Shared Flashcard Set

Details

Ch.5
vocab
58
Language - Dutch
Undergraduate 1
04/17/2009

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
auto, de
Definition
car
Term
fiets, de
Definition
bicycle
Term
reizen
Definition
to travel
Term
boek, het
Definition
book
Term
kaart, de (plattegrond, de)
Definition
street (map)
Term
lopen
Definition
to walk
Term
niks/niets
Definition
nothing
Term
over(overzijn schouder)
Definition
over(over his shoulder)
Term
regenen
Definition
to rain
Term
snappen
Definition
to get, to catch, to grasp
Term
trap, de
Definition
stairs
Term
ver
Definition
far
Term
vlakbij
Definition
close by, nearby
Term
weg, de
Definition
road
Term
aankomen
Definition
to arrive
Term
drukken
Definition
to press, to push
Term
feestdag, de
Definition
public holiday
Term
fout, de
Definition
mistake, error
Term
heel(de hele dag)
Definition
the whole day
Term
kaart(toegangskaart, de)
Definition
ticket
Term
klas(se), de (openbaar vervoer)
Definition
class
Term
reis, de
Definition
trip, journey
Term
enkele reis
Definition
single ticket
Term
's morgens
Definition
in the morning
Term
scherm, het
Definition
screen
Term
spoor, het
Definition
track, platform
Term
tijdens
Definition
during
Term
treinkaartje, het
Definition
train ticket
Term
vertrekken
Definition
to leave
Term
voordeel, het
Definition
advantage
Term
brug, de
Definition
bridge
Term
einde, het
Definition
end
Term
ingang, de
Definition
entrance
Term
kerk, de
Definition
church
Term
langs (langs het water)
Definition
along the water's edge
Term
links
Definition
left
Term
morgen
Definition
tomorrow
Term
na
Definition
after
Term
naast
Definition
next to
Term
ouder(s), de
Definition
parents
Term
overstekken
Definition
to cross the street
Term
pad, het (zebrapad)
Definition
pedestrian crossing
Term
pad, het(fietspad)
Definition
bike path
Term
parkeren
Definition
to park
Term
rechts (de eerste straat rechts)
Definition
first street on the right
Term
's middags
Definition
in the afternoon
Term
schrijven
Definition
to write down
Term
steeds
Definition
always, constantly
Term
elk
Definition
every, each
Term
fietsen
Definition
to cycle
Term
onderweg (hoe lang ben jij al onderweg)
Definition
on the way(how long have you been traveling?)
Term
rechterkant, de
Definition
right-hand side
Term
richting, de
Definition
direction
Term
vol
Definition
full
Term
woonplaats, de
Definition
(place of )residence
Term
advies, het
Definition
advice
Term
meegaan
Definition
go along, accompany
Term
volwassene, de
Definition
adult
Supporting users have an ad free experience!