Term
Werkzaam op het intermediair metabolisme |
|
Definition
- Sulfonamiden - Trimethoprim |
|
|
Term
Werkingsmechanisme, intermediair metabolisme |
|
Definition
Foliumzuursynthese blokkeren: - Sulfonamiden: competitief met PABA (bacteriostatisch) - Trimethoprim: inhibitie dihydrofolaatreductase - Combinatie synergisch |
|
|
Term
|
Definition
- Derivaten van sulfanilamiden - R-groep ⇒ farmacokinetische act - → natriumzouten, IV, basisch, niet erg stabiel |
|
|
Term
Sulfonamiden, farmacokinetiek |
|
Definition
- Perorale inname - Goede absorptie - Verdeelt over alle weefsels - Grote verschillen onderling - Excretie via urine, snelheid variabel |
|
|
Term
Sulfonamiden, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Breedspectrum - Bacteriostatisch, bactericide bij hoge concentraties - * G+ en G- aerobe B : actief * anaerobe B : matig - Synergie: trimethoprim - Antagonisme: PABA (lokale anesthetica) |
|
|
Term
Sulfonamiden, resistentie |
|
Definition
- Wijdverspreid - Volledige kruisresistentie - Chromosomale mutatie: * ongevoelig pteroïnezuursynthetase * overproductie PABA - Plasmidegecodeerd (frequent): * verminderde opname * resistent pteroïnezuursynthetase |
|
|
Term
|
Definition
Reeks nevenwerkingen: - Allergisch: koorts, huiduitslag, braken, diarree, urinewegstoornissen - Direct/chronisch: interferentie intestinale flora, metabolisme vitaminen(K) |
|
|
Term
Sulfonamiden, klinisch gebruik |
|
Definition
- Geen absolute indicaties (hoge resistentie) - Urineweginfecties (beperkt door nevenwerkingen) - Respiratoire infecties: * combinatie met trimethoprim * Pneumocystis jirevoci-pneumonie (immuungecompromitteerden) * S. maltophilia |
|
|
Term
|
Definition
Meest gebruikte uit groep van diaminopyrimidines |
|
|
Term
Trimethoprim, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Breedspectrum, bacteriostatisch - Vele G+ & G- : actief - Meeste anaeroben : resistent - Combinatie met sulfonamiden: * synergisch * breedspectrum * bactericide tg vele G+ & G-, ook Enterobacteriaceae * actief tg vele anaeroben |
|
|
Term
Trimethoprim, resistentie |
|
Definition
- Minder frequent bij combinatie - Mutatie - Plasmidegecodeerd: G-, gewijzigde dihydrofolaatreductase |
|
|
Term
Werkzaam op nucleïnezuren |
|
Definition
- Quinolonen (fluoroquinolonen) - Rifamycines (rifampicine belangrijkst) - Nitro-imidazolen (metronidazole, ornidazole) |
|
|
Term
|
Definition
- Grote groep - Verbindingen gebaseerd op 4-quinolone-kern - Modificaties → verschil eigenschap: fluorgroep positie 6: * verhoogde activiteit tg G+ & G- * = 'fluoroquinolonen' |
|
|
Term
Quinolonen, farmacokinetiek |
|
Definition
- Gunstig, uitstekende resorptie oraal - Piekserumconc. binnen 2 uur - Lage binding aan proteïnen - T1/2 lang, 1 of 2x/dag inname - Hoog penetratievermogen - Excretie via nieren of gal(soms) - Aangetroffen in moedermelk |
|
|
Term
Quinolonen, werkingsmechanisme |
|
Definition
Inhibitie bacterieel DNA topoisomerase II (gyrase) en topoisomerase IV
- DNA-gyrase: supercoilingreactie * doel = gyrase-DNA-intermediair stabiliseren → blokkage polymerasen - Topoisomerase IV: dochterchromosomen loskoppelen - Snel bactericide dicht bij MIC: endonucleasen induceren |
|
|
Term
Quinolonen, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- 1ste generatie: nalidixinezuur * Enterobacteriaceae * urinewegchemotherapeuticum * niet meer gebruikt - 2e generatie: fluoroquinolonen * norfloxacine, ciprofloxacine, ofloxacine * breedspectrum, snel bactericide * Actief: G-, stafylokokken, streptokokken, Pseudomonas (cipro), anaerobe (sommige) * Matig: Mycoplasma, Chlamydia, Rickettsia, M. tuberculosis, leprae & avium complex - Nieuwste generatie: levofloxacine, moxifloxacine * = 2e generatie + toegenomen activiteit G+ |
|
|
Term
|
Definition
- Chromosomale mutatie: gewijzigde DNA-gyrase of topoisomerase - Effluxpompen - Kruisresistentie (snel nieuw tg oud) |
|
|
Term
|
Definition
- Analoog andere breedspectrum AB - GI: misselijk, diarree - Neurotoxisch: duizelig, slapeloos - Huidreacties: rood, jeuk - Beschadiging kraakbeen → niet aan kinderen/zwangeren! |
|
|
Term
Quinolonen, klinisch gebruik |
|
Definition
- 1ste generatie: urinaire infecties (nu nog zelden) - 2de en 3de generatie: vele soorten infecties * ambulant + thuis * respiratoire-, intestinale-, urinaire-, huid/weke delen-, been/gewrichtsinfecties en SOA's - NIET AAN KINDEREN / ZWANGEREN |
|
|
Term
|
Definition
Aromatische ringstructuur overspannen door alifatische brug |
|
|
Term
Rifampicine, farmacokinetiek |
|
Definition
- Snel en volledig geresorbeerd uit GI - Goed vetoplosbaar: efficiënt penetratievermogen in cellen, lichaamsvochten, CSV, abcessen → behandeling intracellulaire organismen - Excretie via gal en urine (minder) |
|
|
Term
Rifampicine, werkingsmechanisme |
|
Definition
Inhibitie transcriptie door interferentie met bacteriële DNA-afhankelijke RNA-polymerase - Geen binding bij eukaryote cellen - Wel binding bij mito's bij hoge c |
|
|
Term
Rifampicine, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Snel bactericide bij kleine c en gevoelig RNA-polymerase - Breedspectrum: * vnl. actief tg G+ * meest actieve AB tg S. aureus * zeer actief tg M. tuberculosis en sommige atypische mycoB - Synergisme met streptomycine en isoniazide (M. tuberculosis) |
|
|
Term
|
Definition
- Chromosomale mutaties: snel * stabiele verandering RNA-polymerase - Resistentie niet overdraagbaar - Geen kruisresistentie - Hoge mutatiegraad → altijd in associatie |
|
|
Term
|
Definition
- Weinig neveneffecten - Soms: * GI-stoornissen * abnormale leverfunctie (icterus) * oranje-roodkleuring secreten * overgevoeligheidsreacties |
|
|
Term
Rifampicine, klinisch gebruik |
|
Definition
- Eerstelijns oraal AB tg tuberculose - Penetreert goed nasofaryngale slijmvlies → behandeling dragers ernstige meningokokken of Haemophilus influenzae type b infectie |
|
|
Term
|
Definition
- Metronidazole, ornidazole - Eerst antiparasitair tg protozoa - Later sterk bactericide tg anaeroben |
|
|
Term
|
Definition
Heterocyclische component met 5-ringstructuur |
|
|
Term
Metronidazole, farmacokinetiek |
|
Definition
- Zeer vetoplosbaar - Snel absorptie vanuit GI - Snelle verspreiding in alle weefsels - Penetratie van BH-barrière - Bereikt therapeutische waarden in abcessen en etterophopingen - Lichtjes gebonden aan plasmaproteïnen |
|
|
Term
Metronidazole, werkingsmechanisme |
|
Definition
- Niet-geïoniseerd metronidazole: * snel opgenomen door anaerobe B * intracellulaire reductie tot actieve vorm * elektronentransportproteïnen enkel bij anaerobe B * → facultatief anaeroben en aeroben resistent (uitz Gardnella vaginalis) - Gereduceerd metronidazole: * bindt aan DNA → verbreekt strengen → inhibitie synthese nucleïnezuren → blokkage transcriptie → celdood - Actief op delende en niet-delende cellen |
|
|
Term
Metronidazole, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Bactericide tegen: * anaerobe B (G+, G-) * anaerobe protozoa (Trichomonas, Giardia) - Synergie met penicilline en macroliden |
