Term
Waarin zijn mannelijke hersenen beter dan vrouwelijke? A ruimtelijke ordening B verbale vaardigheden C Wiskundige vaardigheden D geen, dit is gelijk aan vrouwelijke hersenen |
|
Definition
A. ruimtelijke ordening (= visuospatiale vaardigheden) |
|
|
Term
Waarin zijn vrouwelijke hersenen beter dan mannelijke? A ruimtelijke ordening B verbale vaardigheden C wiskundige vaardigheden D geen, dit is gelijk |
|
Definition
B verbale vaardigheden (= taal, woorden...) |
|
|
Term
Waardoor worden de verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke vaardigheden beïnvloedt? A Lichaamsgrootte, ervaringen en interesses B lichaamsgrootte, ervaringen en culturele verwachtingen C hersengrootte, ervaringen en culturele verwachtingen D Lichaamsgrootte, hersengrootte, ervaringen en culturele verwachtingen |
|
Definition
B Lichaamsgrootte, ervaringen en culturele verwachtingen (dus niet hersengrootte en interesses) |
|
|
Term
Welk verschil is er tussen de resultaten van heteroseksuele en homoseksuele mannen? A de homoseksuele mannen scoorden beter op verbale vaardigheden en slechter op visuospatiale vaardigheden B homoseksuele mannen scoorden beter op beide vaardigheden C homoseksuele mannen scoorden beter op visuospatiale vaardigheden en slechter op verbale vaardigheden D homoseksuele mannen scoorden slechter op beide vaardigheden E er is geen verschil |
|
Definition
A Homoseksuele mannen scoorden beter op verbale vaardigheden (vrouwelijke taak) en slechter op visuospatiale vaardigheden (mannelijke taak) |
|
|
Term
Heeft motivatie invloed op de resultaten van de taken? bv. een man wordt gezegd dat zijn taak een vrouwelijke taak is terwijl het een mannelijke is A Ja B Nee |
|
Definition
A ja, de motivatie beïnvloedt de resultaten ook |
|
|
Term
Heeft ervaring invloed op resultaten van de taken? A ja B nee C ja, maar niet helemaal |
|
Definition
C ja, maar niet helemaal. Er zijn sowieso verschillen in resultaten door biologische factoren en culturele verwachtingen... |
|
|
Term
Waaruit bestaat het endocriene systeem? A organen die hormonen afscheiden B spieren die hormonen afscheiden C klieren die hormonen afscheiden |
|
Definition
C klieren die hormonen afscheiden |
|
|
Term
Wat doet het endocriene systeem? A hormonen (= chemische boodschappers) door de zenuwen naar andere organen brengen B hormonen door het bloed naar andere organen brengen C hormonen door het bloed naar anderen klieren brengen D hormonen door de zenuwen naar andere klieren brengen |
|
Definition
B hormonen door bloed naar andere organen brengen (Endo = inwendig & krinoo = afscheiden) |
|
|
Term
Waar ligt de hypofyse? A vlak boven de hypothalamus B naast de hypothalamus C vlak onder de hypothalamus D in de hypothalamus |
|
Definition
C vlak onder de hypothalamus |
|
|
Term
De stoffen van de hypothalamus beïnvloeden... A de activiteit van de hersenen, zodat die hormonen afscheiden in de bloedbaan B de activiteit van de hypofyse, zodat die informatie stuurt naar de hersenen C de activiteit van de hypofyse, zodat die hormonen afscheidt in de organen D de activiteit van de hypofyse, zodat die hormonen afscheidt in de bloedbaan |
|
Definition
D de activiteit van de hypofyse, zodat die hormonen afscheidt in de bloedbaan |
|
|
Term
Welk anatomisch zichtbaar verschil is er tussen mannelijke en vrouwelijke hersenen? A de hypothalamus is bij mannen kleiner B de hypothalamus is bij mannen groter C de hypofyse is bij mannen kleiner D de hypofyse is bij mannen groter |
|
Definition
B de hypothalamus is bij mannen groter
extra vraag:hoeveel groter? is dit bij homoseksuele mannen hetzelfde? |
|
|
Term
in welke volgorde verloopt de communicatie tussen de hersenen en het endocriene systeem? A hersenen --> hypofyse --> hypothalamus B hypofyse --> hersenen --> hypothalamus C hypothalamus --> hersenen --> hypofyse D hersenen --> hypothalamus --> hypofyse |
|
Definition
D hersenen (prikkels) --> hypothalamus (hormonen) --> hypofyse (hormonen) |
|
|
Term
Het bijniermerg: A activeert stress door afscheiding van adrenaline en noradrenaline B reageert op stress door opnamen van adrenaline en noradrenaline C reageert op stress door afscheiding van adrenaline en noradrenaline |
|
Definition
C Reageert op stress door afscheiding van adrenaline en noradrenaline (Meer glucose in het bloed. (sneller harritme en meer bloed naar de skeletspieren)) |
