Term
Wat is van invloed op ( het leren van) een vaardigheid? |
|
Definition
Potentie/aanleg
Thuisfactoren
Schoolfactoren |
|
|
Term
Wat zijn de problemen die zich voordoen bij het vaststellen van een leerstoornis? Noem er drie. |
|
Definition
1. Een leerstoornis is niet direct observeerbaar
2.Op vaardigheden kun je in principe dimensioneel scoren (op een schaal van ... tot ... en geen goed of fout)
3. Moeilijk te categoriseren: ze zijn niet dichotoom |
|
|
Term
Wanneer heb je bij het achterstandsmodel (low-achievementmodel) een leerstoornis? |
|
Definition
Er wordt een grensscore gedefinieerd bij de afname van een test. Iedereen die onder deze grensscore scoort, heeft een leerprobleem. |
|
|
Term
Wanneer heb je bij het discrepantiemodel (aptitude-achievementmodel) een leerstoornis? |
|
Definition
Wanneer iemand op één vaardigheid een achterstand vertoont én zijn/haar vaardigheden niet in lijn zijn met wat je van iemand mag verwachten op basis van IQ. Dus discrepantie tussen iemands potentie en achievement. |
|
|
Term
Wat houdt de RTI benadering in? |
|
Definition
Er is sprake van een leerprobleem wanneer iemand én een achterstand vertoont op een bepaalde vaardigheid én trage groei doormaakt op de vaardigheid. Discrepantie tussen goede instructie en ontwikkeling. Non-responder. |
|
|
Term
Welke problemen zijn te herkennen bij de RTI? Noem er vier. |
|
Definition
1. Hoe wordt de grens tussen wel en niet responders gesteld?
2. Er zijn problemen met testafnames (adequaat personeel)
3. Waar leg je het onderscheid tussen laag presteren en een stoornis
4. Niet alle omgevingsfactoren worden uitgesloten (thuisfactoren) |
|
|
Term
Welke twee vormen van dynamisch testen zijn er? |
|
Definition
Test-instructie-hertest en graduated prompting |
|
|
Term
Wat meet volgens Spearman (en Raven) de g-factor van intelligentie? |
|
Definition
Het abstracte vermogen om relaties te zien tussen objecten, gebeurtenissen, informatie in het algemeen en om uit deze relaties inferenties af te leiden. |
|
|
Term
Wat verstaat men onder g, Gf en Gc? (Cattell) |
|
Definition
G: algemene intelligentie
Gf: fluid intelligence. Het algemene redeneervermogen.
Gc: crystallized intelligence. Verworven kennis en vaardigheden die is opgedaan binnen een cultuur. |
|
|
Term
Wat is het verschil tussen het KTG en het werkgeheugen? |
|
Definition
Het KTG is er enkel voor het kortstondig opslaan van informatie, terwijl het werkgeheugen informatie vasthoudt en ondertussen informatie verwerkt. |
|
|