|
|
Term
Metronidazole, resistentie |
|
Definition
- Mutaties in enzymen die metronidazole reduceren → reductie te traag - Verworven resistentie weinig voorkomend en van zeer laag niveau |
|
|
Term
Metronidazole, klinisch gebruik |
|
Definition
- Specifieke protozoaire infecties en anaerobe bacteriële infecties - Vb. abdominale abcessen, peritonitis, eileiderinfecties, middenoorontsteking, artritis, meningitis en infecties in necrotisch weefsel |
|
|
Term
Metronidazole, toxiciteit |
|
Definition
- Weinig neveneffecten - Niet combineren met alcohol (disulfiramachtig effect) - Mogelijke nevenwerkingen: * dosisafhankelijk * CZS, GI, hematopoëse, huid |
|
|
Term
AB die de eiwitsynthese storen |
|
Definition
30S-inhibitoren, 50S-inhibitoren
mRNA → 30S-ribosoom → initiatie-tRNA → 50S-ribosoom (A-, P-plaats) - Transferfase: a-tRNA + anticodon op A-plaats - Transpeptidatiefase: verbinding nieuw aminozuur door peptidyltransferase op P-plaats - Translocatiefase: na loslaten tRNA verschuift ribosoom → groeiende peptidenketen op P-plaats - Herhaling tot eindsignaal → releasefactor → mRNA afgelezen door polysoom |
|
|
Term
Groep van 30S-inhibitoren |
|
Definition
- Aminoglycosiden en aminocyclitols * afkomstig van Micromonospora spp. (gentamicine, netilmicine) * afkomstig van Streptomyces spp. (streptomycine, neomycine, tobramycine, kanamycine) * amikacine * isepamicine - Tetracyclines |
|
|
Term
Aminoglycosiden, structuur |
|
Definition
- 2-4 subeenheden (aminosuikers) verbonden via glycosidische bindingen - Zeer polaire kationen → farmacokinetische eigenschappen |
|
|
Term
Aminoglycosiden, werkingsmechanisme |
|
Definition
- Binden aan 30S-ribosoom → inhiberen ribosomale proteïnesynthese - Verschil affiniteit en graad van binding onderling - Streptomycine: * interferentie met binding van formyl-methionyl aan ribosomen → inhibitie correcte initiatie * ook → mistranslatie van mRNA - Neomycine, kanamycine, gentamycine: * interferentie met decoderingsplaats vh 16S RNA vd 30S-subeenheid → fouten bij aflezen mRNA → opstapeling gevormde proteïnen in cytoplasmamembraan → verstoren CM → celdood * zeer hoge c → binding 2de plaats → gedeeltelijke ophef distortie ↔ wel nog misreading ⇒ bactericide effect tgv deficiënte proteïnen trager - Onomkeerbare inhibitie proteïnesynthese → snel bactericide - C stijgt ⇒ snelheid doden stijgt - Slechte penetratie in zoogdiercellen - Opname: 1. Gedeeltelijk door diffusie: * passieve diffusie stijgt bij AB die synthese CW inhiberen (bv. penicilline) * G- → passage door buitenmembraan via porines * verstoten van kationen noodzakelijk voor stabilisatie VZ en LPS van buitenmembraan ⇒ verstoren structuur buitenste membraan G- (antagonistisch effect Ca en Mg) 2. Vervolgens door actief transport doorheen CM → ophoping AB in cytoplasma * concentratie-afhankelijke stap * vereist binding aminoglycoside aan anionische componenten in CM * energie- en zuurstofafhankelijk * → strikt anaeroben ongevoelig aan aminoglycosiden * → lage O2-spanning (bv hypoxische cel) ⇒ transfer AB naar bacterie daalt - Transport aminoglycosiden door bacteriële membraan: vergemakkelijkt bij alkalische pH ↔ zure pH: resistentie x100 - Synergie met β-lactam AB: * β-lactam → celwand kapot → opname aminoglycosiden stijgt * aminoglycosiden → buitenmembraan kapot → penetratie β-lactam stijgt |
|
|
Term
Aminoglycosiden, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Meest actief tg G- * vnl.: Enterobacteriaceae, Pseudomonas * behoorlijk: stafylokokken * zeer matig: andere G+ - Synergie met β-lactams → goede activiteit tegen streptokokken en enterokokken - Piekconcentratie bepaalt activiteit ⇒ één dosis/dag (concentratie-afhankelijk antibioticum) |
|
|
Term
Aminoglycosiden, resistentie |
|
Definition
- Frequentst: aminoglycoside-inhiberende enzymen * plasmide-gecodeerd * deze genen → vaak geassocieerd met transposons → snelle verspreiding van deze resistentievorm tss ≠ soorten * activiteit: inbouw acetylgroep op NH2-functie of adenyl-/fosfaatgroep op OH-functie (AAC-, AAD-, APH-enzymen) * effect: verhinderen activatie trasportsysteem door CM + gedaalde binding aan ribosomen ⇒ °resistentie * sommige: iso-enzymen → ≠ substraatpatroon * steeds specifiek gericht tg bepaalde groep → ingewikkeld patroon kruisresistentie * lokalisatie: in CM
- Wijziging proteïnen in buitenmembraan * chromosomaal gecodeerd * bij Enterobacteriaceae + P. aeruginosa ⇒ resistentie tg alle AG * effect: verstoring transport AG doorheen CW → AB bereiken het cytoplasma niet * transportproces: actief → O2 nodig * anaerobe B + facultatief anaeroben die anaeroob opgegroeid zijn ⇒ resistent * inductie van deze resistentievorm door blootstelling aan subletale c
- Veranderingen thv ribosoom * chromosomaal gecodeerd * effect: geen binding aan ribosoom
- Andere mechanismen: * verhoogde [Ca2+]-medium * mutanten P. aeruginosa → overmaat buitenmembraanproteïne → resistentie tg gentamycine stijgt * lage pH |
|
|
Term
Aminoglycosiden, farmacokinetiek |
|
Definition
- Polair: * → slechte absorptie (<10%) vanuit GI * → minimale weefselpenetratie (uitz nieren, labyrintvocht binnenoor) - Excretie → urine (onveranderde vorm) |
|
|
Term
Aminoglycosiden, toxiciteit |
|
Definition
- Nefrotoxiciteit: * partieel reversibel * stijgt van strepto-(zwak toxisch) naar genta-, kana- & neomycine(te toxisch) * mechanisme: accumulatie in cortex lysosomiale vacuolen → interactie met anionische fosfolipiden * drugmonitoring (kleine marge therapeutisch ↔ toxisch) - Ototoxiciteit: * irreversibel * duizeligheid bij strepto-, gentamicine * gehoorproblemen met doofheid bij dihydrostrepto-, kana-, neomycine - Allergiserend: * enkel streptomycine → handschoenen * andere: weinig |
|
|
Term
Aminoglycosiden, klinisch gebruik |
|
Definition
- Oude groep: * strepto-, kanamycine * vroeger: TBC * nu: niet meer beschikbaar - Nieuwe groep: * gentamycine, tobramycine, netilmicine, amikacine * minder gevoelig voor AG-modifiërende enzymen - Meestal combinatie met: * β-lactams bij ernstige infecties (G-, sepsis) * AB actief tg G+ (endocarditis) - Preferentieel gebruik: * gentamycine, tobramycine * bij resistentie: netilmicine, amikacine * variabiliteit enzymatische resistentie → antibiogram nodig |
|
|
Term
|
Definition
- Kristallijne, geelachtige amfotere stoffen - Vormen moeilijk oplosbare chelaten met bivalente en trivalente kationen vnl. Ca, Al en Fe - Fluoresceren na UV-bestraling - 1ste derivaten: * tetracycline, oxytetracycline, chloortetracyline, lymecycline - Nieuwe derivaten: * doxycycline, minocycline → grootste vetoplosbaarheid → betere penetratie in B zoals S. aureus |
|
|
Term
Tetracyclines, farmacokinetiek |
|
Definition