|
|
Term
de bijnierschors:
A produceert bij mannen het mannelijk geslachtshormoon B produceert bij vrouwen het vrouwelijk geslachtshormoon C produceert bij mannen en vrouwen enkel het mannelijk geslachtshormoon
D Produceert bij mannen en vrouwen enkel het vrouwelijk geslachtshormoon
E produceert zowel bij mannen als bij vrouwen het mannelijk en vrouwelijk geslachtshormoon |
|
Definition
Produceert zowel bij mannen als vrouwen mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen |
|
|
Term
de teelballen produceren:
A progesteron B testosteron C oestrogeen D alle drie |
|
Definition
|
|
Term
de eierstokken produceren: A progesteron B testosteron C oestrogeen D alle drie |
|
Definition
A progesteron & B oestrogeen (gevolg: menstruale cyclus) |
|
|
Term
de pijnappelklier: A scheidt hormoon melatonine af die de slaap-waakcyclus reguleert B scheidt het hormoon myeline af die de energie reguleert C scheidt het hormoon myeline af die de slaap-waakcyclus reguleert |
|
Definition
A Scheidt het hormoon melatonine af die de slaap-waakcyclus reguleert. |
|
|
Term
wat is het endocriene systeem? A een tweede zenuwstelsel tussen de hersenen en het lichaam B een tweede communicatiesysteem tussen neuronen C een tweede communicatiesysteem tussen de hersenen en het ruggenmerg D een tweede communicatiesysteem tussen de hersenen en het lichaam |
|
Definition
D een tweede communicatiesysteem tussen de hersenen en het lichaam |
|
|
Term
Wat is de hypofyse? A het belangrijkste orgaan tussen de hersenen en het lichaam B het belangrijkste orgaan tussen de hersenen en de bloedsomloop C de belangrijkste structuur tussen de hersenen en de bloedsomloop D een stof die een rol speelt bij het regelen van slaap |
|
Definition
C de belangrijkste structuur tussen de hersenen en de bloedsomloop |
|
|
Term
Wat gebeurt er bij stress? A het bijniermerg scheidt adrenaline en noradrenaline af in de hersenen waardoor de persoon zich beter kan concentreren B het bijniermerg scheidt testosteron af in de bloedbaan waardoor de persoon zich beter kan concentreren C het bijniermerg scheidt adrenaline en noradrenaline af in de bloedbaan waardoor de persoon zich beter kan verdedigen of wegvluchten D de pijnappelklier scheidt oestrogeen af waardoor de persoon zich beter kan verdedigen of wegvluchten |
|
Definition
C het bijniermerg scheidt adrenaline en noradrenaline af in de bloedbaan waardoor de persoon zich beter kan verdedigen of wegvluchten |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
desoxyrybonucleïnezuur:
A determineert de natuur van elk orgaan in ons lichaam en bepaalt de genetische code B bepaalt de genetische code C determineert de natuur van elke cel in ons lichaam en bepaalt hoe die cel zal functioneren in ons lichaam D bepaalt de aanmaak van de hormonen testosteron en oestrogeen |
|
Definition
C determineert de natuur van elke cel in ons lichaam en bepaalt hoe die cel zal functioneren in ons lichaam. |
|
|
Term
Hoeveel chromosomen zijn georganiseerd in hoeveel paren slierten DNA? A 40 chromosomen in 20 paren B 23 chromosomen in 40 paren C 23 chromosomen in 11 paren D 46 chromosomen in 23 paren |
|
Definition
D 46 chromosomen zijn georganiseerd in 23 paren slierten DNA |
|
|
Term
Van de chromosomenparen zijn er 20 autosomen en de laatste 2 paar zijn geslachtsautosomen. Juist of fout? A juist B fout, er zijn 22 paren autosomen en het laatste paar zijn geslachtschromosomen B fout, 20 paar zijn geslachtschromosomen en de laatste 2 zijn autosomen D fout, alle 23 paren zijn autosomen en daarnaast heb je geslachtschromosomen |
|
Definition
B De eerste 22 paren zijn autosomen, het laatste paar zijn de geslachtschromosomen |
|
|
Term
Wat is een dominant gen? Wat is een recessief gen? |
|
Definition
dominant gen is een gen dat tot uiting komt bv. bruine ogen
Recessief gen is het gen dat enkel tot uiting komt als je het van beide ouders hebt overgeërfd bv. blauwe ogen komen enkel tot uiting als je het van beide ouders overerft |
|
|
Term
Waaruit is een nucleotidenstreng opgebouwd? |
|
Definition
adenine, thymine, cytosine en guanine |
|
|
Term
wat is het genotype? wat is het fenotype? |
|
Definition
het genotype iseen eigenschap die aanwezig is in een organisme, maar niet tot uitdrukking komt.
