Term
| Wat wordt er impliciet bedoeld met morele ontwikkeling? |
|
Definition
Met de leeftijd toenemende neiging het goede te doen en het kwade na te laten.
Besef dat het (niet) goed is om bepaalde dingen te doen en andere dingen na te laten. |
|
|
Term
| Door wat wordt de grondslag van morele oordelen gevormd? |
|
Definition
|
|
Term
| Welke 2 aspecten in de ontwikkeling van kinderen zorgen voor ontwikkelen van schuldgevoel? |
|
Definition
| Door het toenemende zelfbesef (dat zij narigheid kunnen veroorzaken bij ander) en het vermogen tot empathie. |
|
|
Term
| Wat zegt de internalisatiebenadering? |
|
Definition
| De morele ontwikkeling is het resultaat van een toenemende internalisatie van buitenaf aangereikte regels en normen. |
|
|
Term
| Wat houdt moreel redeneren in? |
|
Definition
| Het proces van het rechtvaardigen van een moreel oordeel |
|
|
Term
| Wat houdt heteronome morele denken in? |
|
Definition
| In dit perspectief bestaat goed doen eruit datgene te doen wat een autoriteit opdraagt of wat de wet voorschrijft. De bron van moreel gezag ligt buiten het individu zelf. |
|
|
Term
| Tot welke leeftijd loopt het heteronome morele denken volgens Piaget? |
|
Definition
|
|
Term
| Wat is kenmerkend voor het autonome morele denken? |
|
Definition
| Morele oordelen over het gedrag van boosdoeners worden niet enkel gerechtvaardigd door te wijzen op de ernst van aangericht leed, maar ook op de bedoelingen van de boosdoener. |
|
|
Term
| Wat is het eerste preconventionele stadium? |
|
Definition
| De heteronome moraliteit. |
|
|
Term
| Wat is het tweede preconventionele stadium? Op welke leeftijd wordt er vooral op deze manier moreel geredeneerd? |
|
Definition
| De individualistische instrumentele moraliteit. Leven en laten leven, iedereen heeft het recht om zijn eigen belangen te behartigen. 10-14j. |
|
|
Term
| Wat is het derde, eerste conventionele stadium? |
|
Definition
| Interpersoonlijke normatieve moraliteit. Goed is te doen wat er van je verwacht wordt, onder andere op basis van de rol die je vervult in de samenleving. |
|
|
Term
| Welk stadium van moreel redeneren wordt voornamelijk gebruikt door adolescenten? |
|
Definition
| Interpersoonlijke normatieve moraliteit. |
|
|
Term
| Wat is het vierde stadium van moreel redeneren? Op welke leeftijd dominant? |
|
Definition
Moraliteit van het sociale systeem. Slecht is te doen wat de maatschappelijke orde in gevaar brengt, maar daarbinnen mag men de eigen doelen nastreven.
Volwassenen vanaf 24j. |
|
|
Term
| Wat is het vijfde stadium? |
|
Definition
| Moraliteit gebaseerd op mensenrechten en maatschappelijk welzijn. |
|
|
Term
| Wat is het zesde stadium van moreel redeneren? |
|
Definition
| Moraliteit van algemene en abstracte ethische principes. |
|
|
Term
| Noem 2 morele codes in niet-westerse culturen. |
|
Definition
- de gemeenschap (community): belangrijk dat je je gedraagt conform je plaats in de gemeenschap;
- het transcendente/goddelijke (divinity): reinheid en zuiverheid. |
|
|
Term
| Welke 4 factoren bepalen of het morele besef van een individu van invloed is op hoe een persoon zich in een bepaalde situatie gedraagt? |
|
Definition
1) wijze waarop de situatie wordt geïnterpreteerd;
2) het morele oordeel dat iemand heeft over een situatie;
3) de mate waarin het morele oordeel wordt meegewogen in de uiteindelijke beslissing zich op een bepaalde manier te gedragen;
4) de vasthoudendheid waarmee men een eenmaal genomen besluit ook daadwerkelijk uitvoert. |
|
|
Term
| Leg het begrip moreel disengagement of morele ontkoppeling (Bandura) uit. |
|
Definition
Verwijst naar de manieren die mensen gebruiken om misdragingen die ze volgens hun eigen morele overtuigingen eigenlijk zouden moeten veroordelen, en die dus gevoelens van schuld kunnen oproepen, toch op te kunnen vatten als moreel acceptabel gedrag.
Jongeren die hier een sterke neiging toe hebben, gedragen zich relatief vaak agressief. |
|
|
Term
| Wat houdt morele identiteit in? |
|
Definition
| Verwijst naar de mate waarin morele ideeën en waarden centraal staan in het beeld dat het individu heeft van zichzelf. |
|
|