- Orale inname → opgenomen vanuit maag en dunne darm * minst: chloortetracycline (35%) * best: mino-, doxycycline (90%) - Voedsel, melk of divalente ionen → absorptie daalt - Snel + uitgebreid verdeeld over lichaam → bijna in alle weefsels en vloeistoffen - Dringen binnen in de cel (leukocyten, macrofagen) - Beperkte biotransformatie - Excretie: via nieren en GI - Ondergaan enterohepatische cyclus: excretie via gal → resorptie vanuit darmkanaal → T1/2 stijgt |
|
|
Term
Tetracyclines, werkingsmechanisme |
|
Definition
Inhibitie proteïnesynthese - Voornaamste: binding ad 30S-subeenheid * effect: verhindert binding aminoacyl tRNA → acceptorplaats mRNA-ribosoomcomplex * ook in zoogdiercellen ↔ echter groter effect in B * reversibel * intracellulaire c-afhankelijk ⇒ enkel bacteriostatisch - Penetratie in bacteriecel: * diffusie * energie-afhankelijk carriergemedieerd systeem ⇒ hoge c in gevoelige B cellen |
|
|
Term
Tetracyclines, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Breedspectrum - Zowel: G+/G- & aeroob/anaeroob - Activiteit van deze groep daalt door stijgende resistentiepercentages |
|
|
Term
Tetracyclines, resistentie |
|
Definition
- Kruisresistentie, uitz minocycline - Intensief gebruik → veel resistentie (vnl. strepto-, stafylokokken) → gelimiteerd gebruik - 3 mechanismen: 1. Tetracycline-efflux * mbv exportproteïne: katalyseert uitwisseling tss tetracycline-divalent-metaalkationcomplex en 1 proton 2. Ribosoomprotectie * mbv oplosbaar proteïne homoloog met GTPases die rol spelen in proteïnesynthese * 3 klassen van ribosoomprotectie-resistentiegenen: tet(M), tet(O), tet(Q) 3. Tetracycline-modificatie * mbv cytoplasmatisch enzyme → reactie + O2 en NADPH → tetracycline gemodificeerd ⇒ inactief - Mechanisme 1+2 → zowel bij G+/G- en aeroob/anaeroob - Soms: B resistent aan andere tetracyclines → nog gevoelig aan minocycline: meest vetoplosbaar → in cel via eenvoudige diffusie |
|
|
Term
Tetracyclines, toxiciteit |
|
Definition
- Vele neveneffecten → voorzichtig gebruik - Cheleren Ca in tanden + beenderen → chelaten ingebouwd → verhinderen calcificatie → gele tot bruine verkleuring * ook bij toediening tijdens zwangerschap: door placenta + in moedermelk - Extreem hoge dosissen → genezingsproces beenbreuken vertraagd |
|
|
Term
Tetracyclines, klinisch gebruik |
|
Definition
- Oude tetracyclines → dieren * gevolg: resistentie * humaan gebruik ernstig gedaald - Indien uitzonderlijk gebruikt: * intracellulaire B: brucellose, Rickettsia, chlamydiose |
|
|
Term
Groep van 50S-inhibitoren |
|
Definition
- Chlooramfenicol - Thiamfenicol - Macroliden - Lincosamiden - Synergistines * Synercid * Virginiamycine - Fusidanes |
|
|
Term
Chlooramfenicol, structuur |
|
Definition
- Stabiele, vetoplosbare, neutrale component - Derivaat van dichlorazijnzuur en een nitrobenzeengedeelte |
|
|
Term
Chlooramfenicol, werkingsmechanisme |
|
Definition
- Bindt 50S-subeenheid → inhibeert proteïnesynthese door interferentie met vorming nieuwe peptidenbindingen - Blokkage van P-centrum = peptidyltransferasecentrum: * in centrum 50S-subeenheid * peptidenbinding tss COOH-groep (groeiende peptidenketen) en NH2-groep vh aminoacyl-tRNA - Ook in zoogdiercellen → inhibitie mitochondriale proteïnesynthese (vooral beenmerg) |
|
|
Term
Chlooramfenicol, farmacokinetiek |
|
Definition
- Perorale toediening → snelle opname vanuit GI - Plasma: * 40-60% reversibel gebonden aan albumine * vrije fractie → verdeelt zich snel in bijna alle weefsels * ook: CSV en CZS - Wordt gemetaboliseerd - Excretie: urine, gal |
|
|
Term
Chlooramfenicol, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Breedspectrum - Bacteriostatisch tg meeste G+, vele G- en vele anaeroben - Natuurlijke resistente stammen: * Pseudomonas, Proteus, mycoB - Niet gebruikt in combinatie met bactericide AB - Antagonistisch met penicillines |
|
|
Term
Chlooramfenicol, resistentie |
|
Definition
- Chromosomaal: * traag en stapsgewijs * mechanisme: cel wordt ondoordringbaar voor AB - Plasmidegecodeerd: * meest frequent * mechanisme: bacteriecel produceert chlooramfenicol acetyltransferase (CAT) ⇒ AB geïnactiveerd * CAT-genen: zeer verspreid bij ≠ pathogenen * minstens 12 ≠ CAT-genen geïdentificeerd |
|
|
Term
Chlooramfenicol, toxiciteit |
|
Definition
- Irreversibele aplastische pancytopenie * niet dosisafhankelijk (1 op 30.000-50.000) * kan fataal zijn - bij overleven ⇒ °leukemie * ° tot >130 dagen na stopzetting gebruik * gestoorde rijping bloedcellen in beenmerg ⇒ pancytopenie = te laag #erytrocyten, leukocyten, thrombocyten ⇒ aplastische anemie * uitlokking aplastische anemie: toxische intermediairen die verband houden met nitrogroep (cf. thiamfenicol → geen nitrogroep → geen aplastische anemie) - Beenmergsuppressie * dosisafhankelijk - reversibel * door effecten op mitochondriale proteïnesynthese * thiamfenicol ⇒ geen beenmergsuppressie - Gray baby syndroom * bij pasgeborenen * oorzaak: onvoldoende glucoronidatie van chlooramfenicol → accumuleert * hypothermie, hypotonie, flauwte * ook indien moeder op einde zwangerschap behandeld met chlooramfenicol - Opm: gebruik verboden in dieren bestemd voor consumptie → kan nog in vlees aanwezig zijn |
|
|
Term
Chlooramfenicol, klinisch gebruik |
|
Definition
- Nooit voor gewone infecties - Wel bij specifieke infecties: tyfus, bacteriële meningitis < H. influenzae → als resistentie tegen alternatieve AB - Veel gebruikt in 3de wereld tegen G- zoals Salmonella, Vibrio, Rickettsia |
|
|
Term
|
Definition
- Analoog van chlooramfenicol - Para-nitrogroep wordt sulfomethylgroep - Ong zelfde spectrum, maar minder krachtig - Verschillen met chlooramfenicol: * minder nevenwerkingen * ≠ farmacokinetische eigenschappen: betere verdeling, minder toxisch (ook vermindering hematopoëse, maar niet fataal) - Klinisch gebruik: idem chlooramfenicol |
|
|
Term
|
Definition
- Macrocyclische lactamring met # C-atomen met aminosuiker aan gebonden - 14 C-atomen: * erythromycine (oudste) * afgeleide hiervan: telithromycine (bevat ketogroep = ketoliden) * semisynthetische neomacroliden: roxi-, clari-, dirithromycine - 15 C-atomen: * semisynthetische azithromycine (bezit N in ring = azaliden) - 16 C-atomen: * spiramycine (oud en weinig gebruikt) |
|
|
Term
Macroliden, farmacokinetiek |
|
Definition
- Erythromycine: geïnactiveerd door maagzuur - Andere macroliden: * omgeven met beschermende laag of * vorming stabiele zouten en esters * ⇒ beschermen tg maagzuur - Nieuwe derivaten: * niet of slechts matig actiever dan oude * peroraal beter geresorbeerd - Alle macroliden: * hoog distributievolume * sterk intracellulair opgestapeld * slechts kleine hoeveelheden in CSV * uitgebreide metabole inactivatie * excretie → vnl. via gal |
|
|
Term
Macroliden, werkingsmechanisme |
|
Definition
- Binden aan 23S rRNA op 50S-subeenheid vd ribosomen ⇒ inhibitie translocatie (= nodig voor peptidenketenverlenging) - Effect beperkt tot groeiende bacteriecellen |
|
|
Term
Macroliden, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Vooral aerobe en anaerobe G+ (uitz enterokokken) - Verder: Neisseria, Campylobacter, Chlamydia, Rickettsia, Mycoplasma, Legionella ⇒ 1ste keuze AB! - Meeste G- resistent - Kunnen worden gecombineerd met: penicillines, cefalosporines, aminoglycosiden |
