform met kleine schaakbordtekentjes - onderplatform met grotere voor diepte - glazen scherm zodat baby niet echt kan vallen - baby's (6-14m oud) die dieptezicht ontwikkelt hebben durven niet over de klif |
|
|
Term
|
Definition
- al van de geboorte goed ontwikkeld - hogere gevoeligheid voor bep hoge of lage frequenties dan volwassenen - onderscheid tussen 2 op elkaar lijkende geluiden - 4m = eigen naam onderscheiden - prenatale voorkeur voor taal door de taal van moeder |
|
|
Term
|
Definition
- zeer goed ontwikkeld bij baby's - geur van moeder herkennen - walging bij bittere smaak - er is voorkeur voor smaak |
|
|
Term
voelen: pijn en aanrakingen |
|
Definition
- pijn leidt tot tekenen van agitatie (hartslag+, zweten, gelaatsuidrukkingen) - intensiteit van huilen - tastzin om wereld te verkennen |
|
|
Term
|
Definition
informatie opnemen door verschillende zintuigen |
|
|
Term
|
Definition
actiemogelijkheden die een bepaalde situatie of stimulus verschaft - eten = geur, vastnemen, smaak - poppetje = knijpen, piepgeluid |
|
|
Term
welke fase van freud past bij de seksuele ontwikkeling van baby's? |
|
Definition
|
|
Term
wat staat er centraal in de theorie van freud in de orale fase? waarom? |
|
Definition
de mondzone, baby geniet van zuigen aan moederborst of fopspeen, eigen vingers en teentjes,.. - kind leert wereld kennen via de mond |
|
|
Term
hoe noemt piaget ''gedachten'' |
|
Definition
geinternaliseerde handelingen of denkoperaties - bij denken gaat het om handelingen die niet zichtbaar hoeven plaats te vinden maar zich voltrekken in het hoofd van een persoon |
|
|
Term
hoe noemt piaget ''het geheel van denkoperaties, vermogens'' |
|
Definition
|
|
Term
wat is ''organisatie'' volgens piaget? |
|
Definition
het verbinden oorspronkelijk aparte schema's |
|
|
Term
wat is ''rijping'' volgens piaget? |
|
Definition
veranderingen in het denken |
|
|
Term
wat gebeurd er als er cognitieve conflicten ontstaan in schema's? |
|
Definition
|
|
Term
wat is adaptatie? hoe gebeurd dit? |
|
Definition
het aanpassen van schema's - assimilatie - accomodatie |
|
|
Term
|
Definition
- gebruik van bestaande schema's om de buitenwereld te begrijpen - versterken van bestaande schema's met |
|
|
Term
|
Definition
- we moeten het bestaande schema aanpassen - ontwikkelen van nieuw schema |
|
|
Term
|
Definition
afwisseling tussen evenwicht en onevenwicht van assimilatie en accomodatie waarbij we streven naar meer assimilatie dan accomodatie |
|
|
Term
het sensori-motorisch stadium - subfase 1 - leeftijd - kenmerken |
|
Definition
0-1 maand - ongecoordineerde reflexhandelingen - actief oefenen en differentieren van aangeboren handelingen |
|
|
Term
het sensori-motorisch stadium - subfase 2 x primaire circulaire reacties - leeftijd - kenmerken |
|
Definition
1-4 maand - intersensoriele coordinaties |
|
|
Term
het sensori-motorisch stadium - subfase 3 x secundaire circulaire reacties - leeftijd - kenmerken |
|
Definition
4-8 maand - coordinatie van kijken en grijpschema - semi intentionaliteit |
|
|
Term
het sensori-motorisch stadium - subfase 4 - leeftijd - kenmerken |
|
Definition
8-12 maand - coordinatie van verschillende eerste schema's - intentioneel gedrag - beginnende objectpermanentie |
|
|
Term
het sensori-motorisch stadium - subfase 5 x tertaire circulaire reacties - leeftijd - kenmerken |
|
Definition
12-18 maand - actief experimenteren - meer accomoderen |
|
|
Term
het sensori-motorisch stadium - subfase 6 x mentale representatie - leeftijd - kenmerken |
