Term
|
Definition
Stamt af van een Grieks woord dat verwijst naar het beheer van een huishouden. Is het bestuderen hoe een maatschappij haar schaarse middelen beheert. |
|
|
Term
10 basis principes van economie |
|
Definition
1. mensen en keuzes - om iets te krijgen moeten we gewoonlijk iets anders opgeven. - het nemen van beslissingen vereist dat mensen objectieven tegen elkaar afwegen. - efficientie v rechtvaardigheid
2. de kost van iets, is wat je moet opgeven om het te krijgen - beslissingen vereisen een vergelijking tussen kosten en opbrengsten van de verschillende alternatieven - oppotuniteitskost
3. Rationele mensen denken marginaal - mensen beslissen door marginale kosten en opbrengsten te vergelijken.
4. mensen reageren op prikkels - marginale veranderingen in kosten of opbrengsten motiveren mensen om te reageren - een alternatief wordt boven een ander verkozen indien de marginale voordelen van dat alternatief de marginale nadelen overstijgen.
5. Handel kan tot wederzijdse voordelen leiden - mensen hebben er baat bij met elkaar te handelen - concurrentie leidt tot grotere voordelen van vrije handel - handel laat mensen toe zich te specialiseren in wat ze het best kunnen
6. markten zijn een goede manier om economische activiteit te organiseren - in een markteconomie worden middelen toegewezen via gedecentraliseerde beslissingen van vele bedrijven en huishoudens bij hun interacties op goederen- en dienstenmarkten
7. overheden kunnen soms de marktuitkomst verbeteren - marktfaling door externaliteit of marktmacht - in geval van een marktfaling kan de overheid tussenkomen om de efficientie en de eerlijkheid en gelijkheid te bevorderen.
8. De levensstandaard hangt af van de productie van het land. - gemeten door: persoonlijke inkomsten te vergelijken, de totale marktwaarde van de productie van landen te vergelijken - bijna alle verschillen tussen landen kunnen verklaard worden door verschillen in de productiviteit.
9. Prijzen stijgen wanneer de overheid te veel geld drukt - inflatie -> belangrijkste oorzaak is de toename van de geldhoeveelheid. Dit laat de waarde van het geld dalen.
10. Gewoonlijk is er een korte termijn afruil tussen inflatie en werkeloosheid - de Philips Curve illustreert deze afruil |
|
|
Term
|
Definition
betekent dat de maatschappij niet alle goederen en diensten kan produceren die de mensen wensen omdat de hoeveelheid middelen beperkt is. |
|
|
Term
|
Definition
betekent dat de maatschappij maximaal mogelijke uit haar schaarse middelen haalt.
is de eigenschap van een verdeling van middelen waarbij het totale surplus ontvangen door de leden van een maatschappij wordt gemaximiseerd. |
|
|
Term
|
Definition
betekent dat de opbrengsten van deze middelen eerlijk (gelijk) verdeeld worden onder de leden van de maatschappij. |
|
|
Term
|
Definition
of alternatieve kost van is iets wat je moet opgeven om het te krijgen. |
|
|
Term
|
Definition
zijn kleine incrementele veranderingen aan een bestaand plan of een bestaande actie |
|
|
Term
onzichtbare hand van Adam Smith |
|
Definition
Hij stelde vast dat huishoudens en bedrijven interageren op markten alsof ze geleid worden. Door bij de koop- of verkoopbeslissing rekening te houden met prijzen, houden we onbewust rekening met de maatschappelijke kosten van onze daden Bijgevolg leiden vrije prijzen de beslissingsnemers tot uitkomsten die de maatschappelijke welvaart neigen te maximaliseren (een efficiente uitkomst) |
|
|
Term
|
Definition
Het fenomeen wanneer de markt er niet in slaagt de middelen efficiënt toe te wijzen. |
|
|
Term
|
Definition
Staat voor de impact van de daden van een persoon of een bedrijf op het welzijn van een omstaander (die niet in de transactie is betrokken) |
|
|
Term
|
Definition
staat voor de macht van een persoon of bedrijf om prijzen ongepast sterk te beïnvloeden |
|
|
Term
|
Definition
de hoeveelheid goederen en diensten die kan geproduceerd worden per eenheid ingezette middelen. De eenheid is ingezette middelen kan bestaan uit 1 euro kapitaal, 1 werknemer of 1 gewerkt uur. |
|
|
Term
|
Definition
is een toename van het gemiddeld prijspeil in de economie |
|
|
Term
|
Definition
is een visueel model van een economie dat toont dat toont hoe de geldstromen en reële stromen tussen gezinnen en bedrijven op markten lopen. Bedrijven: - produceren en verkopen goederen en diensten - stellen productiefactoren (arbeid, kapitaal) te werk Gezinnen - kopen en consumeren goederen en diensten - bezitten en verkopen prodcutiefactoren Markten voor goederen en diensten - bedrijven verkopen - gezinnen kopen Markten voor productiefactoren - gezinnen verkopen - bedrijven kopen productiefactoren - input voor productie van goederen en diensten - land, arbeid en kapitaal |
|
|
Term
productiemogelijkhedencurve |
|
Definition
is een grafiek die alle mogelijke combinaties van output die een economie kan produceren weergeeft, gegeven de beschikbare productiefactoren en productietechnologie Concepten: - efficientie - afwegingen en keuze - oppotuniteitskost - economische groei - bronnen economische groei |
|
|
Term