|
|
Term
|
Definition
- Methylatie van het 23S rRNA ⇒ macroliden kunnen niet meer binden → erythromycine resistent * geeft kruisresistentie tg andere macroliden/lincosamiden * chromosomaal of plasmidegecodeerd * constituief of geïnduceerd - Efflux * actief naar buiten pompen AB * geen volledige kruisresistentie tss macroliden - Soms beide mechanismen samen - G-: macroliden raken niet door buitenmembraan ⇒ natuurlijk resistent |
|
|
Term
|
Definition
- Weinig voorkomend - Op plaats van injectie: pijn en zwelling - Belangrijkste: GI * grote dosissen peroraal: misselijk, braken, diarree - Cardiovasculair: hartritmestoornissen (QT-verlenging) - Duidelijke anti-inflammatoire effecten |
|
|
Term
Macroliden, klinisch gebruik |
|
Definition
- Infecties v bovenste (en onderste) luchtwegen * echter: stijgende resistentie pneumokokken - Huidontstekingen - Ontstekingen vd weke delen |
|
|
Term
|
Definition
- Kleine groep AB - Derivaat van zwavelbevattende octose - Natuurlijk voorkomend in deze groep: * lincomycine * celesticetine - Semisynthetische lincomycine: clindamycine |
|
|
Term
Lincosamiden, werkingsmechanisme |
|
Definition
- Binden uitsluitend aan 50S-subeenheid bacterieel ribosoom - Inhibitie peptidyltransferase → inhibitie eiwitsynthese |
|
|
Term
Lincosamiden, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Aeroben: enkel G+ - Anaeroben: breedspectrum - Afhankelijk van c = bactericide of bacteriostatisch |
|
|
Term
Lincosamiden, resistentie |
|
Definition
- Chromosomaal: stapsgewijs, relatief snel - Plasmidegecodeerd: stabieler, veel voorkomend - Mechanisme: methylatie van 23S rRNA ⇒ verhindert binding AB aan doelwitmolecule - Volledige kruisresistentie van linco- en clindamycine - Algemeen: ook kruisresistentie met macroliden en streptogramine |
|
|
Term
Lincosamiden, farmacokinetiek |
|
Definition
- Goede resorptie - Goede verdeling over weefsels - C in CSV nooit >20% serumconcentratie * uitgebreide binding aan plasmaproteïnen * snelle eliminatie (lever) |
|
|
Term
|
Definition
- Mogelijk ernstige diarree * oorzaak: snelle koloniegroei resistente Clostridium difficile door vernietiging anaerobe flora |
|
|
Term
Lincosamiden, klinisch gebruik |
|
Definition
- Penicillinesubstituent bij penicillinegevoelige personen ⇒ behandeling streptokokkeninfecties - Clindamycine in combinatie met metronidazole → anaerobe infecties (Bacteroides fragilis) = additief of synergistisch |
|
|
Term
Synergistines (streptogramines) |
|
Definition
- Secundaire metabolieten met antimicrobiële activiteit - Productie door bepaalde Streptomyces soorten - Bestaan uit mengsel van 2 soorten → synergistische werking - Synercid, virginiamycine |
|
|
Term
|
Definition
- Recent goedgekeurd - Componenten: * quinupristin → combinatie van 3 peptidenmacrolactonen * dalfopristin → bestaat uit 1 product |
|
|
Term
Synercid, werkingsmechanisme |
|
Definition
- Quinupristin/dalfopristin: passieve diffusie → cel binnen → onomkeerbare binding met 50S-subeenheid - Binding dalfopristin ⇒ ∆conformatie ribosoom → affiniteit quinupristin stijgt - Wijziging 70S-ribosoom → vernauwing kanaal waarlangs proteïne ribosoom verlaat → accumulatie proteïne thv peptidyltransferaseplaats → obstructie ribosoom → celdood |
|
|
Term
Synercid, klinisch gebruik |
|
Definition
- Meest actief tg G+ - Belangrijkste: behandeling van patiënten met levensbedreigende infecties geassocieerd met vancomycine-resistente Enterococcus faecium (VREF) → bacteriostatisch effect - Niet actief tegen Enterococcus faecalis |
|
|
Term
|
Definition
- Virginiamycine M = Streptogramin A - Binding specifieke plaatsen A- en B-site ⇒ ∆conformatie in ribosomen nabij peptidyltransferasecentrum - Perorale toediening: * absorptie onregelmatig → daarom enkel lokaal gebruik (strooipoeder tegen wondinfecties) * plasmatiters laag - Belangrijkste gebruik: groeibevorderaar veekweek (kuikens-biggen) * voederefficiëntie stijgt * gewicht jonge dieren + 4 à 5% (zelfde voedselinname) - Vanaf 1 juli 1999 → verboden additief in voeder (EU) * reden: oa omdat Synercid gebruikt wordt in humane gnk |
|
|
Term
|
Definition
- Fusidinezuur: * steroïde ringstructuur * geen hormonale werking * beperkt anti-inflammatoire werking - Bindt elongatiefactor → inhibeert translatie - Zeer eng spectrum → nagenoeg beperkt tot stafylokokken (slecht doordringend in G-) - Goede orale resorptie - Snelle ontwikkeling resistentie ⇒ combinatietherapie gewenst met andere AB (rifampicine, clindamycine, fluoroquinolonen, etc.) - Geen kruisresistentie met andere AB - Indicaties: ernstige stafylokokkeninfecties, maar uitsluitend op antibiogram |
|
|
Term
AB die de celwandsynthese storen |
|
Definition
- D-cycloserine - Bacitracine - Glycopeptide-antibiotica: * vancomycine en teicoplanine - β-lactam-antibiotica: * penicillines, cefalosporines, carbapenems, monobactams |
|
|
Term
|
Definition
- Natuurlijk voorkomend AZ - Fermentatieproduct van Streptomyces garyphalus - Synthetisch aangemaakt - Structureel analoog van D-alanine |
|
|
Term
D-cycloserine, werkingsmechanisme |
|
Definition
- Inhibitie van alanine racemase: * op irreversibele wijze * L-alanine → D-alanine - Inhibitie van D-alanyl-D-alanyl-synthetase * vormt D-analyl-D-alanine - Deze inhibities ⇒ geen vorming celwandprecursor UDPMurNAc-pentapeptide |
|
|
Term
D-cycloserine, farmacokinetiek |
|
Definition
- Praktisch volledig geresorbeerd - Hoge serumconcentraties - Penetratievermogen zeer goed in: * cellen + lichaamsvloeistoffen * CSV, abcessen - Excretie: * via urine * na 24h: 50% * na 2 dagen: 65-70% * rest: wordt gemetaboliseerd |
|
|
Term
D-cycloserine, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Bactericide - Breedspectrum - Actief tg veel G+, G- - Actief tg Mycobacterium tuberculosis - Activiteit wordt tegengewerkt door D-alanine |
|
|
Term
D-cycloserine, resistentie |
|
Definition
- Zeldzaam - Ontwikkelt traag - In combinatie met andere AB → resistentie vertraagd - Geen kruisresistentie met andere AB |
|
|
Term
D-cycloserine, toxiciteit |
|
Definition
- Zelden: * huiduitslag * koorts * hartritmestoornissen - Gedurende 1ste twee weken: * neurotoxische effecten (hoofdpijn, bevingen, slapeloos, gezichtsvertroebeling, duizelig) * geen blijvende schade |
|
|
Term
D-cycloserine, klinisch gebruik |
|
Definition
- Voornamelijk in combinatietherapie met: * isoniazide * rifampicine * ethambutol - Behandeling: * TBC * infecties door atypische mycoB |
|
|
Term
|
Definition
- Productie: Bacillus licheniformis - Deze bacterie - Mengsel van vertakte cyclische decapeptiden |
|
|
Term
Bacitracine, werkingsmechanisme |
|
Definition
- Inhibitie defosforylatie van undecaprenyl pyrofosfaat (nodig voor regeneratie molecule) - Effect: lipidencarrier wordt afunctioneel |
|
|
Term
Bacitracine, farmacokinetiek |
|
Definition
Absorptie: * NIET via GI geabsorbeerd * NIET systemisch gebruikt - Lokale toediening: → kleine hoeveelheid geabsorbeerd → nooit toxiciteit |
