Shared Flashcard Set

Details

Beginner Dutch--Vocab 1
for the first portfolio
351
Language - Dutch
Not Applicable
02/10/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
aan
Definition
at
Term
aan
Definition
to
Term
aanwijzen; wees aan, wezen aan, heeft aangewezen
Definition
to show, to point out
Term
achter
Definition
behind
Term
ben
Definition
am
Term
bij
Definition
to, with
Term
bladzijde, de
Definition
page
Term
boek, het
Definition
book
Term
boos, boze
Definition
angry
Term
bord, het
Definition
blackboard
Term
cassette, de
Definition
cassette tape
Term
dan
Definition
then
Term
dank u wel
Definition
thank you
Term
dat
Definition
that
Term
de
Definition
the
Term
deur, de
Definition
door
Term
dicht
Definition
closed, shut
Term
dit
Definition
this
Term
docent, de
Definition
teacher
Term
doen; deed, deden, heeft gedaan
Definition
to do
Term
een
Definition
a
Term
één
Definition
one
Term
elk(e)
Definition
every, each
Term
gaan; ging, gingen, is gegaan
Definition
to go
Term
geven; gaf, gaven, heeft gegeven
Definition
to give
Term
goed
Definition
good
Term
goedmorgen
Definition
good morning
Term
haar
Definition
her
Term
hand, de
Definition
hand
Term
het
Definition
the
Term
hier
Definition
here
Term
hij
Definition
he
Term
hoed, de
Definition
hat
Term
horen
Definition
to hear
Term
zoeken
Definition
to search
Term
binnen
Definition
inside
Term
ik
Definition
I
Term
in
Definition
in, into
Term
invullen
Definition
to fill in
Term
is; zie: zijn
Definition
is
Term
ja
Definition
yes
Term
jongen, de
Definition
boy
Term
kamer, de
Definition
room
Term
keer
Definition
time
Term
kijken; keek, keken, heeft gekeken
Definition
to look, to watch
Term
kind, het (kindren)
Definition
child (children)
Term
kolom, de
Definition
column
Term
leggen
Definition
to lay down
Term
letter, de
Definition
letter of the alphabet
Term
liggen; lag, lagen, heeft gelegen
Definition
to lie down
Term
lopen; liep, liepen, heeft gelopen
Definition
to walk
Term
luisteren
Definition
to listen
Term
maar
Definition
just
Term
man, de
Definition
man
Term
me
Definition
me (unstressed)
Term
meisje, de
Definition
girl
Term
meneer, de
Definition
mister, sir
Term
mij
Definition
me (stressed)
Term
mijn
Definition
my
Term
naam, de
Definition
name
Term
naar
Definition
to
Term
naast
Definition
next to
Term
nazeggen; zei na, zeiden na, heeft nagezegd
Definition
to repeat outloud
Term
nee
Definition
no
Term
neit
Definition
not
Term
nog
Definition
another
Term
nu
Definition
now
Term
nummer, het
Definition
number
Term
oefening, de
Definition
exercise
Term
onder
Definition
under
Term
ook
Definition
also, too
Term
op
Definition
on
Term
open
Definition
open
Term
opendoen
Definition
to open
Term
opschrijven; schreef op, schreven op, heeft ipgeschreven
Definition
to write down
Term
opstaan; stond op, stonden op, is opgestaan
Definition
to get up
Term
pakken
Definition
to take, to pick up
Term
pen, de
Definition
pen
Term
plaatje, het
Definition
picture
Term
plukken
Definition
to pick
Term
postcode, de
Definition
postal code
Term
praten
Definition
to talk
Term
raam, het
Definition
window
Term
ritme, het
Definition
rhythm
Term
roos, de
Definition
rose
Term
schema, het
Definition
scheme, pattern
Term
schrijven; schreef, schreven, heeft geschreven
Definition
to write
Term
staan
Definition
to stand
Term
stoel, de
Definition
chair
Term
tafel, de
Definition
table
Term
tas, de
Definition
bag
Term
tekst, de
Definition
text
Term
telefoonnummer, het
Definition
telephone number
Term
u
Definition
you (formal)
Term
uit
Definition
out of, from
Term
uw
Definition
your (formal)
Term
voor
Definition
infront of, before