|
Definition
18-24 maand - interne weergave objecten of gebeurtenissen - uitgestelde imitatie - gevestigde objectpermanentie |
|
|
Term
|
Definition
- gedrag= uitwendig gericht op object - middelen gebruiken om doel te bereiken - gedrag gericht op aanpassing aan nieuwe toestand - gedrag = van het begin doelgericht |
|
|
Term
|
Definition
besef dat mensen en objecten niet ophouden met bestaan, ook al zijn ze niet zichtbaar |
|
|
Term
geef een voorbeeld van een proef ivm voorstellings- en deductievermogen |
|
Definition
kind moet object zoeken dat wanneer dit op een onzichtbare manier verstopt word |
|
|
Term
welke eigenschappen moet een kind beheersen om taalvaardigheden te kunnen onwikkelen? |
|
Definition
- fonologie - morfologie - syntax - semantiek |
|
|
Term
|
Definition
heeft betrekking op de basisklanken van taal, fonemen. deze klanken kunnen gecombineerd worden tot woorden en zinnen - tantu (dank u) - paad (paard) |
|
|
Term
|
Definition
verwerven van vervoegingen en verbuigingen in woordenschat - ik heb 2 voets (voeten) - allemaal twee schoen (schoenen) |
|
|
Term
|
Definition
verwerven en uitbreiden van grammatica en zinsbouw en organisatie van woorden in zinnen - dat mag altijd niet (dat mag nooit) - nee eten (ik wil niet eten) |
|
|
Term
|
Definition
betekenis gegeven wordt aan woorden - overextensie - onderextensie |
|
|
Term
2 grote perioden in de taalontwikkeling van kinderen + leeftijd |
|
Definition
0-12 maand - prelinguale of voortalige periode - linguale of talige periode |
|
|
Term
fase van de prelinguale periode + leeftijd |
|
Definition
huilen (0 - 1,5 maand) vocaliseren (1,5 - 5 maand) egocentrisch brabbelen (5 - 6 maand) sociaal brabbelen (7 - 12 maand) |
|
|
Term
prelinguale periode x huilen (0 - 1,5 maand) |
|
Definition
eerst huilt de baby om onlust te tonen, vanaf 4de week komt er variatie in het huilen zodat ouders het kunnen herkennen |
|
|
Term
prelinguale periode x vocaliseren (1,5 - 5 maand) |
|
Definition
kind maakt geluidjes in blije toestand, na 4 maand komen er meer verschillen in toonhoogte, luidheid en duur x a-a-a, eu-eu-eu x ere ere, sjsjsjsjs, riiiiii |
|
|
Term
prelinguale periode x egocentrisch brabbelen (5 - 6 maand) |
|
Definition
duidelijkste manifestatie van prelinguistische communicatie. spraaklijkende beteknisloze geluiden. universeel verschijnsel waarbij de geluiden steeds complexer worden x ba-ba-ba, da-da-da x baba-gaga-ma-ma |
|
|
Term
prelinguale periode x sociaal brabbelen (7 - 12 maand) |
|
Definition
brabbelen wordt moedertaal specifiek vanaf 6 maand ongeveer. de klanken krijgen een communicatieve sociale functie |
|
|
Term
spelontwikkeling bij de baby x bewegingsspel |
|
Definition
baby onderzoekt wereld met zintuigen. dit wordt ook wel oefenspel genoemd. baby beleeft plezier aan het en functioneren en ervaart zichzelf als de veroorzaker van gebeurtenissen |
|
|
Term
spelontwikkeling bij de baby x bewegingsspel met materiaal |
|
Definition
rond een maand of 3 leert de baby spelen met voorwerpen. en rond 4-5maand leert het kind een voorwerp te grijpen en leert het zijn eerste ervaringen met materiaal. rond 10 maand is het kind zich bewust van de uitwerking van zijn bezigheden op het materiaal en rond 18 maand doet het aan constructieve bezigheden met materiaal |
|
|
Term
wanneer beginnen baby's voorspelbaar te glimlachen als ze stimuli leuk vinden? |
|
Definition
|
|
Term
wanneer worden baby's selectiever en lachen ze in reactie op een ander persoon? hoe noemen we deze glimlach? |