|
|
Term
Bacitracine, microbieel spectrum |
|
Definition
- Engspectrum (cf. penicilline G) - Bactericide: G+ - Weinig tot niet actief tg spirocheten en G- * oorzaak: gebrek aan penetratie door buitenmembraan |
|
|
Term
|
Definition
- Zeldzaam - Ontwikkelt traag |
|
|
Term
|
Definition
- Parenteraal → nefrotoxisch: * gedaalde nierfunctie * soms misselijkheid * huiduitslag |
|
|
Term
Bacitracine, klinisch gebruik |
|
Definition
- Lokaal gebruik: * wondpoeders * oog- en oorzalven * dermatologie - Bacitracine-Zn: * groeistimulerend voederadditief * 01/07/1999: verboden door EU - Bij AB-geassocieerde pseudomembraneuze collitis * oraal gebruik bacitracine * alternatief voor vancomycine |
|
|
Term
Glycopeptide-antibiotica, structuur |
|
Definition
- Vancomycine, teicoplanine - Complexe glycopeptiden - Grote polaire moleculen |
|
|
Term
Glycopeptide-antibiotica, werkingsmechanisme |
|
Definition
- Geen rechtstreekse inhibitie van enzymen betrokken bij synthese celwand MAAR: * complexen met PG-precursoren * inhiberen op sterische wijze incorporatie v PG-precursoren in celwand - Vnl. transglycosilatiereactie verhinderd - Glycopeptiden: grote hydrofiele moleculen → H-bruggen met eindstandige D-alanyl-D-alaninegedeelte van de MurNac/GlcNac-pentapeptiden - Vancomycine/teicoplanine: * kunnen niet door cytoplasmamembraan * binden doelmolecule die getransloceerd werd via undecaprenyl-lipidencarrier ⇒ accumulatie vd cytoplasmatische precursor |
|
|
Term
Glycopeptide-antibiotica, farmacokinetiek |
|
Definition
- Geen absorptie na orale inname - Goed verdeeld in serumvloeistoffen - Slecht in CSV - Relatief zwakke penetratie in weefsels - Binding aan proteïnen: * vancomycine: 10-55% * teicoplanine: >95% - Excretie: via urine, traag |
|
|
Term
Glycopeptide-antibiotica, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Smal spectrum - Alleen actief tg G+ - Grote polaire moleculen → slechte penetratie → niet actief tg G- - Zeer traag bactericide bij c meestal dicht bij MIC-waarden |
|
|
Term
Glycopeptide-antibiotica, resistentie |
|
Definition
Vooral bij enterokokken: - Oorzaak: ontstaan van PG-precursoren met gedaalde affiniteit voor vancomycine - Vorming van deze precursoren: * dehydrogenase (op transposon gelegen): pyruvaat → D-lactaat (= reductie) * ligase: esterbinding tss D-alanine en D-lactaat * gevormde D-Ala-D-Lac depsipeptide vervangt D-Ala-D-Ala dipeptide in synthese PG → binding AB wordt verhinderd - Genetische elementen die coderen voor deze resistentie: vanA,B,C,D,E → zowel op: * transponeerbare elementen als * chromosomen
Stafylokokken en MRSA: ook glycopeptidenresistentie beschreven: - Intermediair/volledig → VISA of GISA en VRSA - Mechanisme → onduidelijk * mogelijk: overproductie PG-precursoren * overdracht van-elementen enterokokken → stafylokokken: enkel in labo - S. haemolyticus: * van nature resistent aan teicoplanine * gevoelig aan vancomycine |
|
|
Term
Glycopeptide-antibiotica, toxiciteit |
|
Definition
Vancomycine: - IM: pijn en necrose → daarom steeds IV - Snelle infusie: * → histamine-vrijzetting ⇒ 'redneck'- of 'red men' syndroom (verspreide roodheid) * uitzonderlijk: nierfunctieverlies, haarverlies - Belangrijkste: * doofheid * vnl. bij ouderen en patiënten met nierinsufficiëntie * ⇒ drugmonitoring aangeraden bij vancomycine
Teicoplanine: - Veel minder nevenwerkingen |
|
|
Term
Glycopeptide-antibiotica, klinisch gebruik |
|
Definition
- Belangrijkste: infectie met methicilline-resistente stafylokokken (MRSA, MRSE) - Ook: in combinatie met aminoglycosiden: * behandeling endocarditis door penicilline-resistente streptokokken - Oraal: * acute stafylokokken-enterocolitis * pseudomembraneuze enterocolitis - Algemeen: voorkeur vancomycine (owv grotere activiteit) |
|
|
Term
β-lactam-antibiotica, structuur |
|
Definition
- Typisch: β-lactamring - Indeling in 4 deelgroepen: * penicillines * cefalosporines * carbapenems * monobactams |
|
|
Term
β-lactam-antibiotica, werkingsmechanisme |
|
Definition
Interfereren met biosynthese van PG-laag: - Bij deze biosynthese: belangrijke rol serineproteasen: * D,D-transpeptidase → crosslinking aanliggende PG-ketens in groeiende CW * endopeptidasen → vernietiging peptidenbindingen ⇒ ° nieuwe groeiplaatsen PG-keten * D,D-carboxypeptidase → hydrolyse eindstandige D-Ala-D-Ala-eenheden vh disacharidepeptide met vrijzetting 1 D-Ala → vernietiging potentiële transpeptidaseplaats → enzym controleert graad van brugvorming vh PG. - β-lactam-AB inhiberen werking van: * D,D-transpeptidase * D,D-carboxypeptidase * = penicilline-bindingsproteïnen (PBP) - ≠ β-lactam AB → ≠ in activiteit * G+: diffusie door PG-laag: passief * G-: β-lactams moeten door hydrofobe buitenmembraan via porines |
|
|
Term
β-lactam-antibiotica, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Alleen werkzaam tg actief metaboliserende + groeiende bacteriën - Traag bactericide |
|
|
Term
β-lactam-antibiotica, resistentie |
|
Definition
3 mechanismen: 1. Productie β-lactamasen → vernietigen AB * serine β-lactamasen (klasse A,C,D) * metallo-β-lactamasen (klasse B) 2. Productie nieuwe celwandactieve PBP's met dalende affiniteit voor β-lactams of overproductie v bestaande PBP's 3. Dalende penetratie doorheen celwand |
|
|
Term
|
Definition
- Penicillines - Cefalosporines - Monobactams - Carbapenems |
|
|
Term
Penicillines: Penicilline G (benzylpenicilline), farmacokinetiek |
|
Definition
- Vernietigd door maagzuur → enkel parenterale toediening - Goede verdeling in interstitiële vocht van alle organen behalve hersenen (tenzij bij hersenvliesontsteking) - Bindt sterk aan proteïnen (60%) - Eliminatie uit plasma: snel (T1/2 = 0,5uur) - Excretie: * bijna volledig door nieren * onveranderd → hoge c in urine |
|
|
Term
Penicillines: Penicilline G (benzylpenicilline), antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Eng spectrum: * vnl G+ aeroben en anaeroben * sommige G- (Neisseria spp) * Treponema pallidum - Productie β-lactamasen → gevoeligheid vele soorten gedaald - Synergie met aminoglycosiden: * inwerking penicilline op PG-laag → opname AG stijgt |
|
|
Term
Penicillines: Penicilline G (benzylpenicilline), toxiciteit |
|
Definition
- Zeer lage toxiciteit - Enkel bij zeer hoge dosissen: * thv CZS * uitroeien normale flora → darmstoornissen - 3-10% bevolking → overgevoeligheid: * type 1 allergie: door IgE * symptomen: roodheid, jeuk, huiduitslag, uitzonderlijk anafylactische shock |
|
|
Term
Penicillines: Penicilline G (benzylpenicilline), klinisch gebruik |
|
Definition
- Voorkeur: * infecties < G+ (vooral strepto-, stafylokokken) * sommige gevoelige G- - Voordelen penicilline: * uitzonderlijke activiteit tg gevoelige B * bactericide effect * grote veiligheid - Nadelen penicilline: * eng spectrum * enkel actief tg groeiende B * wijdverspreide resistentie (90% stafylokokken) |
|
|
Term
Penicillines: Penicilline V (fenoxymethylpenicilline), structuur |
