Term
|
Definition
on-: 'niet' her-: 'weer doen' |
|
|
Term
suffixin -baar -er -ster -loos |
|
Definition
-er: 'iemand die' -ster: 'een vrouw die' -loos: 'zonder' |
|
|
Term
suffixen van zelfstandige naamwoorden |
|
Definition
-ing (oplossing) -te (gemeente) -heid (overheid) |
|
|
Term
suffixen van bijvoeglijke naamwoorden |
|
Definition
-lijk (vrolijk) -ig (angstig) -isch (fantastisch) |
|
|
Term
Het gebruik van het artikel (personen of zaken in het algemeen) |
|
Definition
1. geen artikel + het substantief in de pluralis (bv. Nederlanders zijn...) 2. het bepaalde artikel 'de' of 'het' + het substantief in de singularis (bv. De dijk is...; Het boek is...) 3. het onbepaalde artikel 'een' + het substantief in de singularis (bv. Een dijk moet...) |
|
|
Term
Met welke conjuncties combineer je twee hoofdzinnen? (5) |
|
Definition
|
|
Term
Signaalwoorden van logische verbanden (opsomming) - (8) |
|
Definition
ook, daarnaast, bovendien, ten eerste, ten tweede, in de eerste plaats, in de tweede plaats, daar komt bij dat |
|
|
Term
Signaalwoorden van logische verbanden (tegenstelling) - (6) |
|
Definition
maar, echter, toch, ondanks, daar staat tegenover, in tegenstelling tot |
|
|
Term
Signaalwoorden van logische verbanden (argumentatie) - (4) |
|
Definition
|
|
Term
Regel van hoofdzin met inversie |
|
Definition
De persoonsvorm staat op de tweede plaats in de zin. bv. Ik ga naar huis. bv. Na de les ga ik naar huis. |
|
|