|
Definition
analyseert individueel gedrag in de economie. hoe gezinnen en bedrijven beslissingen nemen en hoe ze interageren in specifieke markten |
|
|
Term
|
Definition
bekijkt economie als een geheel. Fenomenen die slaan op de hele economie, zoals inflatie, werkeloosheid en economische groei |
|
|
Term
|
Definition
is een groep kopers en verkopers van een bepaald goed of dienst. De termen vraag en aanbod verwijzen naar het gedrag van mensen bij hun interactie op markten |
|
|
Term
|
Definition
is een markt met vele kopers en verkopers zodat elke individuele partij een verwaarloosbare invloed heeft op de marktprijs. |
|
|
Term
|
Definition
Producten zijn homogeen of identiek. talrijke kopers en verkopers zodat niemand invloed kan uitoefenen op de prijs. Kopers en verkopers zijn prijsnemers |
|
|
Term
|
Definition
een verkoper die de prijs controleert (prijszetter) |
|
|
Term
|
Definition
weinig verkopers. Niet altijd agressieve concurrentie. |
|
|
Term
monopolistische concurrentie |
|
Definition
veel verkopers, maar heterogene (gedifferentieerde producten). Elke verkoper kan de prijs voor zijn eigen product zelf zetten. |
|
|
Term
|
Definition
de hoeveelheid van een goed die kopers willen en kunnen verkopen |
|
|
Term
|
Definition
Deze bepaalt dat, ceteris paribus, de gevraagde hoeveelheid van een goed daalt indien de prijs van dit goed stijgt |
|
|
Term
|
Definition
is een tabel die de relatie tussen de prijs van een goed en de gevraagde hoeveelheid aangeeft. De vraagcurve is een grafiek van de relatie tussen de prijs van een goed en de gevraagde hoeveelheid. Verschuivingen door: consumenteninkomen prijzen van verwante goederen smaken en voorkeuren verwachtingen aantal kopers
Een verandering in de gevraagde hoeveelheid Veroorzaakt door een verschuiving van de vraagcurve, naar links of naar rechts. Veroorzaakt door een verandering die bij gelijk welke prijs de gevraagde hoeveelheid wijzigt. |
|
|
Term
consumenteninkomen en invloed op vraag |
|
Definition
Wanneer het inkomen toeneemt stijgt de vraag naar normale goederen wanneer het inkomen toeneemt daalt de vraag naar inferieure goederen |
|
|
Term
|
Definition
Wanneer de prijsdaling in het ene goed leidt tot een daling van de vraag naar een ander goed, dan noemen we deze zo |
|
|
Term
|
Definition
Wanneer de prijsdaling in het ene goed leidt tot een stijging van de vraag naar een ander goed, dan noemen we ze zo. |
|
|
Term
|
Definition
is de hoeveelheid van een goed die de verkopers willen en kunnen verkopen |
|
|
Term
|
Definition
bepaald dat, ceteris paribus, de aangeboden hoeveelheid van een goed stijgt wanneer de prijs van dat goed stijgt |
|
|
Term
|
Definition
is een tabel die de relatie tussen de prijs van een goed en de aangeboden hoeveelheid aangeeft. is de grafiek van de relatie tussen de prijs van een goed en de aangeboden hoeveelheid.
Verschuivingen door: Inputprijzen Technologie Verwachtingen Aantal verkopers Veroorzaakt door een verandering in de prijs van het product. |
|
|
Term
|
Definition
verwijst naar de som van alle individuele aanbiedingen van een bepaald goed of bepaalde dienst. |
|
|
Term
|
Definition
verwijst naar een situatie waar de prijs aan zodanig niveau bereikt dat de aangeboden hoeveelheid gelijk is aan de gevraagde hoeveelheid |
|
|
Term
|
Definition
De prijs die de aangeboden en gevraagde hoeveelheid in evenwicht brengt. Grafisch is dit de prijs waarbij de vraagcurve en de aanbodcurve elkaar snijden. |
|
|
Term
|
Definition
De gevraagde en aangeboden hoeveelheid bij de evenwichtsprijs. Grafisch is dit de hoeveelheid waarbij de vraagcurve en de aanbodcurve elkaar snijden. |
|
|
Term
|
Definition
Indien de prijs > evenwichtsprijs, dan is de aangeboden hoeveelheid > gevraagde hoeveelheid Er is een excessief of overtollig aanbod. Aanbieders zullen hun prijs verlagen om hun verkopen te verhogen, en bewegen op die manier opnieuw naar het evenwicht. |
|
|
Term
|
Definition
Indien de prijs < evenwichtsprijs, dan is de aangeboden hoeveelheid < gevraagde hoeveelheid. Er is een excessieve of overtollige vraag. Aanbieders zullen hun prijs verhogen omdat er te veel kopers op zoek zijn naar te weinig goederen, en bewegen op die manier opnieuw naar het evenwicht. |
|
|
Term
|
Definition
Worden meestal gebruikt wanneer de beleidsmakers geloven dat de marktprijs niet rechtvaardig is tov de kopers of verkopers. Dit resulteert in door de overheid opgelegde prijsplafonds en bodemprijzen. |
|
|
Term
|
Definition
Een wettelijke maximum prijs tegen dewelke een goed kan verkocht worden. Is niet bindend indien het boven de evenwichtsprijs ligt. Is bindend indien het onder de evenwichtsprijs ligt, wat dan leidt tot een tekort
Bindend leidt tot: tekorten omdat QV > QA rantsoeneringsmechanismen Kwaliteitsdalingen Een lange termijn daling van het marktaanbod |
|
|
Term
|
Definition
Een wettelijke minimum prijs tegen dewelke een goed kan verkocht worden. De bodemprijs is niet bindend indien hij onder de evenwichtsprijs ligt. Het bodemprijs is bindend indien het boven de evenwichtsprijs ligt, wat dan leidt tot overschot.