|
Definition
- Verkregen door toevoeging fenoxyazijnzuur als precursor aan cultuurbodem |
|
|
Term
Penicillines: Penicilline V (fenoxymethylpenicilline), farmacokinetiek |
|
Definition
- Stabiel in zuur midden (↔ penicilline G) ⇒ per os toediening - Meeste penicillines kort T1/2 → toediening om 4-6 uur nodig |
|
|
Term
Penicillines: Penicilline V (fenoxymethylpenicilline), klinisch gebruik |
|
Definition
- Kinderen: siroop → angina tgv β-hemolytische streptokokken |
|
|
Term
Penicillines: Penicilline V (fenoxymethylpenicilline), antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Cfr. penicilline G (kaart 108) - Minder actief per gewichtseenheid dan penicilline G |
|
|
Term
Penicillines: Procaïne-, benzathine-benzylpenicilline, farmacokinetiek + klinisch gebruik |
|
Definition
- Probleem: snelle eliminatie penicillines → trage resorptie nodig → intramusculair * voldoende hoge plasmaconcentraties gedurende langere tijd * echter: lagere c dan normale toediening penicilline G - Procaïnezout benzylpenicilline: * weinig oplosbaar in water * IM-inspuiting → langzaam vrijgave → bloedspiegel houdt 12 à 18 uur aan * echter: lage bloedspiegels → steeds in combinatie met penicilline G - Benzathine: * vormt praktisch onoplosbaar zout met penicilline G * IM-inspuiting → langzaam vrijgave * toediening slechts om de paar dagen maar bereikt nooit therapeutische c * profylactisch tg recidiverende infecties van gevoelige B - Bloedspiegels: * benzylpenicilline: 10µg/ml penicilline * procaïne-benzylpenicilline: 1µg/ml penicilline * benzathine-benzylpenicilline: 0.1µg/ml penicilline * → deze preparaten: tegenwoordig verdrongen door semisynthetische penicillines |
|
|
Term
Penicillines: Methicilline, isoxazolylpenicillines, structuur |
|
Definition
- Substitutie van een grote zijketen op de penicillinekern - Deze zijketen → sterische hindering: * β-lactamasen kunnen niet aanvallen op β-lactamring * deze penicillines weerstandig aan β-lactamase-enzymen geproduceerd door resistente G+ (vnl S. aureus) |
|
|
Term
Penicillines: Methicilline, isoxazolylpenicillines, farmacokinetiek |
|
Definition
- Isoxazolylpenicillines: * zuurstabiel * oraal * opname: 50-80% - Methicilline: * zuurlabiel → enkel parenteraal - Allen: sterk gebonden aan proteïnen (50-90%) - Goede verdeling in interstitiële vocht - Dringen niet goed door in CSV - Eliminatie: snel (T1/2: 1-2h), vnl via urine |
|
|
Term
Penicillines: Methicilline, isoxazolylpenicillines, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Lagere activiteit tg G+ dan penicilline G - Niet actief tg G- - Uitsluitend gebruikt tg penicillinase-producerende stafylokokken (meer dan 90%) |
|
|
Term
Penicillines: Methicilline, isoxazolylpenicillines, klinisch gebruik |
|
Definition
- Infecties door β-lactamase-producerende stafylokokken - Bijna alle stafylokokken: penicillinase ⇒ deze AB aangewezen therapie bij stafylokokken-infecties door niet-methicilline-resistente stafylokokken |
|
|
Term
Penicillines: β-lactamase-gevoelige breedspectumpenicillines, structuur |
|
Definition
- Semisynthetisch gemaakt vanaf APZ - Hydrofiele zijketen → gemakkelijker via porines doorheen buitenmembraan van sommige G- binnendringen - Best gekende: * aminopenicillines * ampicilline * amoxycillline - Daarnaast: * esters van ampicilline: pivampicilline * condensaten: hetacilline - Mecillinam: * ook tot deze groep * andere structuur |
|
|
Term
Penicillines: β-lactamase-gevoelige breedspectumpenicillines, farmacokinetiek |
|
Definition
- Ampicilline: * matig geabsorbeerd (30-40%) ⇒ prodrugs → gehydrolyseerd bij doorgang GI kanaal → vrijzetting ampicilline - Amoxycilline: * peroraal want: betere resorptie, geringere remming bij voedselinname * iets sneller bactericide - Ampicilline-amoxycilline: beide zuurstabiel - Farma-eig ong gelijk met penicilline G, maar: * minder gebonden aan proteïnen (20%) * iets langere T1/2: 1,5h |
|
|
Term
Penicillines: β-lactamase-gevoelige breedspectumpenicillines, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Breedspectrum - Deze penicillines: gelijkaardige AB activiteit - Amoxycilline en pivampicilline: * betere absorptie uit GI → hogere weefselconcentraties - Activiteit tg G+ en anaeroben ≈ penicilline G - MAAR grotere activiteit tg bepaalde G-: * enterobacteriën (E. coli, P. mirabilis, Salmonella, Shigella) * H. influenzae * M. catarrhalis - Gevoelig aan β-lactamasen - Synergistisch met aminoglycosiden tg G+, vaak ook tg gevoelige G- |
|
|
Term
Penicillines: β-lactamase-gevoelige breedspectumpenicillines, resistentie |
|
Definition
- Door productie β-lactamasen: * wijdverspreid ⇒ effectiviteit sterk gedaald * remedie → combinatie met β-lactamase-inhibitoren (bv clavulaanzuur, sulbactam) - Vaak plasmidegecodeerd bij G- - Geassocieerd met resistentie tg andere AB |
|
|
Term
Penicillines: β-lactamase-gevoelige breedspectumpenicillines, toxiciteit |
|
Definition
- Mogelijke verstoring normale darmflora → 10% patiënten: diarree * amoxycilline: minder frequent (betere absorptie) - Maaglast: verbetert indien samen met voedsel - Intolerantie tg penicillines (allergie) |
|
|
Term
Penicillines: β-lactamase-gevoelige breedspectumpenicillines, klinisch gebruik |
|
Definition
- Bactericide, niet-toxische AB - Breder spectrum dan penicilline G - Betere verdeling in lichaam - Grote kans op resistentie → monotherapie beperkt - Kunnen nog gebruikt bij: * respiratoire infecties door gevoelige B (pneumokokken) * urinaire infecties - In combinatie met β-lactamase-inhibitoren - Zeer vaak gebruikt voor allerlei infecties verworven buiten ziekenhuis: * respiratoir * urinair * huid * weefsel |
|
|
Term
Penicillines: β-lactamase-gevoelige penicillines met uitgebreid spectrum, structuur |
|
Definition
- Carboxypenicillines met zuurfunctie in zijketen: * carbenicilline * ticarcilline - Ureidopenicillines: * piperacilline |
|
|
Term
Penicillines: β-lactamase-gevoelige penicillines met uitgebreid spectrum, farmacokinetiek |
|
Definition
- Geen absorptie via GI → parenteraal of lokaal - Overige farma eig: typisch voor penicillines: * binding plasmaproteïnen (20-60%) * korte plasma T1/2: 1h |
|
|
Term
Penicillines: β-lactamase-gevoelige penicillines met uitgebreid spectrum, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
Ticarcilline, piperacilline: - Breedste spectrum - Actief tg: * alle Enterobacteriaceae (uitz Klebsiella) * non-fermenters (Pseudomonas, Xanthomonas, Acinetobacter) * behoud activiteit tg G+ - Gevoelig voor hoge c β-lactamasen: * ontstaan resistente stammen binnen vele species * gedeeltelijk herstel activiteit: β-lactamase-inhibitoren (ticar-clavulanaat, pipera-tazobactam) * geen herstel: P. aeruginosa, S. marcescens
Uitgebreid spectum door: 1. binding aan andere PBP's dan deze waaraan ampicilline bindt 2. verhoogde penetratie in G- 3. ongevoeligheid voor sommige soortspecifieke chrosomale β-lactamasen
Pseudomonas: - Resistent tg meeste penicillines + cefalosporines - Oorzaak: productie speciaal type β-lactamase → weerstaan slechts enkele AB |