|
Definition
rond 18 maand sociale glimlach |
|
|
Term
|
Definition
treedt op rond 18 maand - voorzichtigheid - terughoudenheid |
|
|
Term
|
Definition
rond 7-8 maand - angst die bij kinderen optreedt door afwezigheid van de vaste verzorger |
|
|
Term
|
Definition
8-9 maanden - onduidelijke gebeurtenissen plaatsen - gezichtsuidrukking afstemmen om reactie van anderen |
|
|
Term
hoe testen we zelfbewustzijn? |
|
Definition
spiegel rouge test - rode stip op neus en voor de spiegel zitten - als kind stip van neus wil vegen = zelfbewustzijn |
|
|
Term
|
Definition
een positieve emotionele band die je ontwikkelt met een andere persoon |
|
|
Term
wat gebeurd er in fase 1 van de hechtingsontwikkeling volgens Bowlby? + leeftijd |
|
Definition
0-5 maanden sociale en communicatieve signalen spelen hier een belangrijke rol - huilen - glimlachen - oogcontact deze signalen zijn naar iedereen gericht (ongerichte responsiviteit) |
|
|
Term
wat gebeurd er in fase 2 van de hechtingsontwikkeling volgens Bowlby? + leeftijd |
|
Definition
tot 7 maanden baby krijgt een voorkeur voor 1 of enkele vertrouwde verzorgers, hechtingsproces is begonnen. vertrouwde personen lokken sneller en vaker vaste gehechtsheidsreacties uit |
|
|
Term
wat gebeurd er in fase 3 van de hechtingsontwikkeling volgens Bowlby? + leeftijd |
|
Definition
tot 12 maanden toenaderingsgedrag en handhaven nvan nabijheid door signalen is gericht op 1 persoon - ontwikkeld persoonsconcept is een voorwaarde (objectpermanentie) - optreden van scheidingsangst en vreemdenangst |
|
|
Term
wat gebeurd er in fase 4 van de hechtingsontwikkeling volgens Bowlby? |
|
Definition
1 tot 4 jaar kind kan wensen en behoeften van andere persoon begrijpen. relatie krijgt een karakter van geven en nemen |
|
|
Term
wat gebeurd er in fase 5 van de hechtingsontwikkeling volgens Bowlby? |
|
Definition
vanaf 4 jaar hechtingsgedrag neemt geleidelijk af. langere perioden van afwezigheid van de hechtingsfiguur door dat kind naar school gaat. kind ontwikkelt intern werkmodel |
|
|
Term
wat wou Mary Ainsworth onderzoeken? |
|
Definition
de hechtingskwaliteit. ze ontwikkelde obv bowlby's theorie de strange situation procedure waarbij de hechtingsfiguur weggaat zonder afscheid te nemen en kind achterlaat in bijzijn van vreemde |
|
|
Term
uit welke stappen bestaat de strange situation procedure van Mary Ainsworth? |
|
Definition
1. moeder en baby gaan in onbekende ruimte 2. moeder laat baby zelf ruimte ontdekken 3. onbekende komt binnen, praat met moeder, dan met baby 4. moeder gaat weg en laat baby achter met onbekende 5. moeder komt terug en stelt baby gerust 6. moeder verlaat ruimte met onbekende, kind is alleen 7. onbekende komt terug 8. moeder komt terug en onbekende vertrekt |
|
|
Term
welke types hechting zijn er? |
|
Definition
A: afstand - vermijdend B: basis - veilig C: contact - ambivalent D: desorientatie - desorganisatie |
|
|
Term
hechtingstype B 60% van alle kinderen |
|
Definition
basis: veilige hechting - kind gebruikt moeder als uitvalsbasis om omgeving te verkennen - kind onrustig als moeder kamer verlaat met vreemde - kind loopt naar deur waar moeder verdween - moeder terug = kind is blij of beetje van streek - kind en moeder in harmonie |
|
|
Term
|
Definition
afstand: vermijdende hechting - afstand van verzorgen in vreemde situatie - moeder en kind gaan emotioneel contact uit de weg - moeder ongevoelig voor emoties v kind - kind zoekt moeder niet op |