Een bindende veroorzaakt . . . een overschot omdat QA > QV. rantsoeneringsmechanismen alternatief mechanisme (tov vrije prijzen) om goederen toe te wijzen op basis van bepaalde, soms discriminerende, criteria. |
|
|
Term
|
Definition
is de manier waarop de lasten van een belasting wordt verdeeld tussen de verschillende marktpartijen.
Belastingen veranderen het marktevenwicht. De evenwichtshoeveelheid daalt De koper betaalt meer De verkoper ontvangt minder Deze drie eigenschappen hangen niet af van op welke partij de belasting wordt geheven.
De lasten van een belasting worden het meest gedragen door die kant van de markt die het minst elastisch is |
|
|
Term
|
Definition
Belastingen ontmoedigen marktactiviteit. Wanneer een goed wordt belast, daalt de verkochte hoeveelheid. Aangezien de prijs betaald door de koper stijgt en ontvangen door de verkoper daalt, delen kopers en verkopers de last van de belasting. |
|
|
Term
|
Definition
bestudeert hoe de allocatie van middelen de economische welvaart beïnvloedt. Het marktevenwicht maximaliseert de totale welvaart van kopers en verkopers |
|
|
Term
|
Definition
meet de economische welvaart vanuit het perspectief van de koper, meet het voordeel dat kopers ontvangen door de aankoop, zoals de kopers het zelf percipiëren Is het verschil tussen de bereidheid tot betalen voor een bepaald goed en het werkelijk betaalde bedrag. Bereidheid = max bedrag
De markvraagcurve weerspiegelt de hoeveelheden die de kopers tegen bepaalde prijzen willen en kunnen kopen. |
|
|
Term
|
Definition
meet de economische welvaart vanuit het perspectief van de verkoper. Producentensurplus is het bedrag dat een verkoper ontvangt voor een goed min de kost voor de verkoper Het meet de baat voor verkopers van hun marktparticipatie. Nauw verband met aanbodcurve |
|
|
Term
|
Definition
de rechtvaardigheid van de welvaartsverdeling tussen kopers en verkopers. |
|
|
Term
onvermijdelijk verlies/ deadweight loss |
|
Definition
is de totale daling in welvaartsurplus tengevolge van een marktverstoring, zoals een belasting
Belastingen veroorzaken dit omdat ze kopers en verkopers verhinderen sommige voordelen van de handel te realiseren.
De omvang van hiervan hangt af van de mate waarin de aangeboden en gevraagde hoeveelheid reageren op prijswijzigingen. Hoe groter de prijselasticiteiten van vraag en aanbod: hoe groter de daling in de evenwichtshoeveelheid en, hoe groter het onvermijdelijke verlies.
Dit hangt op zijn beurt af van de prijselasticiteiten van vraag en aanbod. Hoe groter de prijselasticiteiten van vraag en aanbod: hoe groter de daling in de evenwichtshoeveelheid en, hoe groter het onvermijdelijke verlies. |
|
|
Term
|
Definition
weerspiegelt de relatie tussen belastingsvoeten en belastingsopbrengsten |
|
|
Term
|
Definition
verwijst naar de inzichten van Reagan en Laffer die stelden dat een belastingsvermindering meer mensen er toe zou aanzetten te werken en daardoor zelfs de belastingsinkomen zou kunnen verhogen. |
|
|
Term
|
Definition
In het bezit van de producent die minder middelen nodig heeft om een goed te produceren in de productie van dat goed. |
|
|
Term
|
Definition
in het bezit van de producent met de kleinste oppurtuniteitskost om een goed te produceren in de productie van dat goed.
Eens producenten hierin verschillen hebben ze beide gebaat zijn bij specialisatie en handel |
|
|
Term
|
Definition
is een belasting op goederen die in het buitenland geproduceerd worden en in het eigen land verkocht worden of vice versa Of anders gezegd een importbelasting of een exportbelasting Douaneheffingen doen de prijs van de ingevoerde goederen boven de wereldprijs uitstijgen. De stijging is in principe exact dezelfde als de heffing |
|
|