|
|
Term
Penicillines: β-lactamase-gevoelige penicillines met uitgebreid spectrum, klinisch gebruik |
|
Definition
- Voorbehouden voor ernstige infecties met risico op aanwezigheid P. aeruginosa - Combinatie met aminoglycosiden mogelijk → initiële behandeling ernstige infecties (sepsis, endocarditis) tot verwekker geïdentificeerd is - Profylactisch en empirisch bij menginfecties en gemengd aerobe-anaerobe infecties (abdominale chirurgie) |
|
|
Term
Penicillines met G- activiteit maar ongevoelig voor β-lactamase van enterobacteriën, structuur |
|
Definition
- Temocilline: methoxy-derivaat van ticarcilline - Toevoeging van deze substituent: * activiteit daalt tg G+ en bepaalde G- (non-fermenters) * stabiliteit stijgt tg β-lactamasen |
|
|
Term
Penicillines met G- activiteit maar ongevoelig voor β-lactamase van enterobacteriën, farmacokinetiek |
|
Definition
- Parenteraal - Hoge proteïnebinding (85%) - Eliminatie: * trager dan meeste andere penicillines * plasma T1/2: 4-5h |
|
|
Term
Penicillines met G- activiteit maar ongevoelig voor β-lactamase van enterobacteriën, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Enige β-lactamase-stabiele penicilline met goede activiteit tg: * G- enterobacteriën * H. influenzae * M. catarrhalis - Geen activiteit tg: * Pseudomonas * andere non-fermenters - Geen activiteit tg: * G+ * anaeroben - Zeer stabiel tg meeste soorten β-lactamasen van enterobacteriën |
|
|
Term
Penicillines met G- activiteit maar ongevoelig voor β-lactamase van enterobacteriën, klinisch gebruik |
|
Definition
- Opnieuw gebruik voor G- infecties in ziekenhuis - Uitz: P. aeruginosa |
|
|
Term
Penicillines: Clavulaanzuur, structuur |
|
Definition
- Producties door Streptomyces clavuligerus - Lijkt structureel op penicillinekern |
|
|
Term
Penicillines: Clavulaanzuur, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Beperkt antimicrobieel - Irreversibele β-lactamase inhibitor met breed spectrum ⇒ verhoogt activiteit van β-lactam AB tg B met clavulaanzuur-gevoelige β-lactamasen - Inactief tg * β-lactamasen van klasse C * metallo-β-lactamasen van klasse B |
|
|
Term
Penicillines: Clavulaanzuur, klinisch gebruik |
|
Definition
- Gecombineerd met amoxycilline (= Augmentin) in 1/4 verhouding - Orale toediening - Meestal: * ademhalingsinfecties * urineweginfecties * huid- en weefselinfecties (zowel empirisch als wanneer verwekker aangetoond resistent aan amoxycilline) |
|
|
Term
|
Definition
- β-lactamase-inhibitor - Weinig intrinsieke AB activiteit - Combinatie met een penicilline, hier met piperacilline = pipera-tazobactam * → abdominale/pelvische infecties * nosocomiale pneumonie - ≈ werkingsspectrum tg β-lactamasen als clavulaanzuur |
|
|
Term
Cefalosporines, structuur |
|
Definition
- Semisynthetische derivaten van cefalosporine C - Lage antibacteriële activiteit - Klinisch gebruikte cefalosporines: * bereid vanaf cefalosporine C of * via chemische ringexpansie vanaf APZ |
|
|
Term
Cefalosporines, farmacokinetiek |
|
Definition
- Slechts enkele zuurstabiel ⇒ meestal injectie - Oraal meestal goed geabsorbeerd - Goede verdeling in interstitiële vocht (uitz niet-ontstoken CSV) - Excretie: * meestal snel * via urine * plasma T1/2 (sommige tot 8h (ceftriatoxine)) - Plasma-proteïne-binding: 20-80% |
|
|
Term
Cefalosporines, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
Indeling obv verschillende criterie mogelijk: - Hier: ≠ generaties obv * tijdstip ontdekking * antimicrobiële spectrum
Algemeen: - Goed actief tg: * stafylokokken (inclusief β-lactamase producerende stafylokokken) * streptokokken - Inactief tg: * enterokokken * MRSA
Opeenvolgende generaties: stijgende weerstand tg β-lactamasen van G- ⇒ verbreed spectrum
Synergie met aminoglycosiden |
|
|
Term
Cefalosporines, resistentie |
|
Definition
≠ mechanismen (≈ penicillineresistentie): 1. permeabiliteitsbarrière - 1e en 2e generatie → kunnen niet door buitenmembraan P. aeruginosa 2. Δstructuur van PBP's 3. β-lactamasen - G+ * cefalosporines: meestal ongevoelig aan β-lactamasen (bv S. aureus) - G- * verschillende types geïnduceerde β-lactamasen: plasmide- of chrosomaal gecodeerd, kruisresistentie * cefalosporines 2e en 3e generatie → stabiliteit stijgt tg G- β-lactamasen |
|
|
Term
Cefalosporines, toxiciteit |
|
Definition
- Lage toxiciteit - Gebruik bij vele penicilline-allergische personen - Frequentie kruisgevoeligheid: 10-20% |
|
|
Term
Cefalosporines: 1ste generatie |
|
Definition
- Parenteraal: * cefazoline - Orale vormen: * cefadroxil * cefaclor |
|
|
Term
Cefalosporines: 2de generatie |
|
Definition
- Hybride groep: * derivaten met grote intrinsieke activiteit: cefamandol * derivaten met verbeterde stabiliteit tg β-lactamase: cefuroxime, cefoxitine, cefotetan |
|
|
Term
Cefalosporines: 3de generatie |
|
Definition
- Grote β-lactamase stabiliteit + sterke activiteit tg G- * ceftriaxone * cefotaxime * ceftazidime |
|
|
Term
Cefalosporines: 4de generatie |
|
Definition
- Enige gebruikte uit deze groep: cefepime |
|
|
Term
Cefalosporines: 1ste generatie, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Matig spectrum - Goed actief tg: * G+ * β-lactamase-producerende stafylokokken (uitz MRSA) * vele G- - Gehydroliseerd door ≠ β-lactamasen v Enterobacteriaceae - Niet actief tg P. aeruginosa - Cefaclor: iets actiever tg H. influenzae & andere G- |
|
|
Term
Cefalosporines: 2de generatie, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Breedspectrum - Matige antimicrobiële activiteit - Weerstandig aan β-lactamase v stafylokokken - Matig resistent aan β-lactamase v Enterobacteriaceae - Inactief tg P. aeruginosa - Cefoxitine: * effectief tg vele anaeroben (oa Bacteroides fragilis) * minder actief tg stafylokokken |
|
|
Term
Cefalosporines: 3de generatie, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Ceftazidime: * minder actief tg stafylokokken * goede activiteit tg Pseudomonas & andere non-fermenters - Ceftriaxone: * zeer lang plasma T1/2 - Tegenwoordig vele β-lactamasen aanwezig op plasmiden → afbraak cefalosporines 3de gen - Ook: constitutieve mutanten → permanente productie hoge c cefalosporinase (vnl. genera Enterobacter - Pseudomonas) |
|
|
Term
Cefalosporines: 4de generatie, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Nog breder spectrum dan 3de gen - Zowel actief tg G- als G+ |
|
|
Term
Cefalosporines: 1ste generatie, klinisch gebruik |
|
Definition
- Algemeen: niet veel meer gebruikt * uitzondering: cefazoline: profylactisch ingespoten bij chirurgische ingrepen - Cefadroxil-cefaclor: * alternatieve behandeling infecties bovenste luchtwegen |
|
|
Term
Cefalosporines: 2de generatie, klinisch gebruik |
|
Definition
- Cefuroxime: * alternatief voor behandeling matige ernstige respiratoire infecties |
|
|
Term
Cefalosporines: 3de generatie, klinisch gebruik |
|
Definition