|
|
Term
|
Definition
contact - ambivalente hechting - kind is aanklampend en zoekt contact - opvliegen en onhandelbaar als ze hun zin niet krijgen - paniek als moeder weg gaat en ontroostbaar als ze terug is - moeder niet consistent naar kind in haar reacties |
|
|
Term
|
Definition
gedesorienteerd hechtingspatroon - kenmerken van type A en type C - consistent en vaak tegenstrijdig gedrag - in de war bij stresvolle situaties - loopt huilend van ouders weg - minst veilig gehecht |
|
|
Term
wat bepaalt de kwaliteit van gehechtheid? |
|
Definition
de responsiviteit van de ouders of voornaamste verzorgers |
|
|
Term
sensitieve responsiviteit |
|
Definition
geeft aan in hoeverre de verzorgen de signalen van het kind opmerkt en juist interpreteert en er effectief op reageert |
|
|
Term
moeders van kinderen type A |
|
Definition
- afwijzend in hun gedrag tegenover kind - afkeer van fysiek contact - zakelijke en rigide manier van omgaan - snelle irritatie als kind huilt |
|
|
Term
moeders van kinderen type B |
|
Definition
- sensitieve responsiviteit - houden rekening met wensen van kind |
|
|
Term
moeders van kinderen type C |
|
Definition
- reageren grillig en onvoorspelbaar - onbereikbaar voor kind op moment dat kind het nodig heeft - inconsequent sensitieve responsen |
|
|
Term
moeders van kinderen type D |
|
Definition
- verstoord opvoedingspatroon - kan aan de ouders liggen |
|
|
Term
leg het wederzijds regulatiemodel uit |
|
Definition
baby's en ouders leren emotionele stemmingen aan elkaar communiceren en daar op te reageren |
|
|
Term
hoe noemt het eerste stadium van de theorie van erikson? |
|
Definition
|
|
Term
waardoor word de persoonlijkheid gevormd volgens erikson? |
|
Definition
door ervaringen die het kind meemaakt |
|
|
Term
waar richt onderzoek rond persoonlijkheid zich op? |
|
Definition
- individuele verschillen tss kinderen - structuur van de persoonlijkheid - ondelriggende processen |
|
|
Term
|
Definition
biologisch gefundeerde individuele reactiewijze die zich op heel jonge leeftijd manifesteert en na een tijd een zeker stabiliteit vertoont |
|
|
Term
welke soorten temperament bestaan er? thomas & chess onderzoek |
|
Definition
- moeilijk kind - gemakkelijk kind - langzame starter - kinderen die nergens in passen |
|
|
Term
temperament x moeilijk kind 10% |
|
Definition
- onregelmatig leefritme - vaak intens negatief gedrag - driftbuien |
|
|
Term
temperament x gemakkelijk kind 40% |
|
Definition
- regelmatig leefritme - geinteresseerd in nieuwe prikkels - gemakkelijke aanpassing |
|
|
Term
temperament x langzame starter 15% |
|
Definition
- mengvorm van gemakkelijk en moeilijk kind - past zich niet snel aan - regelmatig leefritme - reageren kalm op omgeving |
|
|
Term
hoeveel % kinderen kunnen niet in een categorie van temperament geplaatst worden |
|
Definition
|
|
Term
wanneer spreekt met van een goodness of fit? |
|
Definition
als de gedragsstijl van het kindin harmonie is met de eisen en verwachtingen van de omgeving = grootste kans op positieve ontwikkeling |
|
|
Term
wanneer spreekt met van poorness of fit |
|
Definition
gedragsproblemen zouden kunnen onstaan door een discrepantie of dissonantie tussen kindkenmerken en verwachtingen en eisen vanuit de omgeving |
|
|
Term
geef een voorbeeld van het coercion model van bates |
|
Definition
kindje legt snoep in winkelkar mama legt snoep terug kindje weent en doet belachelijk mama wordt boos maar moet toch toegeven |
|
|