Term
voorbeeld, het
Definition
example
Term
vrouw, de
Definition
woman
Term
wonen
Definition
to live
Term
ze
Definition
she (unstressed)
Term
zeggen; zei, zeiden, heeft gezegd
Definition
to say
Term
zetten
Definition
to put
Term
zien; zag, zagen, heeft gezien
Definition
to see
Term
zij
Definition
she (stressed)
Term
zijn; was, waren, is geweest
Definition
to be
Term
zin, de
Definition
sentence
Term
zitten; zat, zaten, heeft gezeten
Definition
to sit
Term
begrijpen
Definition
to understand
Term
achternaam, de
Definition
surname
Term
al
Definition
already
Term
als
Definition
when, if
Term
andere, de
Definition
other
Term
antwoord, het
Definition
answer
Term
bank, de
Definition
bank
Term
beetje
Definition
a little
Term
begrijpen; begreep, begrepen, heeft begrepen
Definition
to understand
Term
beroep, het
Definition
profession
Term
bij
Definition
with
Term
biologie, de
Definition
biology
Term
broer de
Definition
brother
Term
buitenlands
Definition
foreign
Term
combinatie, de
Definition
combination
Term
compleet
Definition
complete
Term
congres, het
Definition
conference
Term
cursus, de
Definition
course
Term
cusist, de
Definition
student of a course
Term
dialoog, de
Definition
dialogue
Term
directeur
Definition
manager, managing director
Term
dus
Definition
so
Term
eerste, de
Definition
first
Term
eigen
Definition
own
Term
elkaar
Definition
together
Term
Engeland
Definition
England
Term
feestje, de
Definition
party
Term
fietsenfabriek
Definition
bicycle factory
Term
formeel, formele
Definition
formal
Term
Frankrijk
Definition
France
Term
geboortedatum, de
Definition
birthday
Term
gebruiken
Definition
to use
Term
geen
Definition
no
Term
geslacht, het
Definition
sex, gender
Term
goedmiddag
Definition
good afternoon
Term
half, halve
Definition
half
Term
hebben; had, hadden, heeft gehad
Definition
to have
Term
heeft
Definition
has
Term
helpen; hielp, hielpen, heeft geholpen
Definition
Term
herkomst, de
Definition
origin
Term
heten
Definition
to be called
Term
hoe
Definition
how
Term
interessant(e)
Definition
interesting
Term
introductie, de
Definition
introduction
Term
Italiaan, de
Definition
Italian (man)
Term
Italie
Definition
Italy
Term
je
Definition
you (sing. unstressed, inf.)
Term
jij
Definition
you (sing. stressed, inf.)
Term
jullie
Definition
you (plural, inf.)
Term
kantine
Definition
canteen
Term
kennismaken
Definition
to get acquainted
Term
komen; kwam, kwamen, is gekomen
Definition
to come
Term
kunnen; kon, konden, heeft gekund
Definition
can, to be able to
Term
lang(e)
Definition
long
Term
land, het
Definition
country
Term
leraar, de
Definition
teacher
Term
les, de
Definition
lesson
Term
lezen; las, lazen, heeft gelezen
Definition
to read
Term
maar
Definition
but
Term
maken; maakte, maakten, heeft gemaakt
Definition
to make
Term
Marokko
Definition
Morocco
Term
met
Definition
with
Term
moeder, de
Definition
mother
Term
moeten; moest, moesten, heeft gemoeten
Definition
must, to have to
Term
mogelijk(e)
Definition
possible
Term
nationaliteit, de
Definition
nationality
Term
Nederland
Definition
Netherlands
Term
Nederlands(e)
Definition
Dutch
Term
nog
Definition
still
Term
nou
Definition
oh, well
Term
of
Definition
or
Term
ontbreken; ontbrak, ontbraken, heeft ontbroken
Definition
to be absent/missing
Term
ontmoeten
Definition
to meet
Term
opletten
Definition
to take care, to pay attention
Term
over
Definition
about
Term
paar
Definition
a few
Term
persoon, de
Definition
person
Term
reizen
Definition
to travel
Term
relatie, de
Definition
relation, contact
Term
roepnaam, de
Definition
first name
Term
situatie, de
Definition
situation