het fenotype is een waarneembare trek (daadwerkelijk te zien) |
|
|
Term
Wat is een homozygoot?
wat is een heterozygoot? |
|
Definition
Homozygoot – gelijke genen voor een bepaalde eigenschap geërfd door beide ouders
Heterozygoot – verschillende vormen van het gen ervend voor een bepaalde eigenschap. |
|
|
Term
wat doet gedragsgenetica? A bestudeert de effecten van sociale invloeden op gedrag B bestudeert de effecten van erfelijkheid op gedrag C bestudeert het gedrag D discussieert over het nature-nurturedebat |
|
Definition
B bestudeert de effecten van erfelijkheid op gedrag. |
|
|
Term
Waarin zit de erfelijke informatie verpakt? A DNA B neuronen C de genen D chromosomen E het endoriene systeem |
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
een techniek waarbij mannetjes en vrouwtjesdieren geselecteerd worden en met elkaar gepaard worden. Om na te gaan of een eigenschap wordt doorgegeven en welke omgevingsstimuli hiervoor nodig zijn |
|
|
Term
Wat is de oorzaak van foetale alcoholsyndroom en wat zijn de gevolgen? |
|
Definition
De oorzaak in inname van alcohol van de moeder waardoor de foetus hieraan wordt blootgesteld. de gevolgen zijn een laag IQ, mentale redartatie, hyperactiviteit, verminderde alertheid en motorische problemen. |
|
|
Term
Welke zijn de nadelige invloeden op de prenatale ontwikkeling? |
|
Definition
1) alcoholinname, roken, hoge bloeddruk moeder, tekort aan foliumzuur
2) angst en stress bij moeder
3) vroeggeboorte, meerlingen |
|
|
Term
Welke zijn de positieve invloeden op de prenatale ontwikkeling? |
|
Definition
tweetaligheid moeder (al opvangen tijdens zwangerschap), IQ ouders (vermijden meer negatieve invloeden en geven sterkere gezondheid) |
|
|
Term
Welke invloed heeft de hoeveelheid testosteron waaraan de baby tijdens de zwangerschap wordt blootgesteld?
A bij lage blootstelling gaan zowel jongens als meisjes meer met jongensspeelgoed spelen B bij hoge blootstelling gaan zowel jongens als meisjes meer met jongensspeelgoed spelen C er is meer kans dat het kindje een jongetje wordt D bij hoge blootstelling gaan enkel jongetjes meer met jongensspeelgoed spelen |
|
Definition
B Hoge blootstelling: meer jongensspeelgoed zowel bij jongens als bij meisjes |
|
|
Term
Welke invloed heeft de hoeveelheid testosteron waaraan de baby tijdens de zwangerschap wordt blootgesteld?
A bij lage blootstelling gaan zowel jongens als meisjes meer met jongensspeelgoed spelen B bij hoge blootstelling gaan zowel jongens als meisjes meer met jongensspeelgoed spelen C er is meer kans dat het kindje een jongetje wordt D bij hoge blootstelling gaan enkel jongetjes meer met jongensspeelgoed spelen |
|
Definition
B Hoge blootstelling: meer jongensspeelgoed zowel bij jongens als bij meisjes |
|
|