- Beperkt tot kliniek: * ernstige infecties met ongekende of gemengde oorzakelijke kiemen - Intraveneus - Ceftazidime: wanneer Pseudomonas mogelijke oorzaak infectie |
|
|
Term
Cefalosporines: 4de generatie, klinisch gebruik |
|
Definition
- Beperkt tot kliniek: * ernstige infecties bij immuungecompromitteerden: → ongekende oorzakelijke kiemen → mogelijks resistente kiemen → na aantonen resistente kiemen - Intraveneus |
|
|
Term
|
Definition
- Monocyclische ring β-lactam - Overproductie door bacteriën - Eenvoudige structuur → gemakkelijke chemische synthese - Enig gebruikte: aztreonam |
|
|
Term
Monobactams, farmacokinetiek |
|
Definition
- Enkel parenteraal - Typische farmacokinetiek van β-lactams: * goede weefseldistributie * proteïnebinding 50% * eliminatie: snel, via urine |
|
|
Term
Monobactams, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Relatief resistent aan β-lactamasen - Zeer actief tg: * reeks β-lactamase-producerende G- staafjes (incl P. aeruginosa) - Inactief tg: * G+ en anaeroben - Aztreonam: * spectrum ≈ aminoglycosiden MAAR → minder toxisch → betere activiteit bij zure pH → wordt niet geïnactiveerd door etter * activiteit tg Enterobacteriaceae ≈ cefalosporines 3de generatie * even gevoelig of bestendig voor dezelfde β-lactamasen * minder actief tg Pseudomonas dan ceftazidime |
|
|
Term
|
Definition
- ≈ andere β-lactams: * reactie op plaats injectie * huiduitslag * diarree * misselijkheid * braken |
|
|
Term
Monobactams, klinisch gebruik |
|
Definition
- Voorbehouden kliniek → alternatief voor 3de generatie cefalosporines |
|
|
Term
|
Definition
- Reeds >40 ≠ structuren: streptomyceten → fermentatieproduct - Belang: * sterke activiteit tg G+ en G- * inclusief hele reeks normale resistente stammen - Nu gebruikt: * imipenem * meropenem |
|
|
Term
Carbapenems, farmacokinetiek |
|
Definition
- Parenteraal - Goede weefseldistributie incl CSV - Weinig binding plasmaproteïnen - Eliminatie: snel (T1/2: 1h, via urine) |
|
|
Term
Carbapenems, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Ultrabreed spectrum: * G+ * G- * anaeroben - Zeer stabiel tg meeste chromosomale en plasmidegecodeerde β-lactamasen * binden β-lactamase ↔ geen hydrolyse * alleen vernietigd door metallo-β-lactamasen |
|
|
Term
|
Definition
- Zeer stabiel tg meeste chromosomale en plasmidegecodeerde β-lactamasen * binden β-lactamase ↔ geen hydrolyse * alleen vernietigd door metallo-β-lactamasen - Andere vormen resistentie: * Pseudomonas * door dalende penetratie (sluiten of verdwijnen porines specifiek voor carbapenems) |
|
|
Term
|
Definition
- Imipenem → ernstige neurologische neveneffecten ⇒ vooral meropenem gebruikt - Klassieke neveneffecten: * diarree * misselijkheid * braken - Risico: mensen met voorgeschiedenis van penicillineallergie |
|
|
Term
Carbapenems, klinisch gebruik |
|
Definition
- Zeer effectief in humane gnk: * infecties van ongekende aard * polymicrobiële infecties * ziekenhuisinfecties bij immuungecompromitteerden (vooral wanneer vermoeden aanwezigheid sterk resistente kiemen) - Bacteriële meningitis bij kinderen |
|
|
Term
Antibiotica die de membraanfunctie verstoren |
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
- Polymyxines: generische naam voor polypeptidenantibiotica < fermentatie Bacillus polymyxa - Oorspronkelijk vnl interessant voor activiteit tg P. aeruginosa - Basische, cyclische decapeptiden - Bevatten 5 aminogroepen ⇒ pos lading - 5 polymyxines: A,B,C,D en E(=colistine) - Belangrijkste: polymyxine B en colistine |
|
|
Term
Polymyxines, farmacokinetiek |
|
Definition
- Niet gereabsorbeerd vanuit GI → enkel parenteraal toegediend - Slechte weefseldistributie - Verspreiden weinig door biologische membranen → slechts lage c in transcellulaire vochten en melk - Binding plasmaeiwitten → matig - Eliminatie: * traag * plasma T1/2: 4-6h * via urine (onveranderd) |
|
|
Term
Polymyxines, werkingsmechanisme |
|
Definition
- Positieve lading ≈ detergent - Mechanisme: interageren sterk met fosfolipiden bacteriële celmembraan → verstoren permeabiliteit + functie - Effect: pos ladingen → verplaatsen Ca en Mg → stabiliseren membraan door fosfolipiden te binden - Gevolg: permeabiliteit stijgt ⇒ lekken - Binden aan oppervlak B ↔ dringen cel niet binnen - Gevoeligheid voor polymyxines: afh van fosfolipidengehalte celwand - Enige AB → bactericide tg niet-metaboliserende B |
|
|
Term
Polymyxines, antimicrobieel spectrum |
|
Definition
- Alle polymyxines: gelijkaardig spectrum - Snel bactericide - Selectief voor G-: * uitwendige membraan + groot # fosfolipiden - Zowel delende als rustende B - Merkwaardige eig: * antagonistisch tg koortsreactie bij inspuiten LPS van S. typhimurium * voorkomt shockreactie bij inspuiten E. coli-endotoxinen - Synergistisch met ≠ AB: * erythromycine * clindamycine * β-lactams * tetracyclines door desorganisatie van buitenmembraan en vervolgens cytoplasmatisch membraan |
|
|
Term
|
Definition
- Volledige kruisresistentie tss alle polymyxines - Verworven resistentie → uiterst zeldzaam * door gedaalde permeabiliteit bij P. aeruginosa - Ontstaan resistentie → bij ≠ enterobacteriën door groei in aanwezigheid van stijgende c polymyxine |
|
|
Term
|
Definition
- Zeer nefrotoxisch → schade aan tubulaire epitheelcellen nieren - Neurotoxisch |
|
|
Term
Polymyxines, klinisch gebruik |
|
Definition
- Diarree door: * E. coli * Salmonella - Zelden of nooit voorgeschreven door potentiële toxiciteit - Wel gebruik in zalven en collyria → goed voor lokale behandeling infecties van huid en slijmvliezen - Resistentie geen probleem → behandeling topicale infecties P. aeruginosa (vnl bij brandwonden) |
|
|
Term
|
Definition
- Nitrofuranen - Tuberculostatica |
|
|
Term
|
Definition
- Nitrofurantoïne + nifurtoïnol → synthetische AB - Uitsluitend voor urineweginfecties - Bactericide tg G+ en G- - Meestal resistent: Proteus en Pseudomonas - Resistentie: ontstaat zeer langzaam - Goede resorptie oraal - Zeer snelle excretie via urine (T1/2: 20min) ⇒ geen algemeen antibacterieel effect |
|
|
Term
|
Definition
- Specifieke AB → enkel actief tg Mycobacterium tuberculosis of andere Mycobacterium-species - Altijd associatie → tegengaan resistentie - Resistentie < door selectie chromosomale mutanten - Meest gebruikte: * isoniazide (INH) * rifampicine $ beide sterk bactericide → zowel intra- als extracellulair M. tuberculosis $ andere mycoB → vaak natuurlijk resistent * pyrazinamide $ uitsluitend actief in zure pH → ideaal tg gefagocyteerde mycoB (kunnen aanvankelijk nog repliceren in macrofagen) $ inactief tg M. bovis en weinig actief bij chronisch geworden TBC * ethambutol $ traag bactericide tg extracellulaire kiemen - Tuberculostatica → normaal 1 gift/dag - Aanvangstherapie: meestal associatie van 3 tuberculostatica - Later → associatie van 2 en vervanging pyrazinamide door ethambutol - Andere mycoB dan M. tuberculosis → bepaalde algemene AB (bv macroliden, quinolonen) - Aminoglycosiden: actief tg meeste mycoB ↔ langdurige therapie: probleem ivm gehoor- en nefrotoxiciteit |
|
|