Term
slecht(e)
Definition
bad
Term
Spaans
Definition
Spanish
Term
spreken; sprak, spraken, heeft gesproken
Definition
to speak
Term
studeren
Definition
to study
Term
studie, de
Definition
study, object
Term
taal, de
Definition
language
Term
telefoniste, de
Definition
telephone operator
Term
tussen
Definition
between
Term
universieit, de
Definition
university
Term
vader
Definition
father
Term
van
Definition
of
Term
vandaag
Definition
today
Term
vandaan
Definition
from
Term
veel
Definition
much, many
Term
veranderen
Definition
to change
Term
verdieping, de
Definition
floor
Term
verschil, het
Definition
difference
Term
vertellen
Definition
to tell
Term
vlakbij
Definition
near, close by
Term
voor
Definition
for
Term
volgen
Definition
to follow
Term
voornaam
Definition
first name
Term
vorm
Definition
form
Term
vraag, de
Definition
question
Term
vragen
Definition
to ask
Term
vrij
Definition
free (not occupied)
Term
waar
Definition
where
Term
waar
Definition
true
Term
waarom
Definition
why
Term
wat
Definition
what
Term
we
Definition
we (unstressed)
Term
week, de
Definition
week
Term
wel
Definition
opposition of "niet" or "geen"
Term
welk(e)
Definition
which
Term
werk, het
Definition
work, job
Term
werken
Definition
to work
Term
wie
Definition
who
Term
wij
Definition
we (stressed)
Term
woonplaats, de
Definition
place of
Term
woord, het
Definition
word
Term
ze
Definition
they (unstressed)
Term
zij
Definition
they (stressed)
Term
zijn
Definition
his
Term
zoeken; zocht, zochten, heeft gezocht
Definition
to look for, to search for
Term
aanspreken; sprak aan, spraken aan, heeft aangesproken
Definition
to address, to speak to
Term
anders
Definition
different
Term
auto, de
Definition
cat
Term
basisschool, de
Definition
primary school
Term
bedanken
Definition
to thank
Term
bedank
Definition
thank you!
Term
beginnen; begon, begonnen, is begonnen
Definition
to start
Term
Belg, de
Definition
Belgian
Term
bij
Definition
at
Term
boot, de
Definition
boat
Term
brengen; bracht, brachten, heeft gebracht
Definition
to bring
Term
brommer, de
Definition
moped
Term
brug, de
Definition
bridge
Term
buitenlander, de
Definition
foreigner
Term
bus, de
Definition
bus
Term
bushalte, de
Definition
bus stop
Term
buurt, de
Definition
neighborhood
Term
centraal, centrale
Definition
central
Term
concert, het
Definition
concert
Term
conducteur, de
Definition
conductor in a train
Term
dag
Definition
hello, goodbye
Term
dank je (wel)
Definition
thank you (informal)
Term
dank u (wel)
Definition
thank you (formal)
Term
duren
Definition
to last, to go on
Term
eens
Definition
once
Term
even
Definition
a moment, a while
Term
fiets, de
Definition
bicycle
Term
gesprek, het
Definition
talk, conversation
Term
graag
Definition
with pleasure
Term
groep
Definition
group
Term
herhaling, de
Definition
repetition
Term
hoor (Ja, hoor!)
Definition
no problem
Term
huis, het
Definition
house
Term
iemand
Definition
somebody, someone
Term
informatie, de
Definition
information
Term
kapot(te)
Definition
broken, damaged
Term
kennen
Definition
to know
Term
kiezen; koos, kozen, heeft gekozen
Definition
to choose, to select
Term
kruispunt, het
Definition
crossroads
Term
laat, late
Definition
late
Term
lijn, de
Definition
number (of a bus)
Term
linkerhand, de
Definition
left hand
Term
links(e)
Definition
left, on the left side
Term
linksaf
Definition
to the left, turn left
Term
lopend
Definition
walking, on foot
Term
mam
Definition
mom, mum
Term
markt, de
Definition
market
Term
meeste
Definition
most
Term
mens, de
Definition
person, human being
Term
met
Definition
by
Term
mevrouw
Definition
mistress (mrs.)
Term
middelbaar, middelbare (middelbare school)
Definition
secondary
Term
mijnheer(=meneer)
Definition
mister
Term
mooi(e)
Definition
beautiful
Term
museum, het
Definition
museum
Term
naartoe
Definition
to
Term
natuurlijk
Definition
of course
Term
Nederlander, de
Definition
Dutchman
Term
nemen; nam, namen, heeft genomen
Definition
to take
Term
op (ie Op de fiets)
Definition
on, by
Term
op (ie Op school)
Definition
at
Term
opzoeken; zocht op, zochten op, heeft opgezocht
Definition
to look up
Term
over
Definition
across
Term
overstappen
Definition
to change (train, bus)
Term
oversteken; stak over, staken over, is overgestoken
Definition
to cross
Term
pap
Definition
dad, daddy
Term
pardon
Definition
sorry
Term
pas
Definition
only, not before
Term
plaats, de
Definition
place, location
Term
postkantoor, het
Definition
post office
Term
reactie, de
Definition
reaction
Term
reageren
Definition
to react
Term
rechtdoor
Definition
straight ahead
Term
rechterhand, de
Definition
right hand
Term
rechts(e)
Definition
right, on the right side
Term
rechtsaf
Definition
to the right, turn right
Term
rotonde, de
Definition
roundabout
Term
samen
Definition
together
Term
school, de
Definition
school
Term
sorry
Definition
sorry
Term
Spanjaard
Definition
Spaniard
Term
station, het
Definition
station
Term
stationsplein, het
Definition
station square
Term
stoplicht, het
Definition
traffic light
Term
stoptrein, de
Definition
train that stops regularly
Term
straat, de
Definition
street
Term
supermarkt
Definition
supermarket
Term
taxi, de
Definition
taxi
Term
te voet
Definition
by foot
Term
toch
Definition
still, anyway
Term
tram, de
Definition
tram
Term
trein, de
Definition
train
Term
uitstappen
Definition
to get off (train or bus)
Term
ver(re)
Definition
far
Term
vervoermiddel, het
Definition
means of transport
Term
voet, de
Definition
foot
Term
wachten
Definition
to wait
Term
weg, de
Definition
way
Term
weten; wist, wisten, heeft geweten
Definition
to know
Term
wijzen; wees, wezen, heeft gewezen
Definition
to point out or show (ie De weg wijzen)
Term
ziekenhuis, het
Definition
hospital
Term
zwembad, het
Definition
swimming pool
Term
Hoe heet u?
Definition
Teri, ik heet Teri.
Term
Waar kom je vandaan? / Waar komt u vandaan?
Definition
Ik kom uit New Hampshire.
Term
Ben je al lang in Nederland? / Bent u al lang in Nederland?
Definition
Ik woon een maand in Nederland.
Term
Woon je al lang in Nederland? / Woont u al lang in Nederland?
Definition
Ik woon drie weken in Nederland.
Term
Hoe lang woon je in Nederland? / Hoe lang woont u in Nederland?
Definition
Ik woon twee jaar en Nederland.
Term
Wat studeer je? / Wat studeert u?
Definition
Ik studeer politicologie.
Term
Woon je in Amsterdam? / Waar wont u?
Definition
Nee, ik woon in Utrecht.
Term
Wat spreek je? / Wat spreekt u? / Welke taal spreek je?
Definition
Ik spreek Engels en een beetje Nederlands.
Term
Wie bent u?
Definition
Hatch
Term
Wat is uw beroep? / Wat is je beroep?
Definition
Ik ben docent.
Term
Wat is uw nationaliteit?
Definition
Ik ben Amerikaanse.
Term
want
Definition
because
Term
even
Definition
quickly, just a moment
Term
wachten
Definition
wait
Term
toch
Definition
right? don't you agree?
Term
samen
Definition
together
Supporting users have an ad free experience!